donderdag 28 februari 2008

Taal

Laatst zag ik de film 'Lost in translation', met Bill Murray die voor zaken in Japan is en daar in die voor hem vreemde wereld een cultuurshock meemaakt. Ik had een enorme deja-vu, want alweer een flink aantal jaren geleden was ik voor m’n werk in Japan. De film was verbijsterend treffend. Alsof ik mezelf weer in Osaka en Kyoto zag rondlopen...
Die onderdanigheid en vriendelijkheid, de enorme discipline van die miljoenen mensen op de drukke straten en treinperrons. Wat een bijzondere wereld!
En dan heb ik het nog niet eens over de taal. In grote steden viel het mee. Daar spraken veel mensen engels en werden Japanse aanwijzingen op bordjes ook in het engels vertaald.
Maar tijdens een treinreis naar Nara – een grote stad die tevens dienst doet als open lucht-museum met fraaie tempels en enorme Boedah-beelden – doorkruisten we het Japanse platteland en deden we allerlei treinstations aan waar niets anders stond vermeld dan een rijtje Japanse tekens.

Ook was ik in Osaka een avondje wezen stappen met wat Australische en Zuid-Afrikaanse collega’s en omdat het nogal laat werd spande het er om of we de laatste metro naar het hotel nog zouden halen. Bij de metrohalte aangekomen begon een in metro-tenue gestoken man ons aan te moedigen en te gillen en gebaren dat we moesten rennen om de metro nog te pakken te kunnen krijgen. Dus namen we een spurt en doken we nog net op tijd een metro-toestel in.
Pas toen vroegen we ons af of dit wel een metro was die richting ons hotel reed. Eeeeh... Ik kan je zeggen dat we vervolgens nog een heel eind gelopen hebben in die grote stad. Bijna waren we echt ‘lost’.

donderdag 21 februari 2008

Neus

Er wordt wat afgekucht en gehoest in Nederland, op dit moment. De winter loopt op z'n laatste benen, en iedereen is toe aan het voorjaar.
Bastiaan is vorige week ook van school thuisgebleven. Daar zat ook weinig fut in..
Toen hij op een avond naar bed ging wilde ik 'm wat neusspray toedienen, maar dat wilde hij niet. Een kind vindt het geloof ik helemaal niet erg om de hele nacht door de mond adem te halen omdat de neus dicht zit..
Ik wel. Dus toen ik 's avonds in bed stapte en ontdekte dat mijn neus ook vol zat, besloot ik dan zelf maar de spray te gebruiken. Ik hobbelde naar de badkamer, deed het doosje open, haalde het dopje van het tuutje, stopte het spuitje in m’n neus en drukte erop.. AAAII !!! Dat prikkelde enorm!
Wat bleek: in het doosje neusspray zat een verkeerd flaconnetje; een met OORspray. En heftige troep dat bedoeld is om hardnekkig vastgekoekt oorsmeer te verwijderen is vrij heavy op het moment dat je het gebruikt voor de binnenkant van je gevoelige reukorgaan, neem dat maar van mij aan.
Ik stopte m’n neus onder de kraan om hem vol te zuigen met water en deed mijn best om zo veel mogelijk onsmakelijke geluiden te maken om mijn neus weer een beetje leeg te krijgen. En uiteindelijk mocht het resultaat er best zijn. Mijn heftig tintelende neus was helemaal leeg.
Toch doe ik het de volgende keer niet nog een keer op deze mannier. Want oorspray in je neus, dat hoort (!) niet.
Tot zo ver dit neus- en oorlog.

donderdag 14 februari 2008

Romantisch

De Valentijnsdag die mij nog het meeste bijstaat, is die van enkele jaren geleden in Turijn. Want in Nederland is het nog een ‘feestdag’ die we vrij bescheiden vieren, in landen als Italië pakken ze op Valentijnsdag groots uit.
Ik was met een collega voor m’n werk in Turijn, waar alle winkeltjes en restaurantjes vol hingen met rode en roze Valentijn-hartjes. We logeerden in het poepchique Grand Hotel Sitea, maar kozen ervoor om ’s avonds de mooie oude binnenstad te bezoeken om daar een geschikt restaurantje te vinden voor ons diner. Maar dat viel even tegen; alle restaurantjes en barretjes zaten al tsjokvol, met verliefde Valentino’s.

Moe van het geslenter door het oude centrum keerden we uiteindelijk terug bij ons hotel aan de Via Carlo Alberto, met de bedoeling toch daar maar een - veel te duur - hapje te eten. Bij binnenkomst in het hotel troffen echter het complete voetbalelftal van Juventus aan. En we kregen te horen dat het restaurant niet voor ons toegankelijk was, omdat dat door Zinedine Zidane en zijn vrienden was afgehuurd.

Maar er was een oplossing voor ons (steeds sterker wordende) hongergevoel: er kon een diner op de hotelkamer worden geserveerd. En zo gebeurde het dat ik laat op de avond, samen met mijn collega op Valentijnsdag een zeer exclusief (want reteduur) diner tot mij nam op de hotelkamer. Met enige regelmaat schoof de ober tussen het bed en onze tafel door om een nieuwe gang op te dienen of om onze wijn van de juiste temperatuur te voorzien door het verhitten van de karaf.

Wat een romantiek op Valentijnsdag, zo ver van huis zonder mijn vrouw. Maar die maakte er verder geen probleem van hoor. En dat zal er wel mee te maken hebben gehad dat mijn collega een man van tegen de vijftig was.

donderdag 7 februari 2008

Kleine wereld

Net voordat ik dit stukje schrijf sla ik de laatste bladzijde van Khaled Hosseini's 'De Vliegeraar' dicht. Een fascinerend verhaal over een volwassen vent die terugkeert naar zijn geboortestad Kabul, dat door oorlogen onherkenbaar is veranderd.

Afgelopen zondag zou ik bij m'n ouders langsgaan, maar omdat ze nog niet thuis waren maakte ik met Bastiaan een kleine 'sentimental journey' door mijn geboortestad Dordrecht. Zo nam ik een kijkje bij mijn lagere school, de Jozefschool aan de Singel. Met de auto reed ik de tussen de achteringang van de kerk en de school gelegen parkeerplaats op en eteen herinnerde ik me weer dingen die ik al lang dacht te zijn vergeten. Ik zag zo de knokpartijen tussen de diverse klassen weer voor me, waarbij de ventilatieroosters in de grond en de trappen van de kerk als fort dienden. Ook ontdekte ik de puntige hoek van de kerkmuur, waar ik bij een van die vechtpartijen tegenaan gevallen was, waarna ik met de ambulance werd afgevoerd met een gat in m'n hoofd. En ik tilde Bastiaan op, zodat hij door het hoge raam van mijn oude Klas 1 kon kijken, precies zoals mijn vader destijds met mij deed, de zondag voor mijn allereerste schooldag...
De school van toen is er al lang niet meer; nu zijn er – zo zag ik – allerlei ateliertjes gevestigd. Maar wel leuk om allemaal weer even te zien, al verbaasde ik me wel over de geringe grootte van het plein. Wat leek dat toen allemachtig groot en wat bleek het nu klein...

Daarna reed ik naar de Soembastraat, waar vroeger mijn opa en oma woonden. Ook daar was ik al zo’n dertig jaar niet meer geweest, maar ik herinner me altijd nog hoe we speelden in de achtertuin en vooral áchter de tuin, waar we renden en kropen op (en vielen van) een stenen hellinkje. Ook nu nog bleek het hellinkje een enorme aantrekkingskracht op kinderen te hebben. Bastiaan begon meteen te rennen en te klauteren. Maar ik vroeg me ook hier af hoe het toch komt dat de wereld door de ogen van een kind toch zo veel groter lijkt dan door de ogen van een volwassene. Want die giga stenen helling uit m’n jeugd blijkt niet veel meer te zijn dan een aantal schuin liggende stoeptegels…

‘It's a small world after all'.. De wereld lijkt steeds kleiner te zijn geworden, maar een sentimental journey door Dordrecht of door Kabul is gelukkig wél een wereld van verschil..