donderdag 30 april 2020

If you're going to...

Eerder deze week bekeek ik op RTL-Z de documentaire-serie 'Spectaculaire Bruggen', en de eerste aflevering ging over de Golden Gate Bridge. Op dat moment realiseerde ik me dat ik er drie maanden geleden nog van uit ging dat mijn blog van deze week een zelfgemaakte foto van deze monumentale brug bij San Francisco zou bevatten. Toen was het plan nog om er eergisteren te zijn aangekomen en zaterdag weer terug te vliegen, maar op het laatste moment besloot ik van de reis af te zien.
Er verschenen in de pers namelijk wat berichten over een naar virus in China en ik wilde de ontwikkeling daarvan even afwachten... In gedachten zag ik op vliegvelden (Aziatische) mensen met mondkapjes lopen en dat gaf me geen goed gevoel. Ik verbeeld me niks en ben absoluut niet iemand die beweert de toekomst te kunnen voorspellen. En natuurlijk voorzag ik de huidige wereldwijde crisis absoluut niet. Maar wat ben ik blij dat ik m'n gevoel volgde en besloot die reis en het hotel toch nog maar niet te boeken!

Begrijp me goed: ik had nu graag op Fisherman's Wharf tussen de luie zeehonden gelopen of in Alcatraz gezien wat een lockdown écht inhoudt. Maar reizen zit er helaas nu en voorlopig niet in, en al helemaal niet naar het andere eind van de wereld. De Golden gate Bridge is nu echt een bridge too far. Ineens herinnerde ik me dat ik een aantal jaar terug tijdens mijn bezoek aan Lissabon wel de Ponte 25 de Abril - een exacte kopie van de Golden Gate Bridge - heb gefilmd. Maar een kopie is toch wat anders dan het origineel.
Ach ja, dat het nog een poosje duurt voor we kunnen afreizen naar San Francisco heeft ook z'n voordelen. In zijn welbekende hit uit eind jaren zestig raadt Scott McKenzie mensen die naar San Francisco reizen aan om bloemen in het haar te steken. Dat gaat me echt niet lukken, maar als ik nou van de tondeuse afblijf zo lang als de kappers dicht moeten blijven...

donderdag 23 april 2020

Verjaardag

Zo'n drie meter voor me klettert het fonteintje in de vijver, m'n blote voeten leunen op het frisse groene gras en boven me beschermt de grote donkerblauwe parasol me tegen te veel UV-straling. Naast me sprankelt m'n drankje in het glas, de vogeltjes tjilpen en de volledig blauwe lucht is vrij van vliegtuigstrepen.

Er wordt immers nauwelijks gevlogen. Door mensen bedoel ik, want in en rond onze tuin vliegt vanalles en nog wat. Er is zelfs sprake van een soort van geluidsoverlast door de zware zoemtoon van een almaar voorbij vliegende met stuifmeel volgeladen hommel. Dat het in heel de wereld crisis en hommeles is is in mijn achtertuin niet merkbaar. En toch is 23 april voor mij anders dan in andere jaren...

Sinds 1961 mag ik elke 23 april een jaar bij mijn leeftijd optellen. En oké: ik vierde het niet altijd op de dag zélf, maar elk jaar werd er thuis en op school of werk getoost en/of gesnoept op weer een jaartje erbij. Een foto van mijn derde verjaardag en een agenda van 40 jaar terug, die ik als 'feitendagboek' (zonder 'geheimen' of 'emoties') gebruikte, herinnerden mij er zojuist aan dat verjaardagen van ver vóór Corona (het nieuwe B.C.) drukke dagen waren. Ook las ik trouwens 'voetbal gekeken'. In eerste instantie wist ik zo gauw niet meer wat dat ook alweer was (ben tenslotte weer een jaartje ouder geworden), maar nadat ik in hoofdletters de naam van een brandblusmiddel en een Engels woud zag staan, ging ik er van uit dat het om het blussen van een bosbrand ging...
Dit jaar is alles anders dan de andere jaren... Al anderhalve maand ben ik niet op kantoor geweest en spreek en zie ik mijn collega's alleen via telefoon en beeldscherm. En ons huis is niet groot genoeg om de verjaardagsvisite op anderhalve meter van elkaar te kunnen laten zitten of staan. Maar ach, ook in kleinere kring - met m'n gezinnetje - vermaak ik me prima.

Laten we vooral maar voorzichtig blijven, zoals van ons gevraagd wordt. Anders geven we het virus weer een nieuwe kans. En dan zijn we allemaal voorlopig nog niet jarig...

donderdag 16 april 2020

PLUS-punt

Afgelopen zaterdag zette Bastiaan na een dik anderhalf jaar een punt achter het werken bij de PLUS-supermarkt. Hij zette deze (PLUS-)punt om meer tijd te kunnen besteden aan z'n studie en de stage die hij over een poosje moet lopen. En hij was ook wel een beetje klaar met de soms lange dagen met korte pauzes en een cheffin die niet altijd even tactvol was.
Tóch was hij toen hij 's avonds om kwart voor tien thuiskwam ook een beetje weemoedig, want het contact met de collega's was leuk geweest en het is toch weer een periode die wordt afgesloten. Tja, that's life: je slaat een (winkel)deur achter je dicht en er gaat een andere deur voor je open. En alles heeft zo z'n PLUSsen en minnen.
Nou is het natuurlijk wél zo dat Bastiaan afscheid neemt in een rare tijd. Bij elk bezoekje dat ik aan de PLUS breng zijn er (terecht) wéér strengere maatregelen genomen. Voor je de winkel kan betreden wordt je door plastic afzettingen naar je (verplichte) winkelwagen geleid, die keurig wordt schoongepoetst en moeten handen worden gedesinfecteerd.
Volkomen logisch hoor, maar toen ik diezelfde dag bij bouwmarkt Hornbach aankwam voelde het alsof ik in een aflevering van Spel Zonder Grenzen was beland. En dat in een tijd dat er juist overal weer grenzen worden gesloten! Nog voor ik de parkeerplaats opdraaide werd mij een papier met gedragsregels aangereikt wat tevens mijn toegangsbewijs was. En nadat ik mijn auto had geparkeerd werd ik door hekken en op de weg geplakte lijnen naar de winkelkarren geleid en moest ik daarna een afgezet parcours langs afzettingen, lijnen en hulpvaardige medewerkers afleggen.

Ook waren alle paden in de bouwmarkt maar via één kant in te lopen, dus moesten aardig wat extra meters worden afgelegd. En dat met een kar die almaar naar links trok vanwege 10 zakken tuinaarde . Toen ik uiteindelijk de finish (lees: kassa) in zicht kreeg stond inmiddels (gelukkig niet vanwege koorts) het zweet op m'n voorhoofd. Wat een gedoe! Eigenlijk ontbrak alleen de bij Spel Zonder Grenzen altijd aanwezige zeephelling, en die zou nu juist handig zijn vanwege het ontsmetten.

Ik maak er een grapje over, maar begrijp me goed: Ik heb diep respect voor de mensen in de zorgsector en leef mee met mensen die het om allerlei redenen heel zwaar hebben in deze tijd. Heel gehoorzaam hou ik me daarom ook aan de voorgeschreven regels. M'n handen worden zo vaak gewassen dat ze schraal aanvoelen en die 1,5 meter is er bij mij zo ingestampt dat ik de neiging heb om 75 centimeter afstand van de spiegel te houden. Al is het inschatten van lengtes natuurlijk altijd een lastig ding. Misschien een lullig voorbeeld, maar ik heb ooit gelezen dat bijvoorbeeld mannen iets al gauw 'overmoedig' op 25 centimeter inschatten...

donderdag 9 april 2020

Oude bollen

‘Ik zag ook nog een plastic zakje met een paar oliebollen liggen’, zei ik tegen Wilma nadat ik een deel van de zaterdag-boodschappen in de vriezer in de schuur had opgeborgen. Begin januari had ik de overgebleven bollen ingevroren voor een later moment in het jaar.
‘Jôh, gooi toch weg’, was Wilma’s reactie, maar ik antwoordde dat ik ze er nu wel uit wilde halen om ze te eten. ‘En Bastiaan heeft daar ook vast wel trek in!’

Daarin had ik gelijk en ‘s avonds werd mijn kop koffie vergezeld door een in de magnetron opgewarmde bol. De vette hap smaakte nog prima, maar ongewild dwaalden m’n gedachten bij iedere hap verder af naar de tijd van het jaar waar hij bij hoort. Dus naar oudejaarsavonden en nieuwjaarsrecepties waarbij we altijd weer terugblikken op de afgelopen twaalf maanden en elkaar een goed en gezond jaar toewensen.

Nog maar iets meer dan drie maanden terug toostten we op 2020. We schudden elkaar de hand en zoenden elkaar, niet wetende dat dat gedrag niet lang erna absoluut niet meer getolereerd zou worden. Toen we met z’n allen voor het laatst (!) het consumentenvuurwerk hoorden knallen bij het ‘deleten’ van 2019 en het ‘installeren’ van de 2020-update wisten we niet dat deze een virus bevatte.

Toen ik de vette bol soldaat had gemaakt herinnerde ik me ineens die jaarwisseling eind jaren zeventig, toen mijn vader en zus samen de oliebollen hadden gebakken. Die smaakten prima, maar hadden wel een rare vorm. Ze waren niet mooi rond, maar hadden allemaal van die rare uitstulpingen. Ze leken een beetje op die bollen die je vandaag de dag bij het journaal en vrijwel elk actualiteiten-programma op de beeldschermen achter de presentatoren ziet rondzweven.
Soortgelijke bollen als die van die jaarwisseling eind jaren zeventig, gevonden op het World Wide Web in 2020

donderdag 2 april 2020

Tijd en geduld

De mensen moeten zich in deze tijd thuis zien te vermaken. Ze hebben tijd genoeg en geduld nodig... Op tv zien we Troost- en Heimwee-tv, Netflix beleeft gouden tijden en bij ons staat sinds een paar dagen de doos van ‘Mens erger je niet’ op de huiskamertafel. M’n vader vertelde me afgelopen week dat hij zijn bureau had volgelegd met een grote legpuzzel en uit de slaapkamer van m’n zoon komen nóg vaker game-geluiden dan normaliter.

Bijzonder is dat ook zangers, cabaretiers en presentatoren die gedwongen thuis zitten heel creatief worden. Youtube stroomt vol met hun huiskamervlijt. Ikzelf heb niet echt het idee dat ik ineens veel tijd over heb. Oké, ik heb overdag ineens tijd voor een rondje met de hond of een ‘voorzichtig’ bezoekje aan de supermarkt, maar mijn thuiswerkdagen zijn goed gevuld.

En nu ik meer uren dan gebruikelijk achter m’n thuis-bureau doorbreng valt m’n oog - wanneer ik een bureaulade open - ineens op dingen waarvan ik niet wist dat we die nog hadden. Zo ontdekte ik gisteren een handheld-game waarmee ik begin jaren tachtig vele uren doorbracht: Diamond Hunt.
De bedoeling ervan was dat je een mannetje een parcours richting een diamant moest laten afleggen waarbij hij slangen, apen en krokodillen moest zien te ontwijken. Bastiaan gelooft z’n oren niet wanneer ik hem vertel dat ik me urenlang met dit spel heb vermaakt. Z’n vader en gamen!! Die zegt toch altijd dat hij daar nooit tijd en geduld voor heeft!
Tijd en geduld had ik toen blijkbaar wél. Ik herinner me nog dat ik niet van het apparaatje was af te slaan tijdens een hele lange busreis naar Lloret de Mar. En ik vond net een foto van die vakantie waarop ik er op het strand mee zat te spelen.
Toen ik net achterop het inklapbare apparaatje keek zag ik ‘Made in Hong Kong’ staan. Ook in die jaren kwamen er dus al zaken uit Azië die om veel tijd en geduld vroegen...