donderdag 29 december 2016

Heiïge Nacht

Het liep tegen het nieuwe jaar toen de drie een teken hadden gekregen dat ze deze kant op moesten. Wat ze konden verwachten en waar ze precies moesten zijn was niet duidelijk, maar signalen van boven zouden ze tot vlakbij de juiste plek brengen. Eindeloze zandwegen leidden de drie reizigers door heiïge vlaktes en uitgestrekte bossen. 'Het duurt niet lang meer voor de duisternis intreedt', zei een van de drie bezorgd, het cadeau voor de gastheer en -vrouw ondertussen stevig vasthoudend. Vlak daarvoor was het heldere signaal dat ze tot dat moment van boven hadden mogen ontvangen verdwenen. Was het heiïge weer de oorzaak hiervan? Toen de drie het bijna leken op te geven zagen ze in de verte ineens een teken van leven. 'Onze verlosser', zei een van hen. 'Halleluja!' hoorden ze op dat moment zingen. Dat gaf ze de moed om hun tocht voort te zetten.

Nee, dit verhaal speelde zich niet meer dan 2000 jaar geleden af nadat er een kindeke was geboren. En het ging hier niet om drie wijzen uit het oosten die mirre, wierook en goud bij zich hadden. Dit waren drie stadse mensen uit het westen die een vrolijk verlicht kerststukje hadden meegenomen. Geen Balthasar, Melchoir en Caspar met hun kameel maar Marco, Wilma en Bastiaan in hun Citroën. Op Sky-radio klonk 'Halleluja!' en de navigatie had voor de signalen 'van boven' gezorgd.

De afgelopen kerstdagen brachten we door in Landall-park 'Het Land van Bartje' bij Borger.
Mijn zwager en schoonzus trakteerden ons daarop in verband met hun 25-jarig huwelijk.

Het bleek een prima plek om te rusten, wandelen, zwemmen en hardlopen. En niet te vergeten om veel te eten, snoepen en drinken.


Een paar dagen voor we erheen gingen kwam Wilma erachter dat mijn neef en z'n vrouw, die twee jaar terug vanuit de Randstad naar het verre Drenthe waren verhuisd, op slechts een paar kilometer afstand van het bungalowpark woonden. Diep in het woud - onvindbaar voor zelfs de meest recente updates van de navigatie - liggen twee huizen, een gastenverblijf, een stal, een weiland met twee paarden en een 'eigen stuk bos' verscholen. Wat een bijzondere plek!

Na een wandeling over het terrein praatten we binnen gezellig bij onder het genot van thee en cake, alvorens we de terugweg richting de 'bewoonde wereld' aflegden. Het was inmiddels pikkedonker en ik moest voorzichtig manoeuvreren om de diepe kuilen van het zandpad te ontwijken. 'Driving home for Christmas' klonk op de radio. Kerstavond was al begonnen en alles wees erop dat hier in het bos een 'Stille Nacht, Heiïge Nacht' in het verschiet lag.

Nadat ik dit stukje had geschreven realiseerde ik me dat ik onze zoektocht op de dag voor kerst wel wat heb aangedikt. Maar ach, volgens mij is dat met verhalen die zich eind december afspelen al van oudsher het geval...

woensdag 21 december 2016

Op tafel

Gisterenavond aten we chinees en vroeg Bastiaan waarvan die lekkere saus van de Foe Yong Hai van is gemaakt. 'Van gember' antwoorde Wilma, waarna zowel ik als zij 'een vies gezicht trokken'. Zij associeerde de gelige specerij met de boterkoek met gember die haar moeder vroeger wel eens maakte en waar ze op z'n zacht gezegd niet zo gek op was. Mij deed het denken aan de blokjes kaas met gember die vroeger werden geserveerd tijdens verjaardagen. Die waren ook niet echt mijn favoriet.

Ik realiseerde me toen dat wat in mijn jeugd bij verjaardagen op tafel stond eigenlijk flink afwijkt van wat vandaag de dag wordt genuttigd. En dan heb ik het niet alleen over de glaasjes met sigaretten... In gedachten zie ik m'n opa's zitten met een jonge jenever of met een citroentje met suiker. De dames dronken bessenjenever en ook een advocaatje (met slagroom!) behoorde tot het standaardrepertoire. Ook maakte mijn moeder voor de verjaardagsvisite (vrijwel) altijd een grote kom bowl; een lekkernij die vandaag de dag volgens mij niet vaak meer wordt opgediend.

Daarentegen hebben bijvoorbeeld nootjes de 'tand des tijds' wel doorstaan. Al zijn het vandaag de dag vaak exotische, Japanse of borrelnootjes en waren het vroeger vooral de doodgewone pinda's (ik hoop trouwens niet dat ik er - in deze tijden van lange tenen - last van krijg dat ik dit stukje begin met een chinees en het een paar regels verderop over pinda's heb). Pinda's zijn er natuurlijk al heel lang, al waren ze vroeger niet zo ruim voorradig als tegenwoordig. M'n vader vertelde me dat net na de oorlog zijn neef Harry op een gegeven moment aan hem vroeg of hij z'n pinda al had gehad. Een van z'n vrijgezelle tantes trakteerde de kinderen van de familie op pinda's. Op één pinda per kind wel te verstaan(!)

Goed bedoeld natuurlijk, maar het contrast is groot met de wereld anno 2016. Ook straks tijdens de feestdagen eten we ons buikje weer rond. En dat is een ieder gegund, al moeten we niet vergeten dat niet iedereen op onze planeet het even goed heeft als wij. Dus tel je zegeningen en erger je niet te veel aan die lange rijen voor de kassa's tijdens de kerstinkopen, aan de boom die uitvalt of aan het feit dat we geen witte kerst hebben. Vergeleken bij alle échte problemen in de wereld zijn dat 'peanuts'...


donderdag 15 december 2016

Beslagen ramen

Het heeft er vanaf de buitenkant vast raar uitgezien. Eerst die zwaar beslagen ramen en daarna die transpirerende mannen en vrouwen in felgekleurde pakken, die ongeveer naar buiten vielen toen de deuren opengingen. En dat op een winteravond midden op de Coolsingel!

Omdat de treinen afgelopen zondag niet stopten op de stations Rotterdam-Zuid en Rotterdam-Stadion vanwege werkzaamheden aan de perrons moesten de 12.000 deelnemers aan en de vele toeschouwers voor de Bruggenloop maar zien of het lukte om met de tram bij het Feyenoord-stadion (en na afloop weer thuis) te komen. Ondanks het feit dat extra trams waren ingezet was het proppen geblazen. Wanneer er weer een tram aankwam kregen velen de neiging om een aanloop te nemen om daarna een duik tussen de open tramdeuren door te nemen. Maar volgens mij kwamen uiteindelijk alle loopbroeders en -zusters heelhuids bij de start aan.

Foto Facebookpagina Bruggenloop (B. Hoogveld)
Je leest wel vaker dat samen sporten verbroedert. Ook bij hardlopen is dat zeker het geval. De Bruggenloop is daar bij uitstek hét voorbeeld van, niet in de laatste plaats vanwege de kerstmuziek door live-bandjes en dance-versies die allerlei deejays uit de boxen laten knallen. Maar ook omdat het langzaam donker wordt en dat dan de lampjes die de duizenden lopers om hun armen hebben een lang groen lint door Rotterdam vormen. En dan nog natuurlijk de start en finish bij die mooie oude Kuip, met kleedruimtes aan de rand van het veld waar de club van 'hand in hand kameraden' speelt. Als dat geen saamhorigheid veroorzaakt!

En na afloop met z'n allen vacuumgezogen in een tram staan schept natuurlijk ook een band. Al is dat wel een zweetband...

donderdag 8 december 2016

Knallende ballonnen

Onderaan de roltrap van het winkelcentrum waar we regelmatig komen staat zaterdags altijd een surinaamse of antilliaanse man die ballonbeestjes vouwt en liedjes zingt, waarbij hij zichzelf begeleidt op de gitaar (bij dat zingen dan, niet bij het ballon-vouwen - dat zou pas écht knap zijn). Ik heb respect voor dat soort mensen. Hij fleurt de ongezellige parkeergarage op met zijn felgekleurde ballonnen, zijn vrolijke liedjes en zijn gelach om z'n eigen grappen.

Toen ik onlangs met m'n winkelwagen naar de auto liep passeerde ik een jong ventje die achter z'n ouders aanliep en trots naar zijn kleurrijke ballon-hondje keek. 'Pang!' hoorde ik kort daarop, gevolgd door een schaterlach van het kleine mannetje. 'Pang!', nog een keer, niet lang erna. En wéér die schaterlach. En ging dat nog een paar keer door, waarbij ik me afvroeg uit hoeveel ballonnen een hondje in hemelsnaam bestaat...

Maar ik realiseerde me vooral dat het dus maar net is hoe je tegen zaken aankijkt. Deze jongen tilde niet zo zwaar aan het klappen van de ballon, maar lachte zich een deuk om het leuke knal-geluid. De meeste kinderen huilen als hun ballon klapt, maar eigenlijk is een klappende ballon leuker dan een die langzaam verschrompelt of per ongeluk wegvliegt.

Ik zocht nog naar de moraal van dit verhaal, maar kwam niet echt ver. Wat 'luchtiger' reageren op kleine tegenslagen misschien?  

donderdag 1 december 2016

Zoltan

Vorige week fietste ik van het centrum van Rotterdam naar huis met een grote plastic tas aan m'n stuur. In die tas zat een legpuzzel van de nieuwe film-rage Trolls voor ons jarige nichtje Veerle.
Ik reed voorzichtig, want moest denken aan die keer - lang geleden - dat ik met een plastic tas met een paar ordners aan m'n stuur naar huis fietste.

Wat er in die ordners zat weet ik niet meer. Maar ik was een jaar of 17 en was bij m'n neef René geweest, dus het zouden zomaar Top 40's of zo kunnen zijn geweest. Ik zou naar huis fietsen om een hapje te gaan eten en daarna zou hij me komen ophalen om naar de film te gaan.

Maar halverwege de fietsrit - op een donker weggetje tussen Dubbeldam en Dordrecht - gaf m'n knie de plastic tas met ordners een zet, die m'n stuur een zwieper gaf waardoor ik met fiets en al op de grond duikelde.
Een zere bortskas, kapotte hand, blauw oog, tand door m'n lip en flink bloedende kin waren het gevolg van de smak op het asfalt. Zo goed en kwaad als het ging fietste ik toch maar naar huis, waar m'n moeder met pleisters en verband eerste (en afdoende) hulp verrichtte.

Toen na het eten René aanbelde strompelde ik naar de voordeur en deed ik open. Hij dacht dat ik een geintje maakte, want hij zag degene die hij pakweg een uur eerder nog had gezien, maar nu beplakt met de inhoud van pakweg een halve verbanddtommel. Dus vertelde ik hem van m'n valpartij.

Daarna gingen we toch maar naar de bioscoop, naar de horrorfilm 'Zoltan, Hound of Dracula'. Ik weet nog goed dat ik het een dramatisch slechte film vond, al zou dat ook kunnen zijn omdat ik 'm met m'n halfdichte oog niet goed kon volgen.
Ik heb gedurende de film vooral m'n pijn zitten verbijten, weet ik nog. En als ik schrok deed alles nog meer pijn. 

Nee, aan 'Zoltan, Hound of Dracula' heb ik geen goede herinneringen. Ik hoef er ook geen legpuzzel van.

donderdag 24 november 2016

Tumult in Dordt

In april 2015 vierde koning Willem-Alexander zijn verjaardag in Dordrecht. Op die zonnige maar frisse voorjaarsdag liet de stad zich van haar beste kant zien. De NOS bracht de gezellige drukte in de binnenstad in beeld en deed live verslag van onder meer een parade van schepen bij het Groothoofd, een vaartocht door de havens, een kort concert in de Grote Kerk, de opening van 'Het Hof van Nederland' en een muziekfeest op het Statenplein.
Na afloop voelde het als een uiterst geslaagde dag.

Maar waarom werd de vaartocht op het laatste moment eigenlijk aangepast en voer men niet onder de Roobrug door? Waarom liep het programma zo uit? Waar waren al die mensen van de beveiliging en de politie nou zo druk mee? En hoe zat het nou met die bekende Dordtse zanger die de koning achteraf z'n excuses aanbood? Het voorval bij de Beulstoren haalde de nieuwsberichten niet en maar een beperkt aantal mensen viel het op dat de politie de dag na Koningsdag een macaber klusje in de Oude Maas uitvoerde.

Binnenkort verschijnt 'Tumult in Dordt - het Geheim van Koningsdag'; een fact-fictie-roman in de stijl van Tomas Ross, die de lezer niet alleen die feestelijke dag laat herbeleven en daarbij de geschiedenis van Dordrecht centraal zet, maar die ook antwoord geeft op de hierboven genoemde vragen.

donderdag 17 november 2016

De bel

Wanneer ik met ons witte hondje Moos wandel voelen we ons soms een beetje Samson en Gert (al heeft onze Samson soms ook wel wat met K3: kakken, kabaal maken en keihard rennen). En sinds kort voel ik me nog sterker verwant met deze Belgische kindervrienden, want de standaard-opmerking in hun serie 'ik moest kloppen, want de bel deed het niet' slaat nu ook op de situatie bij ons thuis. Wilma hing een paar dagen geleden een papiertje naast de voordeur met 'Als de bel het niet doet, werkt kloppen op het keukenraam goed!'.

Inderdaad horen we de laatste tijd de bel soms niet. Soms lijkt hij het echt niet te doen, maar het komt ook regelmatig voor dat Bastiaan vanuit zijn kamer 'DE BEL GAAT!!!' roept. Het zou dus ook zo maar kunnen dat Wilma en ik wat minder goed horen dan vroeger. In ieder geval moeten we er binnenkort iets aan doen.

Dat doet me denken aan dat mijn vader vertelde dat hij toen hij nog bij zijn ouders woonde zo'n 'uitslaande' richtingaanwijzer die vroeger op auto's zat achter de tv had gemonteerd. Omdat ook zij vaak de bel niet hoorden veerde die verlichte richtingaanwijzer naast de tv op wanneer er buiten iemand op de voordeurbel drukte. Hij vertelde me laatst wel dat zijn vindingrijke idee niet lang is gebruikt. M'n grootouders schrokken zich waarschijnlijk telkens het apezuur wanneer middenin een spannend programma de felverlichte richtingaanwijzer opveerde.
Nou hadden wij tot enkele maanden geleden ook iets vlakbij onze tv dat bij het horen van de bel opveerde (en blafte), maar onze Samson-kopie is inmiddels hoogbejaard en hoort de bel waarschijnlijk alleen nog wanneer we hem zouden vervangen door een kerkklok.

Over kerkklokken gesproken. Een paar dagen terug lag ik zo ongeveer achterstevoren en ondersteboven voor en in de kledingkast op Bastiaans kamer. Ik was bezig met het meten, zagen en klikken van laminaat en plintjes in allerlei onmogelijke hoekjes. Dat ging niet ín een vloek en een zucht, maar wel mét een vloek en een zucht, zal ik maar zeggen. Ineens hoorde ik de deurbel (!) en omdat ik alleen thuis was kroop ik kreunend uit de knoop en liep ik de trap af, naar de voordeur.
Daar stond een man die zei het graag met mij te willen hebben over hoe ik met God kan communiceren. Ik vertelde hem dat ik geen interesse had, maar had hem eigenlijk moeten zeggen dat ik daar toevallig net mee bezig was tijdens mijn laminaat-klus.

Maar dat soort dingen denk ik dus alleen en zeg ik natuurlijk niet. Overigens kom ik in de praktijk niet veel verder dan het (liefst twee keer) hardop uitspreken van het bijvoeglijk naamwoord 'gloeiende'. Ondanks dat hoop ik dat degene die ik aanroep me net zo slecht hoort als ik de voordeurbel.

donderdag 10 november 2016

Uitzicht op de brug

Onlangs zag ik Youtube een interview met een nog jonge Amy Winehouse, dat plaatsvond exact op de plek waar nu 'mijn' kantoor staat. Jaren voordat het ruige leven van een popster zijn tol eiste zat ze te vertellen over haar wensen en ambities op de plek waar ik vandaag de dag achter m'n pc zit en vergader.

Het is natuurlijk best een fotogenieke plek, met uitzicht op de Erasmusbrug. Zeer regelmatig zie ik tv-reclames die vlakbij mijn werkplek zijn opgenomen.
En vorig jaar kwam ik in m'n lunchpauze Huub Stapel tegen op de brug, terwijl hij werd gefilmd voor de serie 'Flikken Rotterdam'.

Langer geleden zag ik op de Nieuwe Maas optredens van bijvoorbeeld Vangelis, Andrea Bocelli en Lionel Richie en ook tijdens de jaarlijkse Wereldhavendagen zijn er artiesten te bewonderen.
De afgelopen week, toen in Ahoy de uitreiking van de Europese MTV-awards plaatsvond, stond er met enige regelmaat een cameraploeg op de kade met zo'n hengelmicrofoon boven iemands hoofd. Punt is alleen dat ik de sterren van vandaag de dag niet herken.
Op internet zag ik foto's van Bruno Mars in een winkel op de Lijnbaan, maar als hij me de weg naar de Coolsingel had gevraagd had ik hem niet herkend.

Toen een kleine 20 jaar geleden de Erasmusbrug er nog maar net stond, vond op mijn huidige werkplek een indrukwekkende hetdenkingsbijeenkomst plaats omdat 50 jaar ervoor de Marshall-hulp van start was gegaan. Toenmalig burgemeester Peper had president Clinton via de mail uitgenodigd om de viering bij te wonen.

Niet alleen de president zelf was overigens gestrikt; ook Bill's vrouw was eeeh... de sigaar.

En ik kan het mis hebben hoor, maar begrijp ik nou goed dat Hillary deze week geen president is geworden omdat dat Rotterdamse mailtje destijds naar haar privé-mailadres is gestuurd?
Lullig dan dat het zo gelopen is. Helemaal omdat burgemeester Peper het bonnetje van de rekening van het feestje destijds niet heeft bewaard.

donderdag 3 november 2016

Loop

Afgelopen zondag deed ik mee aan de Drechtstadloop; 10 kilometer door de binnenstad en het groene buitengebied van mijn geboorteplaats Dordrecht.
Hoewel 's nachts de wintertijd was ingegaan voelde het voorjaarsachtig aan; de start temidden van felgekleurde shirts en broeken op het zonnige Statenplein, de vrolijke toeschouwers langs de kant en het lopen door de natuur waar de bomen en struiken hun best hadden gedaan om de blaadjes nog even niet te laten vallen.

De wintertijd was dan wel ingegaan, de winter zélf leek dit weekend nog ver weg. En ondanks (of dankzij) de lekkere hapjes die de avond ervoor werden geserveerd tijdens het verjaardagsfeestje van m'n neef heb ik heerlijk gelopen.

En weet je wat ook zo lekker is aan sporten? Dat je erna zonder een groot schuldgevoel de verbrande calorieën weer kan aanvullen.

Op de terugweg naar huis passeerde ik op de Spuiboulevard de vol oliebollen en appelflappen liggende vitrine van Ron's Gebakkraam. Daar haalde ik een heerlijke Berlinerbol. Zo kon ik na de zonnige 10 kilometer-loop toch alvast een beetje aan het idee wennen dat de winter er toch echt aankomt.

Ook in de winterperiode met al z'n feestdagen en lekkere hapjes ben ik trouwens wel te porren voor een loop. Zolang het maar geen buikloop is...


donderdag 27 oktober 2016

Tradities

Toen ik deze week in de krant las dat RTL dit jaar schoorsteenpieten heeft ingeschakeld om ons van kado's en strooigoed te voorzien realiseerde ik me dat het inderdaad niet lang meer duurt voordat de goedheiligman ons land weer aandoet. En dus zal het gedoe over welke kleur nou wel en welke niet goed is nog wel erger worden dan nu al het geval is. Gaan we voor donkerbruin, lichtbruin of zelfs wit? Steeds vroeger in het jaar - lang voordat daar op de deur wordt geklopt en allerlei lekkers in een of andere hoek wordt gestrooid - worden we verleid om onze voorkeur uit te spreken.

Er zijn mensen die het belangrijk vinden dat we tradities in ere houden en die dus niets hebben met die andere kleurvarianten, maar als je het míj eerlijk vraagt geef ik de voorkeur aan varianten die bij deze tijd passen. Een tijd die niet meer zo zwart-wit is, maar kleurrijk.

Sinds ik die met yoghurt-omhulsel heb geproefd vind ik díe het lekkerst. Voor de goede orde: ik heb het hier over kruidnootjes. Vroeger hadden we alleen de traditionele 'gewone' bruine, maar tegenwoordig zijn er allerlei varianten met pure, melk- of witte chocola eromheen. En die met yoghurt dus.

Een goede lezer en/of goed verstaander kan uit het bovenstaande ook opmaken hoe ik denk over de pieten-discussie. Dat een piet er in 2016 een beetje anders uitziet dan in 1946 is volgens mij niet zo gek. Een kind uit deze tijd vergelijkt een schoorsteenpiet toch niet met zijn roetzwarte voorganger uit oude tijden? Als Piet zich maar zodanig schminkt dat hij niet als 'ome Kees' herkend wordt. 

Laten we het vooral gezellig en leuk voor de kinderen houden. Ik verbaas me steeds weer over het fanatisme van volwassenen die voor of tegen veranderingen zijn. Stuur me dus alsjeblieft geen haat-mail als je het niet met me eens bent. Laat Piet me maar slaag met de roe geven of laat hem me in de zak meenemen naar Spanje. Hoewel: dát zijn tradities rondom het sinterklaasfeest die we de afgelopen decennia wél zonder morren hebben veranderd.

'The times they are a-changing' zong Bob Dylan ooit, in de tijd dat het nog traditie was om een aan jou toegekende Nobelprijs in dank te aanvaarden.

donderdag 20 oktober 2016

De gammele gymzaal

De zaal waar ik wekelijks volleybal is de gymzaal van Wilma's vroegere school. En om even een beeld te geven van de kwaliteit ervan: destijds (in de jaren zeventig) mopperde men al over de staat waarin de zaal en vooral de kleedruimte, douches en toiletten verkeerde. Tel daar vier decennia zonder renovatie en met weinig onderhoud bij op en je weet hoe het er nu bij staat. Op verschillende toestellen zitten stickers met "afgekeurd", in de granieten vloer van het toilet zitten scheuren, de douches werken vaker niet dan wel en het zeil in de kleedkamers is nat wanneer het geregend heeft.

Maar er is hoop. In hoog tempo worden sinds een jaar gebouwen in de nabije omgeving van de zaal vervangen door flitsende nieuwbouw (ook Wilma's oude school). Vandaag de dag staat alleen 'onze' gymzaal nog (enigszins) overeind als een relekwie uit ver vervlogen tijden. Ergens volgend jaar gaat ook hier de sloopkogel in en verkassen wij naar een nieuwe zaal.
Ondanks de beroerde faciliteiten volleyballen we fanatiek en met plezier. Net als dat experiment met die kikker die niet doorheeft dat het water in de pot waarin hij zit aan de kook wordt gebracht zijn wij ons niet altijd even bewust van de aftakeling van de locatie.

Over aftakeling gesproken: niet alleen een sportlocatie, maar ook een sportteam zelf moet af en toe worden opgefrist en vernieuwd. Onze kleine vereniging bestaat uit ongeveer dertig mannen en vrouwen en de leeftijd varieert van 17 tot 72 jaar (!), waarbij de eerlijkheid mij gebiedt te zeggen dat het gemiddelde dichter bij de pensioengerechtigde dan de puberleeftijd zit.
Sinds kort heeft een russische medespeler echter twee landgenoten van een jaar of 35 lid gemaakt van onze vereniging. Dat haalt de gemiddelde leeftijd wel weer iets naar beneden. Aan voetbalclubs als Chelsea en Vitesse zie je dat wanneer Russen zich met de club gaan bemoeien dit gepaard gaat met een flinke financiële impuls. Dat is bij onze vereniging niét het geval.

We zijn al blij dat ze contributie betalen...

donderdag 13 oktober 2016

De gore geur

Toen ik een poosje terug in m'n auto stapte draaide m'n maag zich ongeveer om. Waar kwam die stank ineens vandaan? Het rook alsof er een dooie rat onder m'n stoel lag, of rook dat toch anders? (want hoe ruikt een dooie rat in een auto eigenlijk?). Ik keek in de achterklep of onze hond een vorige keer misschien over zijn nek was gegaan (ofzo), maar werd gelukkig niet met het resultaat van zoiets geconfronteerd. Maar wat was het dan wel dat die gore geur veroorzaakte? Had Bastiaan een poosje terug op de achterbank een stuk pizza gegeten en daarvan een restant laten liggen? Het eerste lijkt onlogisch en het tweede nog veel onlogischer...

Ik kwam niet achter de oorzaak, maar Wilma even later wel... Ze was naar de auto gelopen om iets uit het dashbordkastje te pakken, leunde met een hand op de vloer voor de bijrijderstoel en ontdekte dat de automat die daar lag doorweekt was en dreef!! Sinds de stortregens van een paar dagen ervoor stond er een laag water in onze auto! Even drong bij mij het beeld zich op van een verroeste en half vergane grondplaat, maar zo oud is onze auto niet echt. Bovendien is het handige daarvan dat het water meteen weer zou weglopen. We constateerden dat er waarschijnlijk een raam op een kiertje had gestaan tijdens een enorme stortbui (hoewel het daarvoor wel erg veel water was).

Met een grote spons depte ik zo'n twee emmertjes water van de vloer waarna ik besloot de stank te verminderen door zo'n potje lavendel-geur in de auto te zetten. Zo kwamen we bovendien - een paar weken voor onze zomervakantie - alvast een beetje in Zuid-Franse sferen, was mijn idee erachter. Toch bleek het achteraf niet zo'n goed idee. Vanaf dat moment rook onze auto namelijk niet naar een glooiend lavendelveld, maar naar een Franse beerput met een goedkope luchtverfrisser. Er zat niets anders op dan veel met open ramen te rijden en de tijd haar werk te laten doen tot het stankprobleem was opgelost.

We waren het hele gedoe alweer vergeten toen Bastiaan vorige week - na weer een aantal plensbuien - wéér op een drijfnatte automat stapte... En kort erna kwam ik erachter dat in de autodeuren een laag water stond! Ik belde de garage en kreeg te horen dat dit vaker voor komt. Al het regenwater dat (o.a. langs de rubbertjes van de autoramen) de deur inloopt wordt normaliter keurig door gaten onderin de deur weer afgevoerd, maar als die verstopt zitten loopt het water de auto in.

De garage heeft het probleem inmiddels verholpen en toen ik daarna weer in m'n auto stapte rook hij weer als nieuw. Tja, die slimme garagehouders hebben veel effectievere geurtjes om iets weer als nieuw te laten ruiken dan dat goedkope schijtluchtje dat ik had gebruikt.

donderdag 6 oktober 2016

The Price Of Love

Vanaf het moment dat ik in 1975 'Love is the drug' op de radio hoorde stond Roxy Music op mijn denkbeeldige lijstje van "toffe bands" (om een beetje bij het woordgebruik van de jaren zeventig te blijven). En zanger Bryan Ferry vond ik - in de goede betekenis van het woord - een aparte verschijning, net als generatiegenoten David Bowie en Alice Cooper (al was die laatste wel héél bijzonder).

In 1984 ging ik op kantoor samenwerken met een jongedame die een enorme fan van Roxy Music en Bryan Ferry bleek te zijn. Ze vertelde me dat ze met een vriendin regelmatig naar hun concerten ging en dat ze vrijwel alle platen van Roxy en Ferry had. 'Ik heb er geloof ik maar één' zei ik: 'The Price of Love'.

Daarop gaf mijn nieuwe vrouwelijke collega aan dat ze dié nou net niét had en dat ze hem graag van me zou willen overnemen om haar verzameling compleet te maken. Ik wilde haar best een plezier doen, maar kon er niet makkelijk afstand van doen. Het was een van m'n favoriete plaatjes en niet zo maar een singel: het was een EP met vier nummers met een hoesje van stevig karton in plaats van papier. Maar uiteindelijk ging ik overstag en verkocht ik het aan haar.

Jaren later waren we geen collega's meer, maar hadden we inmiddels wél 'Let's Stick Together' tegen elkaar gezegd. Wilma zei me toen dat ze het destijds een beetje flauw had gevonden dat ik geld had gevraagd voor het singeltje, dat inmiddels immers onderdeel was van onze gezamenlijke platencollectie. Ik antwoordde dat we destijds collega's waren en ik nog niet wist dat het 'More Than This' zou worden. Dat begreep ze wel.

Op het moment dat ik dit tik zit Wilma, nog altijd met dezelfde vriendin, in Carré te genieten van Bryan Ferry. Net zag ik op Facebook nog een stukje live-film van de zanger die ze gisteren 'de man van mijn dromen' noemde. Dat laatste is voor mij trouwens geen probleem hoor. Ik ben niet zo'n 'Jealous Guy'.

donderdag 29 september 2016

Stil of tril

Gisteren was ik op uitnodiging van Rijkswaterstaat bij een bijeenkomst in kantoortoren Westraven in Utrecht. Dat gebouw - dat pal naast de A12 staat - heet in de volksmond de 'triltoren', omdat het in 2012 het nieuws haalde vanwege het feit dat er sprake was van onverklaarbare trillingen. Nadat alle 1500 medewerkers vanwege de veiligheid maanden op andere locaties moesten werken kwam men er achter dat de glazenwassersinstallatie de oorzaak was. 
Ik was er gisteren op een bijeenkomst van de campagne Kies de Beste Band. Vertegenwoordigers van onder meer de BOVAG, de ANWB, TNO-Delft, milieu-organisaties en verschillende overheden dachten na over hoe producenten, leveranciers, garagebedrijven en automobilisten gewezen kunnen worden op de voordelen van veilige, energiezuinige en stille autobanden met een juiste bandenspanning. TrippleA-banden met een goede spanning zorgen voor veel minder brandstofgebruik en minder geluidhinder in onze straten en liggen steviger op de weg. Ze zijn maar iets duurder dan andere banden, maar omdat minder brandstof wordt gebruikt ben je in no-time juist goedkoper uit.

Onder de ongeveer veertig aanwezigen was ook voormalig Formule1-coureur Jan Lammers. Hij vertelde over zichzelf en over Max Verstappen en gaf onder meer aan hoe belangrijk goede banden zijn voor coureurs en hoe nauwkeurig ze de temperatuur en de spanning ervan in de gaten kunnen houden. Eigenlijk zou ook de 'gewone' auto-industrie dat soort technieken moeten toepassen, vond hij.

Na z'n presentatie bleef Lammers nog even hangen voor een bakkie koffie, maar daarna moest hij - zei hij - snel weer ergens anders heen. 'Met goed opgepompte banden' voegde hij er nog lachend aan toe.

Gelukkig maar, dacht ik bij mezelf. Doe maar voorzichtig en rustig. Het gebouw kon al niet tegen een glazenwassersinstallatie, laat staan een wegsjezende Formule1-coureur.

donderdag 22 september 2016

Smart phones en domme gebruikers

'Ik moet (van mezelf) deze week nog iets op m'n blog schrijven!', dacht ik net op de fiets naar huis, gedisciplineerd als ik ben. Maar waarover dan? Ik prakkiseerde me suf. Die reünie met klasgenoten van de lagere school, dat etentje met m'n volleybalcollega's? Best gezellig allemaal, maar levert het een leuk stukje op..?
Want dát had ik mezelf min of meer voorgenomen, toen ik een kleine tien jaar terug begon met deze blog-pagina.

En net toen ik dat dacht maakte het fietsende schoolmeisje dat ik wilde passeren een enorme zwieper, waardoor ik ze maar net kon ontwijken. Ze hing voorover op haar stuur gezellie te whatsappen. Pfff... Je wil niet weten hoe vaak ik dit soort slingerende scholieren passeer!
Of ik moet remmen voor voetgangers die dankzij hun smartphone zo in hun eigen wereldje zitten dat ze zich er totaal niet van bewust zijn dat ze een fietspad schuin oversteken. En dan heb ik het nog geeneens over de automobilisten die de raarste capriolen uithalen om maar vooral geen Facebookberichtje te missen.
Letterlijk én figuurlijk zijn ze vaak het spoor bijster. De phones worden steeds smarter maar de gebruikers steeds minder smart, lijkt het wel...

Stomtoevallig viel m'n oog na thuiskomst op een krantenartikel over de gevaarlijke afleiding die een mobieltje voor de jeugd is. Dat was voor mij hét teken dat ik het deze keer maar eens moest hebben over ons domme gedrag vanwege de smartphone. 


Punt is wel dat het zo geen leuk stukje dreigt te worden.
Daarom schrijf ik ook meteen maar iets over de lift van ons kantoor. Daar heeft de smartphone slecht bereik, maar veel mensen gebruiken de (verticale) reistijd toch om Facebook of Whatsapp te lezen. Dat kan in ieder geval veel minder kwaad dan op het fietspad of de weg.
Terwijl de lift ons een paar dagen terug stapvoets naar het bedrijfsrestaurant op de 21e verdieping leidde werd mijn collega door haar smartphone weggetrokken uit de echte naar de digitale wereld. Op een gegeven moment las ze (als ik het goed heb) iets over wat ze 's avonds zouden eten. Maar de mede-liftgebruikers hadden geen idee waar het om ging toen ze ineens uit het niets 'O LEUK! LEKKER!' riep.
De anderen reageerden wat verbaasd en lacherig.
'Zit je weer op Tinder te kijken?' vroeg ik haar.

Weer werd er gelachen. En ik zag haar denken 'smart-ass'...

donderdag 15 september 2016

Warm

Ik tik dit stukje iets na acht uur 's avonds. De zon hangt al half achter de horizon, een zwerm druk kwetterende spreeuwen doorkruist de egaal zilverkleurige lucht en de oplichtende strepen achter de vliegtuigen zijn maar kort. Het is weer waar zelfs ik een beetje dichterlijk van wordt...

Ik zit op de tuinstoel met een bakkie koffie naast me en voor mij doet de tuinsproeier z'n best om de uitgedroogde aarde van water te voorzien.

Bastiaan en ik hebben net, na werk- en schooltijd, verkoeling gezocht door een duik te nemen in de Kralingse Plas. Een 'mini-mini-vakantiegevoel' noemden we het, toen we ons even later - liggend op onze handdoeken - door het avondzonnetje lieten opdrogen.
Weerrecords worden gebroken. Overdag boven de dertig graden en 's nachts niet onder de twintig.

Ik hoor mensen mopperen en snap natuurlijk dat niet iedereen er even goed tegen kan. Maar ikzelf vind het vooral heerlijk en geniet van het zomergevoel zo lang het nog kan. Er komen vast nog meer dan genoeg sombere regendagen.

Wél hielden we de laatste dagen overdag de ramen en deuren zo veel mogelijk dicht. Niet alleen om de warmte buiten te houden, maar ook omdat achter onze tuin een enorme herrie werd geproduceerd door een machine die in het asfalt een diepe richel van zo'n 20 cm breed heeft gefreesd. Ik hoopte eerst dat om ons huis een slotgracht werd aangelegd die voor wat verkoeling zou zorgen, maar kwam erachter dat het te maken heeft met het vervangen van de gasleidingen in onze wijk.

Tja, wat moet dat moet! Ooit houdt deze zomer op. En ook in de andere seizoenen willen we er warmpjes bij zitten.

donderdag 8 september 2016

De school en de oorlog

'Jasmijn gaat vandaag in de klas jouw boek laten zien!', luidde het whatsapp-berichtje dat m'n broer me stuurde. Bijgevoegd was een foto van mijn 7-jarige nichtje die trots poseerde met 'Granaatsplinters in het plafond', dat ik een paar jaar terug schreef naar aanleiding van mijn vader's verhalen over hoe hij als jong jochie de oorlog had beleefd.

De kinderen uit de klas van de oudste van m'n broer hadden te horen gekregen dat ze iets naar school moesten meenemen dat met de oorlog te maken had. Ik stel me zo voor dat ze toen ze was thuisgekomen had rondgekeken en nadat ze haar blik hadden laten glijden langs de flatscreen-tv, iPad, combi-magnetron en vaatwasser in de boekenkast de zwartwitte omslag van mijn debuutroman ontdekte. 

Maar ik denk dat ik het nu romantiseer. Hoe dan ook vind ik het hartstikke leuk dat m'n nichtje als mijn PR-assistente slinks mijn boek onder de aandacht brengt. Nu maar kijken of de verkoopcijfers de weg naar boven weer weten te vinden. Het jacht dat ik na verkoop van de eerste druk heb aangeschaft kan wel weer een opknapbeurtje gebruiken.

Toevallig stuitte onze eigen Bastiaan onlangs bij het opruimen van zijn kamer op een boekbeschrijving die hij in 3VWO had gemaakt. Een beschrijving van...
'Granaatsplinters in het plafond'. Ik wist me weer te herinneren hoe hij destijds aan de lerares had gevraagd of het beschrijven van een boek van z'n eigen vader binnen de regels viel. En dat was blijkbaar het geval.

Ik had de boekbeschrijving zelf echter nooit gelezen, dus ging er eens goed voor zitten en was aangenaam verrast.

Het leek wel een officiële boekrecensie!  Hij wist de essentie goed te pakken, kraakte (voorzichtig) wat kritische noten maar gaf het boek uiteindelijk een negen...

Ik keek er wel van op dat de lerares onderaan de boekbeschrijving 'De aanslag van H. Mulisch ook wat voor je?' had neergepend.

Want begrijp ik nou goed dat er iemand anders nóg een boek over de oorlog heeft geschreven?

donderdag 1 september 2016

De fietstas

Het was boven de 30 graden toen ik vorige week naar huis fietste, om met z'n drietjes naar de tandarts te gaan voor de halfjaarlijkse controle. Dus ik fietste niet over de steile Erasmusbrug, maar nam het pontje tussen Feijenoord en Kralingen om boven het water even heerlijk af te koelen. Toen ik een kwartier later thuis kwam parkeerde ik m'n fiets in de schuur en greep ik gedachteloos naar de altijd aan mijn bagagedrager vastgeklikte tas.

M'N TAS !?? Er zat niks aan m'n bagagedrager vastgeklikt !!! Ik schrok me het apezuur. Op het pontje hing-ie nog aan m'n bagagedrager. Maar daarna? Shit... in m'n tas zat onder meer m'n iPad...
Ik stormde naar binnen en vertelde snel tegen Wilma dat ik m'n tas was verloren en meteen dezelfde weg terug ging fietsen. Ik hoorde nog zoiets als 'wat.. eeh.. oké', maar eigenlijk was ik toen alweer vertrokken. Ik vermoedde dat de tas van m'n fiets gevallen kon zijn toen ik in 'n natuurgebiedje van een grashelling was afgefietst. Stevig doortrappend belde ik Wilma met de vraag of ze met de auto ook alvast richting de grashelling kon rijden. Mocht ik de tas daar vinden, dan kon ik daar m'n fiets wel even parkeren en konden we met de auto naar de tandarts.
Maar helaas: bij de helling was geen tas te bekennen. En onderweg had ik niemand zien lopen met iets wat leek op een gevonden tas. Sowieso kwam ik weinig mensen tegen. Die waren wel wijzer en hadden op deze loeihete dag het water opgezocht in plaats van te gaan wandelen in een natuurgebiedje. En ik maar fietsen...

Nadat ik de tandarts had gebeld en had uitgelegd waarom we later zouden zijn zag ik onze auto aankomen en vroeg ik Wilma mij te volgen naar de aanlegsteiger van het pontje. Daar aangekomen trof ik een man die heerlijk in z'n zwembroek zat te zonnen aan de kade. Ik vroeg of hij wist of er een tas gevonden was.
Dat bleek het geval! Wat een opluchting! Bij het fietsen over de metalen steiger naar de kade was de tas van m'n bagagedrager gevallen. Fietsen op die steiger maakt zo'n herrie dat ik 'm blijkbaar niet had horen vallen! Men had 'm meegenomen het pontje op, en die pont lag nu aan de overkant.

Er restte niets anders dan te wachten tot hij terug aan deze kant was. Ik belde de tandarts nogmaals en we besloten onze afspraak dan maar te verplaatsen naar over twee weken. Vrouw en zoon gingen met de auto alvast terug naar huis. Op een gegeven moment kwam het pontje langzaam aanvaren. Ik wachtte nog even met het verder de steiger oplopen en constateerde tot mijn grote verbazing dat-ie rechtsomkeer maakte en weer naar de overkant vertrok!!!
'Nou ja zeg!' zei de man in zwembroek. 'Hij zag je waarschijnlijk niet en had blijkbaar ook niemand aan boord om hier af te zetten!'
Een kwartier later stond ik dus wél duidelijk zichtbaar op de steiger. Ik was inmiddels gebeld door m'n werk dat men vanaf het pontje had gebeld met de mededeling dat ze een tas hadden gevonden. In m'n tas waren ze een personeelspas tegengekomen. Ik dankte de pont-medewerker hartelijk en klikte de tas stevig vast aan m'n bagagedrager.

Voor ik weer naar huis fietste nam ik nog een paar slokken uit het Aquarius-flesje dat ik bij de benzinepomp had gekocht in de tijd dat de pont heen, weer en weer heen was gevaren. Na al het gefiets op deze warme middag was die zoete energiedrank meer dan welkom. En dat tandartsbezoek was toch pas over twee weken...

donderdag 25 augustus 2016

Opruimen

Vlak voor het einde van de zomervakantie ging Bastiaan akkoord met ons herhaaldelijke, dwingende verzoek om z’n kamer op te ruimen. Want ik weet wel dat puberkamers een rommelbende horen te zijn, maar er zijn grenzen.
Het moet gezegd: onze zoon ging voortvarend aan de slag. Na bureau en grond ging hij met de laden en kasten aan de slag. En vanaf dat moment ging hij af en toe even op z’n gemakkie zitten, omdat hij ‘iets van vroeger’ tegenkwam waar hij leuke herinneringen aan had. Werkstukken uit de lagere schoolperiode, oude voorlees- en kijkboekjes en ook het 9 maanden dagboek waarin we schreven wat er gebeurde in de periode voor hij geboren werd. En hoewel zijn eerste levensjaren voor mij nog altijd als vrij kort geleden aanvoelen, besefte ik - bladerend door de hardkartonnen plaatjesboekjes - dat de tijd snel gaat.

Overigens ben ik zeer terughoudend geweest met het helpen opruimen. Ik ben daarin namelijk wel eens te fanatiek. Zo heb ik tijdens de vakantie in zo’n opruimbui zijn ‘nachtbeugel’ weggegooid. Nadat enkele jaren geleden een beugel zijn tanden keurig recht heeft gezet adviseerde de orthodontist om tot z’n 21ste ’s nachts een beugeltje te gebruiken om te zorgen dat het zo keurig blijft. En aan dat soort opdrachten houdt onze zoon zich nauwgezet.
Maar na het broodsmeren in de caravan ruimde ik het kleine aanrechtje op. En naast dingen als een lege boterpot, lege plastic verpakkingen van vleeswaren en broodresten pakte ik ook een stukje keukenpapier dat ‘krokant’ leek aan te voelen, waarschijnlijk – zo vermoedde ik – omdat er iets mee was schoongeveegd. Toen Wilma me die avond vroeg of ík soms wist waar zijn beugel was (‘hij lag in een keukenpapiertje op het aanrechtje!’) wist ik genoeg…
Na de aanvankelijke verbazing van vrouw en zoon (‘hoe kan je dat nou doen!?’) en mijn reactie daarop (‘wie verwacht er nou een beugel in een keukenpapiertje op een aanrechtje?’) heb ik sindsdien regelmatig de running-gag ‘kijk maar uit dat hij het niet weggooit!’ moeten horen. Ook zei Bastiaan al één dag na mijn weggooi-actie dat het in z’n mond al anders aanvoelde. 

Woensdag gaat onze zoon naar de orthodontist voor een nieuwe nachtbeugel. Hij zal daar ongetwijfeld breed lachend vertellen dat z’n vader zo dom is geweest om z’n beugel weg te gooien. Breed lachend, en met z’n tanden gelukkig nog altijd keurig op ’n rijtje…


donderdag 18 augustus 2016

De handige helper

Op weg naar het zuiden of naar huis overnachten we de laatste jaren regelmatig in zo'n goedkoop hotelletje vlakbij de snelweg in plaats van op een camping. Vorige week deden we zo'n hotel aan in Les Ulis (vlak onder Parijs) en kregen we bij het in een parkeervak duwen van de caravan spontaan hulp van een man die z'n auto net had geparkeerd. Een man met een smal doorgroefd gezicht, lang vettig haar en een grote hoed. We bedankten hem en hij vertrok met z'n maat.

Ik pakte het metalen disselslot (dat voorkomt dat de caravan op iemands trekhaak te plaatsen is) en realiseerde me dat het sleuteltje ervan vorige keer was afgebroken toen ik het van de dissel afhaalde. Maar gelukkig had Wilma nog een reservesleutel. Ik klikte het slot vast, pakte de reservesleutel en merkte toen pas dat het restant van de afgebroken sleutel in het slot was blijven zitten... Shit dus, ik had net m'n caravan zo op slot gezet dat ik 'm zelf ook niet meer kon gebruiken. Wat een sufkop was ik toch!

'Hé, hier ligt een portemonnee!' hoorde ik Wilma op dat moment zeggen. Hij bleek van de man te zijn die ons net had geholpen. Ze liep naar de hotelreceptionist, maar die zei haar dat hij de man niet kende.

Ondertussen brak ik m'n hoofd over hoe ik het metalen slot kon verwijderen. Na het een en ander te hebben geprobeerd dacht ik erover om om dan maar de ANWB te bellen toen Bastiaan ineens 'daar loopt die man van de portemonnee!' riep. Wilma gaf hem z'n portemonnee terug en hij was super-dankbaar.

'Weet u misschien hoe we dit slot kunnen openen?' vroeg ik hem daarna. Want ik schatte (met mijn al dan niet terechte vooroordelen) in dat hij wel wist hoe je sloten kon openen zonder sleutel.
Hij vertelde inderdaad dat hij het metalen slot gemakkelijk kon openrammen, maar dat zijn maatje er beter gereedschap voor had.
Maar die (ik noem 'm voor het gemak even B2) stond nu binnen onder de douche.

Mij schoot te binnen dat ik 20 centimeter lange metalen spijkers had, die ik soms als tentharingen gebruik. En in plaats van een hamer had ik een schuttersput-schepje uit militaire dienst, dat ik op kampeervakantie altijd bij me heb.

B1 reageerde enthousiast. Meteen begon hij te rammen op het slot, maar al snel gaf hij aan dat het niet lukte en we toch maar moesten wachten op zijn handige maatje. Pas nadat hij wegliep om 'm te halen zag ik dat z'n geram op het slot wel degelijk effect had gehad. Het slot was stukje losgeschoten. Een heel klein stukje, maar toch! Na wat gepeuter ging het verder open en kon ik het disselslot verwijderen. Tot onze grote opluchting!

Eenmaal terug in het hotel zochten we B1 en B2 op om te vertellen dat de hulp genoeg was geweest en het probleem was opgelost. Ik zei nog dat we elkaar vandaag drie keer hadden geholpen en dat wij de eerstvolgende keer weer aan de beurt zouden zijn.

Maar dat is niet meer nodig geweest. Bovendien denk ik dat deze twee maatjes wanneer ze ergens hulp bij nodig zouden hebben meer hebben aan vlugge Japie dan aan sufkop Marco.

donderdag 11 augustus 2016

(K)oude grotten

Op het moment dat ik dit tekstje op m'n blog plaats zijn we, na onze vakantie in de Dordogne, alweer in Nederland. In een nat en koud Nederland, met temperaturen van 15 tot 20 graden lager dan we de afgelopen weken gewend waren.

Hoewel... dat is niet helemaal waar. In de druipsteengrot Gouffre de Padirac is sprake van een constante temperatuur van 13 graden. Terwijl Wilma bij de caravan bleef om op de hond te passen bezochten Bastiaan en ik dit indrukwekkende grottencomplex.
Omdat ik vooraf kaartjes via internet had gekocht konden we lange wachtrijen zo passeren en begonnen we al snel via lange trappen de afdalingen. Eerst naar de onderkant van de diepe ronde kloof waar de ingang van de grotten zich bevindt en daarna almaar dieper de grot in, die naarmate we verder kwamen steeds sprookjesachtiger werd. Halverwege de tocht maakten we een vaartocht van een paar kilometer over een in totaal 19 kilometer lange ondergrondse rivier, waarna we langs verschillende hoger in de grot gelegen uitkijkpunten weer langzaamaan naar buiten werden geleid. Een aanrader!

Een paar dagen later maakten we een vergelijkbaar uitstapje naar een heel andere soort grot. De grot van Lascaux is de rijkst beschilderde prehistorische grot ter wereld met tientallen tekeningen van maar liefst zeventienduizend (!!) jaar geleden. Omdat de in 1940 ontdekte grot na openstelling echter zeer gevoelig bleek te zijn voor schimmels en mossen is vlak ernaast Lascaux 2 verrezen; een kunstmatig nagemaakte grot met kopieën van 90% van alle tekeningen uit de originele grot.
Kaarten hiervoor waren niet via internet te koop, en dat bleek al snel een stuk onhandiger. Voor de tickets moesten we naar het een stukje verderop gelegen dorp Montignac, waarschijnlijk om de horeca en souvenirwinkeltjes daar te laten meeprofiteren. Ik volgde de bordjes 'tickets' en reed zo een idioot smal steegje in. Ergens halverwege hoorden we een vrouw gillen, waarna ik naar boven keek en iemand uit een raampje zag hangen die riep dat dit een eenrichtingstraatje was en dat ik tegen het verkeer in reed. Wel grotverdorie, dacht ik bij mezelf. Er stonden nota bene richtingwijzers 'tickets' aan het begin van het steegje! Maar de vrouw had gelijk en heel voorzichtigjes reed ik achteruit het steegje weer uit.

Helaas was de Engelstalige rondleiding pas over enkele uren, dus besloot ik - niet geheel tot tevredenheid van mijn zoon - kaartjes voor de Franstalige versie te kopen. Zo goed en kwaad als het ging vertaalde ik ter plaatse de Franse teksten voor Bastiaan, daarbij geholpen door het feit dat ik hier al eens was geweest en ik de brochure vooraf goed had gelezen. Eén vraag kon ik echter niet beantwoorden. 'Waarom heeft deze grot maar kopieën van 90 en niet van 100% van de originele tekeningen?', vroeg hij.
Ik had geen idee, maar improviseerde dat de rest prehistorische pornografie was...

donderdag 4 augustus 2016

Zonnebril

Het was warm toen we wandelden langs de kraampjes van de braderie in Sarlat-le-Caneda, een van de toeristische trekpleisters van de Dordogne. Wilma en Bastiaan liepen voorop, op zoek naar een nieuwe zonnebril en hopend dat ze ook tegen andere nuttige dingen zouden 'aanlopen'. En een stukje erachter slalomde ik langs toeristen uit alle windstreken met onze jack russel, die bijna struikelde over de uit z'n bek hangende tong.
























Een schaduwrijk terras van een brasserie met een aantrekkelijke menukaart bood uitkomst. En nadat onze honger was gestild (en vooral de dorst gelest) vervolgden we onze wandeling door de pittoreske straatjes en pleinen, die waren 'opgeleukt' met kraampjes vol sieraden, T-shirts met gekke teksten, kleurrijke luchtige zomerjurkjes en smartphone-hoesjes.
Verder completeerden (vanwege de vele kastelen in de Dordogne) de plastic ridderhelmen en -zwaarden én allerlei soorten eettentjes het beeld.

En - niet te vergeten - een aantal zwaar bewapende militairen. Want dat hoort helaas ook bij het Frankrijk van vandaag de dag...

Ik troost me maar met de gedachte dat deze krijgsuitrusting in een verre toekomst misschien ook wel een soort van nostalgische gevoelens oproept, net als de plastic zwaardjes nu. 'Halverwege de jaren tien van de 21e eeuw leken die militaire uniformen in het alledaagse straatbeeld nodig', is dan het verhaal erbij. Maar - voegt men er dan aan toe - dat was gelukkig snel weer over. Want toen brak het tijdperk van verstand aan en sinds die tijd leven we wereldwijd in vrede. Ach, een mens mag dromen, zeker in de vakantie-modus.

Overigens vond Wilma op een gegeven moment een zonnebril naar haar smaak. Ikzelf had er geen nodig, want had er vlak voor de vakantie een gekocht. Maar eigenlijk zie ik - al weet ik beter - de wereld bij voorkeur dus niet door een donkere maar door een roze bril.

donderdag 28 juli 2016

Onderweg

We besloten de rit naar de Dordogne in twee dagen af te leggen. 1000 km op één dag met een sleurhut achter de auto is erg veel, zeker wanneer je ook rekening moet houden met vertraging bij de Franse grens en op de rondweg van Parijs. Dus kozen we de eerste avond voor zo'n budgethotel in de buurt van de snelweg, zodat we de volgende dag weer rap kilometers konden gaan maken.

We kwamen uit bij een Akena-hotel nèt boven Parijs bij Saint-Witz (waarschijnlijk genoemd naar een grappige Duitse heilige). Tijdens een avondwandeling ontdekte ik dat Saint-Witz een plaatsje was met sprookjesachtige villa's met zwembaden in allerlei soorten en maten, waarschijnlijk voor de rijkere Parijzenaars die de drukte zijn ontvlucht. Maar ons goedkope doorreis-hotel stond op zo'n typisch Frans Campanille- en McDonaldsterreintje. En zo'n terreintje met goedkope hotels en eettenten van niveau hamburger en sandwich/saintwitz(?) is niet zo fabelachtig mooi.

Hoewel... Toen ik aan het eind van de wandeling de parkeerplaats van het hotel wilde oplopen 'schrok' ik van twee forse, dikke knaagdieren in de natte greppel aan de kant van de weg.

Toen Wilma erna aan de jongeman achter de receptiebalie vroeg wat dat voor beesten waren in de sloot antwoordde hij dat het "ragounda's" waren; familie van de bevers, maar dan met een rattenstaart.

De volgende morgen troffen we de familie van Ed en Willem niet op hun plekkie. Dus vertrokken we zonder afscheid van ze te nemen, op weg naar het verre buitenbos. 

donderdag 21 juli 2016

Rondleiding

Een paar weken terug ontving ik een mailtje van de bibliotheek van Dordrecht. Mijn roman 'Raadsels rondom Dordt' is daar te leen. Omdat in het verhaal veel verwijzingen staan naar gebeurtenissen die zich in Dordrecht hebben afgespeeld leek het de bibliotheek een leuk idee dat ik naar aanleiding daarvan een rondleiding zou geven langs de locaties die ik in m'n boek beschrijf.

Ik was aangenaam verrast door het verzoek maar heb toch maar bedankt. De voorbereidingstijd was erg kort en áls ik zoiets doe wil ik er even serieus de tijd voor nemen.

Afgelopen dinsdagavond moest ik aan de mail van de bibliotheek denken, toen ik met René in tropische omstandigheden een fietstocht maakte om en nabij de Kagerplassen, niet ver van zijn woonplaats.
Soms stevig doortrappend en dan weer lekker relaxed babbelend doorkruisten we een landschap uit pakweg de jaren vijftig en passeerden we kleine plaatsen als Oude Ade, Rijpwetering en Buitenkaag.
Onderweg vertelde René me op een gegeven moment dat we langs de plek reden waar Joop Zoetemelk is geboren (en zijn broer een paar jaar geleden - met dramatische gevolgen - door het ijs zakte), liet hij me fraaie landhuizen langs de oevers van de Kagerplassen zien waar onze koninklijke familie jaloers op zou zijn en fietsten we (een flink stuk) langs de tuin van minister Van der Steur.
En natuurlijk zagen we op deze warme zomeravond ook nog veel meer interessants en moois...

Zo'n lange fietstocht is inmiddels een jaarlijkse traditie. Vorig jaar fietsten we bij míj in de buurt en kon ik onder andere wijzen op de restanten van de steenovens langs de dijk bij Nieuwerkerk, (waar ooit de wereldberoemde IJselsteentjes werden gebakken), stopten we even bij het monument ter nagedachtenis van een van de dijkdoorbraken in 1953, vertelde ik dat we langs het wijkje reden waar onze vorige minister-president woont en liet ik hem - al ben ik geen fan - de plek zien waar 'komiek' Jandino Asparaat zijn nieuwe huis laat bouwen.

'Toch eigenlijk best een leuk idee, zo'n rondleiding door Dordt', dacht ik dinsdag. Maar dan het liefst wel op een warme zomeravond, zodat we hem - net zoals vanavond - kunnen afsluiten op een terras. Met een lekker koud pilsje!

donderdag 14 juli 2016

Niet gekker

'Yooo..., zometeen!' is het antwoord dat we standaard van Bastiaan krijgen wanneer we naar boven roepen met de vraag of hij wil komen eten. Als hij ons tenminste hoort, wat meestal niet direct het geval is omdat hij met z'n koptelefoon opzit.

Het roepen zélf heeft op een of andere manier nog wel iets nostalgisch. Het doet me denken aan toen ik zo oud was als Bastiaan nu. Mijn slaapkamer was ónder de woonkamer, dus mijn ouders hoefden maar op de vloer te stampen om mij te 'roepen', waarbij ze natuurlijk wel moesten zien te voorkomen dat ze met het drum- of bas-ritme van pakweg Queen of Duran Duran meestampten. 
Maar met dat 'zometeen!' als antwoord heb ik meer moeite. Want voor zo ver dat al geen rekbaar begrip was maakt onze zoon het er wel van.

Afgelopen weekend was het eindelijk weer eens weer voor de Skottelbraai en liep ik tussen het roeren in de wokmaaltijd door naar binnen om Bastiaan te vragen of hij naar beneden wilde komen. 'Zometeen!' was natuurlijk het antwoord dat vanuit zijn slaapkamer kwam.
Wilma was in de keuken bezig en ik liep nog een paar keer door de woonkamer heen en weer van de tuin naar de keuken en vice-versa. Toen ik op een gegeven moment weer naar binnen liep was m'n geduld op, deed ik de gangdeur open en riep ik naar boven 'Bastiaan, het is inmiddels tien minuten geleden dat ik je riep!', waarna ik droogjes vanuit de huiskamer hoorde 'euh pa, ik ben híer hoor, al een minuut of tien...'.
Ik was blijkbaar - druk doende - een keer of vier langs hem heen gelopen zonder hem op te merken.

'Het moet niet gekker worden!, zei Wilma nog, waarschijnlijk verwijzend naar mijn onopmerkzaamheid, maar misschien ook naar het feit dat zoonlief dit keer wél vrij snel naar beneden was gekomen.
Afijn, ikzelf kon er ook om lachen en niet mokken maar wokken was het motto!

En eerlijk is eerlijk: ook eergisterenavond was Bastiaan snel beneden toen ik 'm vroeg om de hond en z'n vader uit te laten. We vinden het leuk om af en toe aan het eind van de dag samen in alle rust even een blokkie-om te lopen. Alleen was dit keer van rust geen sprake... In de schemer kwamen we telkens groepjes mensen tegen die door hun smartphone heen om zich heen liepen te kijken. Ze bleken "Pokemon Go" te spelen, dé rage van dit moment waarbij je op zoek moet naar tekenfilmfiguurtjes die - zo lijkt het - in de echte wereld verstopt zitten.

Op een gegeven moment kwamen we een volwassen vrouw (!) tegen die zo met haar smartphone naar virtuele pocketmonsters op zoek was dat ze bijna op onze hond ging staan. 'Hé pas op, deze hond is wél echt hoor!' zei ik tegen haar, maar als een soort zombie liep ze door.

'Het moet niet gekker worden', dacht ik nu ook. Maar ik vrees dat dat wél het geval is...

donderdag 7 juli 2016

Achter-achter-achter

Zo, ook het volleybal-seizoen er weer op. Afgelopen dinsdagavond speelden we voor het laatst een paar spannende potjes voor de zomervakantie aanbreekt. Geen echte wedstrijden tegen andere verenigingen hoor, maar gewoon wat onderlinge partijtjes, waar het er soms toch vrij fanatiek aan toe gaat. Maar bovenal gaat het om het plezier en het bewegen!

De beste volleyballers van de vereniging spelen trouwens wél competitie. Zowel een mix-team als een mannen-team spelen - al jarenlang in vrijwel dezelfde samenstelling - zo'n twintig wedstrijden per jaar in de officiële Nevobo-competitie. Ik ben nog niet zo lang lid van deze vereniging, maar werd een poosje terug gevraagd ook een paar competitie-wedstrijden mee te spelen. Enne... het lag natuurlijk niet (alleen) aan mij, maar letterlijk elk partijtje werd verloren!

Ik sla wel een leuk balletje mee, maar vind het fijn om vast te stellen dat er aan mij geen volleybaltopper verloren is gegaan. Stel je toch eens voor dat ik er nu ineens achterkwam dat ik m'n roeping was misgelopen en een kwart eeuw geleden in een Olympische arena had kunnen schitteren!

In plaats daarvan deed ik vorige week mee met een volleybaltoernooi dat de gemeente had georganiseerd. Ik was pas laat op de hoogte van het toernooi maar er was een team dat vanwege blessures nog spelers nodig had.
Toen ik het wedstrijdschema las zag ik dat het toernooi de naam droeg van iemand met dezelfde achternaam als mijn echtgenote. Het bleek om een achter-, achterneef van Wilma te gaan, die onlangs was overleden. Als eerbetoon aan hem werd bij aanvang van het toernooi een minuut stilte gehouden. Ook waren zijn twee dochters aanwezig (achter-, achter-, achter-nichten van Wilma dus), die vervolgens spontaan besloten om met ons team mee te spelen.

Hoogtepunt van het toernooi was het in ontvangst nemen van een zilverkleurige schaal aan het eind van de avond. 

Een schaal met een heerlijke uitgebreide bittergarnituur. Het in de kantine serveren van de bitterballen ging onze aanvoerder duidelijk beter af dan de services met een volleybal in de sportzaal. Want ondanks onze goede bedoelingen liet het scorebord veel te vaak zien dat we achter-achter-achter stonden.

Er deden zeven teams mee en wij eindigden als zesde. Daar moesten we het mee doen... En aangezien wij mee-doen belangrijker vonden dan winnen, verkeerden we toch een beetje in Olympische sferen.

donderdag 30 juni 2016

Nieuwe smartphone

'Ik Ben al een poosje op zoek naar een nieuw toestel', zei Wilma tegen de bebaarde jongen achter de balie. 'En ik ga voor een Samsung Galaxy S5 Neo!'.
Thuis had ze me verteld dat ze haar nieuwe smartphone graag bij Cool Blue wilde kopen, omdat ze daar de vorige keer zo goed geholpen was. En in zo'n geval Ben ik de beroerdste niet. Deze keer had het even geduurd voor we - na een nummertje getrokken te hebben - aan de beurt waren, maar daarna ging onze koel-blauwe meneer meteen voortvarend aan de slag. Even leek het er zelfs op dat we tien minuten later met een nieuwe telefoon alweer op de stoep zouden staan. Maar een half uur later was dat gevoel weg. En nóg een uur later kon ik het me geeneens meer herinneren...

Dat alles zo lang duurde lag niet aan Cool Blue, werd ons verteld, maar aan de provider. Op een of andere manier had die het door de winkelier te gebruiken programma zo ge-update, dat de prijs waarmee men adverteerde niet meer op de rekening te krijgen was. Telkens wanneer alle specificaties door de Cool Blue-jongen werden ingetikt kwam er een hoger bedrag te voorschijn dan dat van de advertentie.
Een ook koele en blauwe andere bebaarde jongen kwam onze winkelbediende assisteren, maar bereikte ook niet veel. Vele lange telefoongesprekken met de provider volgden en uiteindelijk moest het bedrag dan maar met een of andere kunstgreep handmatig worden aangepast.
Ik zag het allemaal vanaf een afstandje gebeuren, want werd gek van al het wachten. God-zij-dank kon ik de realiteit af en toe ontvluchten door een in de zaak uitgestalde virtual reality-bril. En in de tussentijd heeft Bastiaan zo ongeveer alles wat er in de winkel stond uitgeprobeerd. Wilma zelf kon de tijd gelukkig doden omdat ze wat te lezen had; de tattoo-teksten op de armen van de twee Cool Blue-jongens...

Wéér moest er gewacht worden. Dit keer omdat de provider, met wie kort daarvoor nog was gebeld, goedkeuring moest geven. Ook dat duurde en duurde maar, tot Cool Blue-jongen nummer 2 besloot nog maar eens te bellen. Toen was het zo gepiept!

Twee uur nadat we de winkel waren binnengestapt was alles uiteindelijk voor elkaar en wilden Wilma en ik weer naar buiten lopen. 'Ga je mee ?' vroeg Wilma aan Bastiaan, die zich inmiddels in gadget nummer 386 stond te verdiepen.
'Zometeen!', antwoordde onze zoon.
Wilma wachtte geduldig, maar ik kon dat even niet meer opbrengen en beende stevig door richting de auto, op een afstandje gevolgd door mijn vrouw en zoon. Dankzij de provider zat ik - zeg maar - dichter bij witheet dan bij cool blue. Dat kwam snel weer in orde hoor, zeker toen ik zag hoe tevreden Wilma was met haar telefoon en hoe Bastiaan haar hielp bij het instellen van het een en ander. Maar die provider heeft het bij mij aardig verbruid. Welke provider dat is zeg ik niet. Waarom niet?
Omdat ik nou eenmaal niet zo Ben.

donderdag 23 juni 2016

Bultje

Onze hond Moos had sinds een poosje een bultje op z'n borstkas. Dus toen-ie een paar weken geleden bij de dierenarts onder zeil werd gebracht voor een gebitsbehandeling is meteen een punctie gedaan om te bezien of het iets kwaadaardigs was. Dat bleek niet het geval. Het was een goedaardig bloedbultje, maar om te voorkomen dat onze viervoeter het ding kapot stootte ofzo werd ons geadviseerd het - alweer onder verdoving - weg te laten halen.
Vorige week stapte ik daarom met een in eerste instantie nog kwispelende patiënt Dierenkliniek Kralingen aan de Rotterdamse Oudedijk binnen. En een paar uur nadat ik ons inmiddels niet meer zo vrolijke huisdier daar achterliet kreeg ik een telefoontje met de mededeling dat alles goed was gegaan en dat ik hem weer mocht komen halen. Klokslag twaalf uur stapte ik de behandelkamer binnen en zag ik 'm zitten in een kooitje. Meteen werd hij weer enthousiast. Blijkbaar zag hij me niet meer als bedrieger die hem eerder op de dag op deze vreselijke plek had achtergelaten, maar als de held die hem nu kwam bevrijden.

Toch wel bijzonder dat hij zo kort na de operatie alweer enthousiast was. Al is natuurlijk de ene operatie de andere niet. Ik had diezelfde dag nog in de krant gelezen dat Youp van 't Hek na de zware operatie die hij had ondergaan wel een jasje had uitgedaan. Dat was bij onze Moos niet het geval.

Sterker nog: hem was een jasje áángedaan. Om tegen te gaan dat hij aan de wond zou gaan krabben had de dierenarts hem een stijlvol donkerblauw kostuum aangemeten. Kort daarvoor voelde ikzelf me trouwens ook even 'in het pak genaaid'. De dierenarts noemde een bedrag dat honderd euro hoger was dan dat 's morgens was afgesproken. Desgevraagd zij ze me dat dat kwam door Moos z'n dure pak en het feit dat het verwijderde bultje ook naar het laboratorium zou kunnen worden gestuurd voor nader onderzoek. Wilma en ik vonden dat laatste niet nodig, want er was al een punctie uitgevoerd. En nu ging het er alleen om dat het bultje uit Moos z'n lijf werd verwijderd, en niet ook nog eens een rib uit 't mijne.

Voor ik met de inmiddels weer kwispelende Moos vertrok kreeg ik nog een pijnstiller mee en rekende ik alles af bij de assistente. Die vroeg me of ik een bon wilde, waarop ik 'is niet nodig' antwoordde. 'Ik kom morgen echt niet terug om te vragen of jullie die bult weer willen terugstoppen omdat ik m'n hond mét toch leuker vond', voegde ik nog toe. Daar kon ze zich iets bij voorstellen.

Thuis knapte Moos vrij snel verder op. Eigenlijk had hij nog het meeste last van z'n pak (komt het
woord lastpak daar vandaan?). Telkens wanneer we dat ding uittrokken werd hij enthousiast en begon hij te dribbelen. 
Op een gegeven moment deed Wilma het pak voor de gein aan bij onze kat Sam. Die wist van gekkigheid niet wat hij moest doen. Het beest begon rondjes achteruit te rennen...
We hebben het pak maar snel weer uitgetrokken, maar lachten ons een bult!