donderdag 29 maart 2018

Uit een laatje

Binnenkort begint Bastiaan aan de eindsprint voor zijn VWO-diploma. Dat de tijden veranderd zijn maak ik op uit het feit dat hij vanavond - dus voorafgaand aan de examenperiode - al een schoolfeestje heeft. Wij deden dat vroeger pas als écht de vlag uit kon (met de schooltas eronder).

Stom toevallig opende ik gisteren een bureau-laatje en trof ik daar een veertig jaar oud schriftje van mezelf aan, uit mijn eindexamenperiode. Erin stonden onder meer allerlei overzichten en aantekeningen en een flink aantal erin geplakte stencils met uittreksels van Franse, Engelse en Nederlandse boeken.
Het leek op het eerste gezicht een chaotisch geheel, maar na nadere bestudering bleek het een complete bundel te zijn van alle belangrijke informatie die ik voor m’n examen nodig had. Gisterenavond liep ik ermee naar mijn zoon, die zijn schoolwerk op een iets andere manier ordent, namelijk zoiets als wat op zijn bureau bovenop de stapel ligt is nu belangrijk en wat eronder ligt iets minder of helemaal niet. Er komen in ieder geval geen laatjes aan te pas.

Bastiaan bladerde door mijn oude, bijna uit elkaar vallende schrift en zei gekscherend - terwijl hij m’n aardrijkskunde- en biologieaantekeningen las - ‘gôh, ze wisten in jouw tijd ook best al veel!’ Het voelde alsof ik uit het Stenen Tijdperk kwam. Maar laat ik eerlijk zijn: ik denk dat het voor m’n zoon ongeveer zo aanvoelt. Toch vind ik het leuk dat ik in huis laatjes heb met oude troep. Als ik dat dan weer in handen heb gaan er in mijn hersenpan weer stoffige laatjes open en komen herinneringen naar boven. En ik herinner me dan gelukkig niet al het geploeter achter m’n bureau om m’n diploma te halen, maar de leuke feesten nadat ik dat papiertje op zak had.

Tot slot nog een tip voor de paasdagen: verstop geen puur, wit of melk-eitje in een la.
Als ie niet gevonden wordt en smelt als het warmer wordt heb je voor je het weet een choco-laatje.

donderdag 22 maart 2018

Muziek en rotgeintjes

De afgelopen jaren hebben mijn broer en ik verschillende concerten in Amsterdam bezocht. Dat zijn ook mooie momenten om even bij te praten over vanalles en nog wat. Tijdens het concert zelf lukt dat natuurlijk niet, maar tijdens een etentje en tijdens de heen- en terugreis wel. Een paar maanden terug zagen we een aankondiging van een concert van Toto in de ZiggoDome. Voordat we besloten kaartjes te kopen twijfelden we best even. Vroeger maakten ze goede muziek, maar nu voelde een concert van Toto toch een beetje als een... gok. ‘I bless the rains down in Africa’, ‘Rosanna Rossanna’ en ‘Hold the line (toe-toe-toe-doe)' stammen namelijk - zeg maar - uit de tijd dat Frits van Turenhout de toto en voetbaluitslagen nog voorlas (nulll-nulll!). Maar toen ik ze op Spotify weer voorbij hoorde komen ging ik overstag.


Toen we tijdens de donkere dagen voor kerst de kaartjes voor het concert van 17 maart bestelden gaf dat spontaan een soort van voorjaarsgevoel. Maar van dat gevoel was afgelopen zaterdag weinig over. Vlak voordat Raymond me kwam ophalen sneeuwde het nog en dankzij de wind lag de gevoelstemperatuur flink onder nul. Gelukkig was het in de auto behaaglijk en raakten we al snel aan de praat. Over Toto, over familiedingetjes en over vanalles en nog wat.
En ik verbaas me daarbij telkens weer over de dingen van vroeger die m'n broer zich herinnert. Toen ik het had over een zonnesteek die ik begin jaren negentig op een camping in Besancon had opgelopen, begon hij meteen over mijn imitatie van m'n vader. Na even te hebben nagedacht wist ik wat hij bedoelde. Zij hadden (kort voor wij met onze tent op reis gingen) vakantie gevierd in een prachtige villa met zwembad in Zuid-Frankrijk, en m’n vader had dat grote huis toen uitgebreid gefilmd en toegelicht. Dus toen Wilma mij een paar weken later filmde terwijl ik voor onze tent zat, besloot ik onze (toch iets minder imposante) tent ook in geuren en kleuren te tonen en te beschrijven. Als geintje!
Daarna vertelde ik dat ik (ook in die jaren) tijdens het filmen van de bruiloft van mijn neef Ad ongenadig hard m’n kop had gestoten toen ik, na een filmopname, was opgesprongen en vergeten was dat ik onder een (laag) balkonnetje zat. Ook daar haakte m'n broer snel op in. ‘En in die video had jij het aanbellen van de bruidegom bij z’n schoonfamilie zó gemonteerd dat het net leek dat er niet werd opengedaan en hij dus nóg een paar keer moest bellen!’ Nog zo'n rotgeintje dat ik me niet meer kon herinneren. Met terugwerkende kracht vind ik het best bijzonder dat ik vooral als aardige vent, en niet als irritante pestkop word gezien...

Inmiddels waren we gearriveerd op de parkeerplaats naast het trainingsveld van Ajax. We stapten uit en moesten nog een eind lopen, pal tegen de ijskoude oostenwind in. We hadden echt zin in het concert van Toto, dat later inderdaad de moeite waard zou blijken te zijn. Maar wat was dit een verschrikkelijk koude wandeling...

De melodie van dat lied over die man die de regens in Afrika zegent zat al in m’n hoofd, maar ondertussen vervloekte ik de Noordpool-temperaturen in Nederland.
Dít was geen geintje meer!

woensdag 14 maart 2018

Alleen eten

Ik denk dat vrijwel iedereen het herkent, zo’n telefoontje naar huis om te zeggen dat je er achter bent gekomen dat je vanwege een werkafspraak met het avondeten niet thuis kan zijn. Zo realiseerde ik gisterenmorgen dat ik eind van de middag was uitgenodigd voor de afscheidsreceptie van onze wethouder in de Rotterdamse Kunsthal. Wilma doet over zoiets niet moeilijk en grijpt in zo’n geval vaak wel de kans om met Bastiaan te kiezen voor ‘iets gemakkelijks’ als avondmaal.

Dit keer brachten ze een bezoekje aan Verhage en werden mij na een poosje digitaal foto’s van heerlijk ongezonde snacks toegezonden. Ik had mezelf op dat moment tijdens de receptie al enkele bitterballen en mini-kaassouflees toegeëigend en besloot op weg naar huis om dit aan te vullen met een puntzak Bram Ladage-frites.

Deze Hollandse frites stonden in groot contrast met de lunch die we een paar dagen terug na een workshop in Katendrecht kregen voorgeschoteld. Het Verhalenhuis Belvedère in Katendrecht is tegenwoordig bijna de standaard-locatie voor een werkbijeenkomst buiten kantoor. En vrijwel elke keer krijgen we daarbij een exotische lunch voorgezet.
Deze keer was het een Ethiopische maaltijd. Nou associeer ik Ethiopië eerlijk gezegd niet echt met eten, dankzij de beelden die ik vroeger tijdens mijn schooltijd ingeprent kreeg en de foute grappen die toen werden gemaakt. Maar Ethiopisch eten betekent gezellig samen eten van een 'injera'; een soort enorme pannenkoek die belegd is met allerlei pittige sauzen en rauwkost, maar ook met eieren en kippenpoten.
Eén injera is bedoeld voor een aantal mensen, en het leeg- en opeten ervan gebeurt zonder bestek. Het is namelijk de bedoeling dat een ieder telkens stukjes van de injera afscheurt om daarmee de erop liggende gerechten op te pakken en te eten. 

In dit geval stond die maaltijd midden op de eettafel, dus al het geknoei kwam terecht op het plastic tafelkleed. Maar terwijl ik er zat moest ik wel denken aan die keer een paar jaar terug, toen we in een Ethiopisch eethuisje met een aantal collega’s allemaal voorovergebogen hingen te eten boven een klein rond tafeltje met zo’n grote pannenkoek erop. Wat heb ik destijds zitten griezelen toen ik zag wat sommigen van ons uit hun hand of mond weer terug op de injera lieten vallen... Brrrr!!

Best lekker dus hoor, dat Afrikaanse gezellig samen eten. En binnenkort zullen we weer zien dat je dankzij dit soort voeding enorm snel de Rotterdamse Marathon kan lopen. Maar geef mij met het oog op de hygiëne toch maar liever zo’n Hollandse puntzak die ik gezellig helemaal zelf mag leegeten...

donderdag 8 maart 2018

Over hondenpootjes

Zo af en toe zet ik onze 14-jarige jack russel Moos - terwijl ik op een 'hoge' huiskamerstoel zit - op m'n schoot. Vaak gaat hij dan zo op m'n schoot staan dat hij lijkt op de leeuwenkoning die vanaf z'n rots trots op zijn onderdanen neerkijkt. Ook twee weken terug gebeurde dat. Tot hij het op een gegeven moment zat was en ineens besloot om naar beneden te springen. Ik schrok en omdat ik bang was dat hij vanwege zijn oude stramme pootjes verkeerd terecht zou komen probeerde ik in een reflex hem vast te pakken. Had ik dat maar niet gedaan, want door mijn toedoen kwam hij júist verkeerd terecht. Gevolg: een jankende hond, met een achterpoot waarvan het leek dat die was gebroken of uit de kom was geschoten.
'Bel de dierenarts!!', riep Wilma toen het gejank aanhield. En terwijl ik het nummer intikte pakte zij het oude beestje op, zette ze hem op de huiskamertafel en masseerde ze zijn achterlijf en poten.
'Laat dat bellen maar', zei ze al snel en ze zette Moos op de grond. Die liep vervolgens - al was het nog een beetje wankel - rustig naar z'n mand. We besloten het even aan te kijken en inderdaad: toen we later op de avond ons laatste rondje liepen was er al weinig tot niets meer aan de hand.

Sindsdien hebben we gelukkig al weer vele kilometers gelopen.
Want al wordt onze viervoeter vanwege zijn leeftijd wat stram, nog altijd houdt hij van lekkere wandelingen. Vooral als hij door heeft dat we de auto pakken voor een wat langere boswandeling  kan hij z’n lol niet op.
Kwispelend staat hij dan achter de auto, te wachten tot ik hem in de achterbak til.
En eenmaal in het bos aangekomen lijkt hij nog altijd met een lang elastiek aan me vast te zitten.
Hij schiet vooruit, wacht vervolgens ergens tot ik hem rustig inhaal en wanneer ik dan weer een meter of dertig voor hem loop komt hij voorbij stuiven, waarna het bovenstaande zich herhaalt.

Zo gaat het vaak, maar eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat er ook momenten zijn waarop ik gek word van het getreuzel van 'm. Vooral wanneer er (zoals vorige week het geval was) sneeuw ligt blijft hij regelmatig minuten staan te snuffelen op tientallen plekjes. Ik denk dat hij dan door de sneeuw de aarde ruikt ofzo... Vaak laat ik ‘m maar gaan, al is geduld hebben eerlijk gezegd niet mijn sterkste kant. Maar ach, ik vergelijk zijn te lang hangen boven een hoopje aarde of graspol maar met het te lang hangen van mensen boven een smartphone- of tabletscherm. Dat rondneuzen van hem is zijn manier van Googelen.

Soms denk ik ook wel eens dat het oude beestje lang aan een pol of drol blijft ruiken om een excuus te hebben om even te kunnen uitrusten. Bij oudere mensen die in winkelstraten veel stoppen noemen ze dat fenomeen volgens mij etalagebenen. In het geval van een hond zouden we het dus drolpoten kunnen noemen...

donderdag 1 maart 2018

Maart

De woorden ‘maart’ en ‘voorjaarsvakantie’ roepen bij mij heel andere beelden op dan de ijskoude realiteit anno 2018. Geen krokussen en een voorzichtig lentezonnetje, maar een dikke laag ijs op de sloten en een harde Siberische wind die zorgt voor gevoelstemperaturen tot flink onder de min 10. Zulk guur weer dat de schaatsplannen die ik had waarschijnlijk wel de kast in kunnen. Gisteren besloot ik om vandaag en morgen vrij te nemen. Zó vaak ligt er tegenwoordig namelijk geen ijslaag meer die dik genoeg is om te schaatsen. Maar vandaag voelde ik me gammel en rillerig en leek het me sowieso te koud om m’n schaatsen aan te trekken. Te koud om te schaatsen... da’s best bijzonder! En die winters van vroeger dan?

M’n moeder vertelde gisteren nog over de winter van 1963. Ze was hoogzwanger tijdens die horrorwinter waarin de Elfstedentocht werd gereden die later ‘de Hel van 1963’ werd genoemd. In de jaren tachtig en negentig hadden we respectievelijk twee en één Elfstedentocht, maar gek genoeg heb ik zélf sterkere herinneringen aan de koude winters aan het eind van de jaren zeventig. Winters waarin dorpen (ik meen in Friesland en Groningen) zodanig ingesneeuwd waren dat de dagen van de buitenwereld waren afgesneden en waarin we schaatsten over straat. Winters waar geen eind aan leek te komen.

Nu gaan we ook al weer rap richting voorjaar. Ach wie weet komt het er de komende dagen nog van dat ik m’n schaatsen onderbind. Maar als het ijs straks gesmolten is en de bevroren grond ontdooid, dan wil ik de lente ruiken. Ik wil van die kleine frisgroene blaadjes aan de struiken en bomen zien verschijnen. Ik wil eendenkuikentjes zien zwemmen. Ik wil...

Ach ik kan zo veel willen, maar maart roert zijn staart, april doet nog wat hij wil en zelfs mei...