donderdag 30 mei 2013

Fijnproever

'Het smaakte lekker, Wilma', zeg ik vrijwel elke avond (soms in wat andere woorden) na het eten. 'Ja, maar jij vindt alles lekker, want bent geen fijnproever', krijg ik dan wel eens als antwoord. En daar heeft ze wel een punt (zie ook een eerdere blog), maar dat lijkt me voor haar toch prettiger dan dat ze een echtgenoot heeft die niets lust of altijd zit te zeuren dat er ietsje meer zout of iets je minder weet-ik-veel-wat bij had gemoeten...

Ik denk dan wel eens aan de eerste vakanties zonder ouders, toen ik met wat vrienden Europa rondtrok en we een keer - vraag me niet waarom - dagen leefden van hamburgers (ook als ontbijt) en een pak bastognes (en bier). Geen van mijn reisgenoten had daar ook maar een enkel probleem mee. Echte soul-mates waren we op dat punt.

Wilma heeft haar hoop gevestigd om onze dertienjarige puberzoon, wat fijnproeverij betreft. En inderdaad scoort hij wat smaak betreft soms beter dan ik. Maar zo af en toe herken ik m'n eigen DNA ook in hem.

Maandag zaten Wilma en Bastiaan in de tuin in het zonnetje toen ik thuiskwam van m'n werk. Ik plofte in een tuinstoel en verlangde er - na een lange kantoordag - naar om met m'n blote voeten lekker in het gras te zitten. Bastiaan begon te vertellen dat een van z'n klasgenootjes in de pauze naar McDonalds was gefietst en ook voor hem een New York Crispy had meegenomen.
Nou zit die fastfoot-keten (gelukkig) nogal een eind van de school vandaan, dus terwijl ik m'n eerste schoen uittrok vroeg ik - hem enigszins verontrust aankijkend - of de burger nog wel warm en lekker was toen hij 'm kreeg.
'O, best nog wel hoor' was het antwoord van m'n zoon, waarop Wilma 'm vroeg om mij te vertellen wannéér hij de New York Crispy had gegeten. Dat bleek in de pauze erna te zijn, dus twee keer vijftig minuten later!!

Ik had net m'n schoenen naast me in het gras gezet en griezelde en lachte tegelijkertijd...

'Maar hij was best nog warm hoor!' voegde Bastiaan nog aan z'n verhaal toe. Blwah, dat zijn mijn voeten ook aan het eind van de dag, dacht ik toen. Ik rolde de sokken van m'n voeten en zette ze in het koele, crispy gras...
Eerlijk is eerlijk: ik ben danwel geen fijnproever, maar zo zout had ik het nog nooit gegeten.

donderdag 23 mei 2013

Japans

Bastiaan heeft een fascinatie voor Japan. Op zijn smartphone en Facebook-pagina staan meer Japanse dan westerse letters, vooral omdat hij bij instellingen niet 'Nederlands' kiest, maar 'Japans'. Ik weet niet of het geheel toevallig is dat het hoofdkantoor van een van zijn favoriete multinationals, Nintendo, zich ook in Japan bevindt. In Kyoto, om precies te zijn.

Toen ik hem onlangs vertelde dat ik voor mijn werk in Kyoto ben geweest, had ik meteen alle aandacht. Niet dat ik me destijds ook maar een tel gerealiseerd heb dat ik bij de makers van Super Mario door de wijk liep, maar toch...

Ik pakte mijn fotoboek erbij en liet plaatjes zien van een nog wat jongere Marco bij fraaie parken in Nara, bij gouden tempels in Kyoto en als spreker op een congres in Osaka.

En natuurlijk had ik allerlei foldertjes, kaartjes en herinneringen toegevoegd, die in een fotoboek passen. Bij een van die foto's op dat congres wees m'n zoon me erop dat mijn naam in het groot voorop mijn tafel hing.

'Hoe weet je dat nou?', vroeg ik hem (ik was me er immers nooit bewust van geweest). 'Als je met Google-Translate jouw naam intikt en je vinkt Japans aan dan zie je deze tekens' antwoordde hij. Ik stond perplex en realiseerde me dat ik ergens nog een oud programmaboekje van destijds had. En inderdaad, daaruit bleek zijn gelijk.

Eén van de plaatjes vond m'n 13-jarige zoon wel heel erg gaaf. Hij kon niet wachten om 'm aan z'n moeder, beneden op de bank, te laten zien.
Dit betrof geen foto van z'n vader bij een mooie tempel of tijdens het congres, maar een originele Japanse McDonalds-onderlegger; zo'n papieren ding van ook een van z'n favoriete multinationals uit weer een heel andere hoek van de wereld.

donderdag 16 mei 2013

Handige vader

Toen mijn ouders een paar jaar terug gingen verhuizen is mijn vader eerst flink gaan opruimen. Veel werd weggegooid, maar regelmatig werd aan mijn zus, broer en mij gevraagd of we belangstelling hadden voor spulletjes van vroeger of van recenter datum die zij zelf niet langer konden of wilden gebruiken.

Zo kwam bij ons onder meer een sinaasappelpers en een priktafeltje terecht. Een wat? Een priktafeltje! Al van oudsher heeft mijn vader er lol in om van restmateriaal iets te fabriceren. Voorbeelden hiervan zijn de verbouwing van de kast van een oude pc tot een afzuigkap voor in hun schuur (te gebruiken wanneer er frietjes werden gebakken) en een fietskarretje van wat restmetaal en een paar oude wieltjes die hij nog in de schuur had liggen.
En dus ook een klein tafeltje op een stalen pin, dat met mooi weer in het gras kon worden gestoken en waarop net genoeg ruimte was voor een drankje en wat leesvoer (in de vorm van een krant, boek of tablet). Ik heb het tafeltje de laatste jaren enorm vaak gebruikt. Wanneer de zon nog niet op ons terras stond maar op het gras achterin de tuin, prikte ik het tafeltje in het gras en genoot ik van de ochtendkrant en een bakkie troost. Totdat aan het begin van dit voorjaar de metalen randjes van het tafeltje los gingen zitten...

Ik vroeg m'n vader gekscherend of er nog garantie op het tafeltje zat, waarop hij onmiddellijk aanbood om zijn creatie een facelift te geven.

We zijn nu zo'n anderhalve week verder en inmiddels beschik ik - tot mijn grote genoegen - alweer over een volledig gereviseerde priktafel. Kom daar maar eens om bij de Praxis of Ikea!

Toevallig begaf afgelopen weekend ook de gekregen sinaasappelpers het. Het apparaat zag er met z'n stalen frame robuust uit, maar kon blijkbaar niet langer tegen alle agressie die ik in de ochtenduren gebruik om wat vitamines in een glaasje te krijgen. Het frame brak finaal af, waarna ik 'm meteen - met het gebroken sinaasappelglas erbij - in de afvalbak heb gesodemieterd. 'Jammer', zei m'n vader later. 'Die had ik ook best kunnen repareren'.

Maar goed, ik ben hartstikke blij met het tafeltje. Het enige nadeel ervan is dat we moeten uitkijken voor die scherpe pin, bijvoorbeeld met het opbergen in het schuurtje. Eigenlijk zou ik er op dat moment een soort van rubberen nop op moeten doen. Dat zou bovendien heel toepasselijk zijn. Want ik kreeg het tafeltje niet voor een prikkie, ik kreeg het voor noppes...

donderdag 9 mei 2013

Het goede voorbeeld

Afgelopen zaterdag waren we op verjaardagsvisite in Amersfoort. Aan het begin van de middag zaten we lekker buiten en gingen de kinderen met een bal naar het sportveldje en later op de dag zaten we binnen en vertrokken de jongens naar boven, richting de Wii-spelcomputer.
Maar tijdens het nuttigen van een hapje was de club compleet en kwam het gesprek op een gegeven moment op het onderwerp 'spieken'. De volwassenen deden hun uiterste best om hun ervaringen op dit gebied zo mooi mogelijk te vertellen. Vooral m'n zwager liet allerlei varianten de revue passeren, zoals die met vooraf buitgemaakte lege proefwerkblaadjes die thuis met allerlei bruikbare woorden, formules en jaartallen werden volgeschreven en tijdens het proefwerk als kladblaadje op het tafeltje lagen. Ook ik vertelde over spiekbriefjes die ik vooraf zo vaak (steeds kleiner) had overgeschreven dat ik ze ter plekke niet meer nodig had omdat ik ze uit m'n hoofd kende...

Tot ik op een gegeven moment zei dat we met onze (wellicht enigszins geromantiseerde) verhalen misschien wel een verkeerd signaal afgeven aan de aandachtig luisterende jongens. 'Ik ga dat nooit doen hoor', zei Bastiaan nog. En ik geloof hem, waarbij hij overigens wel boft dat hij het - in tegenstelling tot de schrijver van dit stukje - ook helemaal niet nodig heeft.

Zondag brachten we een bezoekje op de kermis in Rotterdam. Leuk, maar de euro's vlogen mijn portemonnee uit.
Wat is dat idioot duur geworden! Iedere attractie kostte € 3,- per persoon. Wel hadden we het mazzeltje dat bij een kraampje waar we twee consumpties kochten er maar een werd afgerekend. Normaliter meld ik dat aan de verkoopster, maar dit mens stond - terwijl ze ons hielp - zo ongeïnteresseerd met anderen te kletsen dat ik het er dit keer bij liet.
'Da's een meevallertje', zei ik tegen m'n aan een chipstick knabbelende zoon, terwijl we naar de botsauto's liepen.

Ik bleef dit keer aan de kant staan. Bastiaan stapte in en kort daarna begon iedereen te rijden, te draaien en te botsen.
Behalve mijn zoon. Die had niet door dat hij het plastic muntje in het gleufje vooraan op het botsautootje moest doen. Totdat iemand hem dat duidelijk maakte en hij alsnog wegzoefde, zwierde en tegen anderen opknalde.

Achteraf vertelde ik hem dat vroeger in de speeltuin van camping en bosbad Hoeven, waar we zo'n tien jaar zomers hebben doorgebracht, op een gegeven moment ook botsauto's waren.
En dat mijn vriendjes en ik zo link waren dat we aan het plastic muntje een stukje plakband hadden geplakt, zodat we het muntje aan het eind van iedere rit weer stiekem uit het gleufje konden trekken en we zo vele ritten met één muntje reden.

Ik ben wel lekker bezig de laatste tijd met al doe 'stoere' verhalen, dacht ik achteraf. Zou dit dan toch het gevolg zijn van een soort midlife-crisis?
Er is toch ook nog zoiets als 'het goede voorbeeld geven'? Ze hebben het wel eens over de jeugd van tegenwoordig, maar was die jeugd van vroeger niet veel erger?

donderdag 2 mei 2013

Koningen en piraten

Wanneer ik generatiegenoten hoor praten over de feesten en vrijmarkten die ze in hun jeugd bezochten tijdens Koninginnedag realiseer ik me dat me daar weinig van is bijgebleven. Niks fietsversieren en 's morgens vroeg herriemakend door de wijk fietsen en niks lampionnenoptocht, voor zover ik me kan herinneren (al is de kans aanwezig dat m'n ouders me hier binnenkort op aanspreken, omdat dit wat ondankbaar overkomt en zij destijds met mij wel degelijk vele kermissen en braderieën hebben bezocht op 30 april).

Wanneer ik denk aan Koninginnedag in mijn jeugdjaren dan zie ik toch vooral het bordes van Paleis Soestdijk, met daarop een koningin met de uitstraling van een lieve oma (hoewel ze toen - als ik het nu nareken - net 60 moet zijn geweest). Uit alle windstreken kwamen de onderdanen die, nadat ze goedbedoelde rotzooi bovenaan de trap hadden aangeboden, achterwaarts weer naar beneden stapten. Soms keken we niet thuis op onze eigen TV, maar bij mijn opa en oma, die me trouwens wel een beetje denken aan die koningin daar bovenaan die trappen.

Van de troonswisseling in 1980 kan ik me niet meer zo heel veel herinneren. De omvang van de omstreden krakersrellen is me eigenlijk pas achteraf duidelijk geworden. Het jaar erna had ik te druk met m'n eigen omstreden en illegale praktijken.
Met mijn neef René was ik immers 'eigenaar' van een heuse piratenzender in Dordrecht: Radio Transistor.
We draaiden de - volgens ons - betere muziek, zoals die van Human League, Japan en Simple Minds en zonden normaal gesproken twee avonden in de week een paar uurtjes uit.

Maar op 30 april 1981 was onze zender voor het eerst van 's morgens vroeg tot 's avonds in de lucht. Ik heb de originele geluidsbanden (van die grote, voor zo'n bandrecorder) nog altijd op m'n vliering liggen, met de volledige programmering van die dag op het hoesje getypt. Daarbij viel me op dat die eerste Koninginnedag zonder Juliana destijds 'Oranjedag' werd genoemd. Blijkbaar is in de jaren erna de naam weer terug-veranderd naar aanleiding van gezeur erover, al zal er niet zo veel om te doen zijn geweest dan om 'de dag die je wist dat zou komen..'.

Anno 2013 hebben we een koningin die in niets aan een oma doet denken.

En het is jammer dat onze piratenzender alweer lang geleden is opgeheven, want het koningspaar schijnt wat te hebben met deejays, zag ik op TV.
Al ging het hier wel om wereldster Armin van Buuren, en niet om een eenvoudige piraat.

Een piraat op het IJ zou trouwens ook veel te gevaarlijk zijn, met zo'n mooie koningin op zo'n klein bootje.