donderdag 8 december 2016

Knallende ballonnen

Onderaan de roltrap van het winkelcentrum waar we regelmatig komen staat zaterdags altijd een surinaamse of antilliaanse man die ballonbeestjes vouwt en liedjes zingt, waarbij hij zichzelf begeleidt op de gitaar (bij dat zingen dan, niet bij het ballon-vouwen - dat zou pas écht knap zijn). Ik heb respect voor dat soort mensen. Hij fleurt de ongezellige parkeergarage op met zijn felgekleurde ballonnen, zijn vrolijke liedjes en zijn gelach om z'n eigen grappen.

Toen ik onlangs met m'n winkelwagen naar de auto liep passeerde ik een jong ventje die achter z'n ouders aanliep en trots naar zijn kleurrijke ballon-hondje keek. 'Pang!' hoorde ik kort daarop, gevolgd door een schaterlach van het kleine mannetje. 'Pang!', nog een keer, niet lang erna. En wéér die schaterlach. En ging dat nog een paar keer door, waarbij ik me afvroeg uit hoeveel ballonnen een hondje in hemelsnaam bestaat...

Maar ik realiseerde me vooral dat het dus maar net is hoe je tegen zaken aankijkt. Deze jongen tilde niet zo zwaar aan het klappen van de ballon, maar lachte zich een deuk om het leuke knal-geluid. De meeste kinderen huilen als hun ballon klapt, maar eigenlijk is een klappende ballon leuker dan een die langzaam verschrompelt of per ongeluk wegvliegt.

Ik zocht nog naar de moraal van dit verhaal, maar kwam niet echt ver. Wat 'luchtiger' reageren op kleine tegenslagen misschien?  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten