donderdag 31 januari 2008

Internet

Een paar dagen terug werd ik op m’n mobieltje gebeld door en dame van de KPN. Ik was namelijk uitverkoren om geheel gratis te mogen internetten op mijn mobiel. Hoewel ik met m’n werk bezig was en vertelde dat ik niet geïnteresseerd was én dat ze me stoorde, ging ze enthousiast door met haar verhaal. Internet zou een maand gratis zijn en daarna ‘slechts’ € 9,95 per maand. Wat bofte ik toch!
Ik liet nogmaals mijn desinteresse blijken en kwam – zo realiseerde ik me later – jammer genoeg niet op het idee om een oude tip van mijn collega uit te voeren: vragen ‘heeft u een momentje’, vervolgens de telefoon gewoon opzij leggen, na vijf minuten melden ‘een momentje nog alstublieft..’, enzovoort...
En zelfs terwijl ik me had voorgenomen niet toe te geven aan de gladde praatjes van de KPN-dame, hoorde ik mezelf op een gegeven moment zeggen ‘nou, vooruit dan maar’. Ze had me immers bezworen dat afmelden na de gratis maand heel eenvoudig zou zijn en zo was ik tenminste van het gezeik af..

Maar nadat ik de telefoon had neergelegd (terwijl ik ze nog hoorde zeggen ‘mag ik u veel plezier toewensen met internet’) vloekte ik inwendig, maar wel hardgrondig. Was ik er tóch weer ingestonken..
Toen ik een dag later een SMS-je kreeg waarmee de internet-afspraak werd bevestigd, ben ik meteen het erin genoemde nummer gaan bellen om het ongedaan te maken. Daarbij werd ik allerlei menu’s ingestuurd, sprak ik allerlei volautomatische robot-dames, maar liep ik telkens uiteindelijk dood.
Uiteindelijk belde ik een klantenservice-nummer, waar een ‘ouderwetse’ vrouw van vlees en bloed mij tewoordstond en doorverbond. Zo lukte het me om mijn misstap ongedaan te maken.

Nou weet ik ook wel dat ik, wanneer ik over zo’n twee jaar nog geen internet op m’n mobiel heb, tegen die tijd zal worden aangekeken alsof ik een Neanderthaler ben. Maar vooralsnog plaats ik het nog in de categorie ‘een tosti maken met je strijkijzer’. Goeiemoggel zeg!

donderdag 24 januari 2008

Fiets

Van ons kreeg Bastiaan voor zijn verjaardag een ‘echte, grote’ fiets. Toen we hem vorige week kochten vroeg hij zich af of de fiets niet te groot was. Maar uiteindelijk kon hij, met het zadel op de allerlaagste stand, met de puntjes van zijn tenen bij de grond. En toen hij er eenmaal opzat racete hij het hele winkelcentrum door.

Ikzelf heb een haat-liefde-verhouding met de fiets, waarbij ik moet opmerken dat de negatieve ervaringen met name uit het verleden stammen. Van mijn ouders begrijp ik dat als peuter mijn voeten steeds van de pedalen van de driewieler gleden en dat ik dus weinig vaart maakte. Daarom schijnt m’n vader op een gegeven moment mijn voeten aan de pedalen te hebben vastgebonden, alvorens hij me een zetje gaf. Zo kreeg ik in ieder geval het ‘fiets-gevoel’ een beetje te pakken… Ik kan me zo voorstellen dat toen hij m’n voetjes weer losmaakte, ik als een soort opwindpoppetje nog automatisch een aantal trapbewegingen in de lucht maakte voordat al m’n spieren weer ontspannen waren..
In de jaren erna zijn er – zoals bij iedereen - natuurlijk een paar fietsen gejat. Ook grossierde ik in lekke banden. Ik heb het altijd heerlijk gevonden om grote afstanden te fietsen, maar kwam ook erg vaak te voet, per bus of (opgehaald) met de auto weer thuis… Toen de mobiele telefoon zijn intrede deed, heb ik daar erg veel profijt en Wilma veel last van gehad (‘kan je me even komen ophalen, ik heb een lekke band..’).
Maar de laatste jaren bevalt de fiets me prima. Alleen al voor woon-werkverkeer fiets ik jaarlijks zo’n 5000 kilometer. Dat is toch ongeveer van hier naar Gibraltar en terug, schat ik zo.

Nu maar kijken hoeveel kilometers Bastiaan op zijn nieuwe fiets maakt. En of hij zijn tweewieler een beetje heel houdt de komende jaren. Alleen al daarom hoeft hij er van mij niet mee naar Gibraltar. Je rijdt immers zó lek op die rots en je kan er donder op zeggen dat die apen daar je fiets slopen...

donderdag 17 januari 2008

Taart

Bastiaan is zaterdag jarig. Die grote vent mag acht kaarsjes uitblazen, alvorens we ons gezamenlijk op zijn taart storten. Nou was het deze week toch al de week van de taart…
Samen met medewerkers van de provincie heb ik laatst een jarenlang onderhandelingsproces succesvol afgerond, waardoor – terwijl vrijwel niemand er meer vanuit ging dat we nog maar een cent zouden krijgen – Rotterdam 8,5 miljoen euro ontvangt. Begin jaren 90 was mondeling afgesproken dat het ministerie zou bijdragen, maar dat werd vervolgens in alle toonaarden jarenlang ontkend.

Halverwege de - zo leek het - heilloze weg had ik ooit geroepen dat wanneer we onverhoopt toch een ‘miljoentje’zouden binnenslepen, ik mijn medestanders bij de provincie wel zou trakteren.
Dus leverde ik begin deze week een Dudok-appeltaart af bij de provincie in Den Haag. Twee dagen later ontving ik een mail van de secretaresse van onze wethouder. Hij was door het provincie-bestuurder bedankt voor de taart, maar was daardoor verrast omdat hij van geen taart wist… Ik vertelde dat ik die taart niet ‘namens de gemeente’ had aangeboden, maar gewoon uit m’n eigen portemonnaie.

Vandaag werd tot grote verrassing bij míj een taart afgeleverd, met de mededeling dat de wethouder dié uit eigen zak had betaald. Ik heb me nu al voorgenomen de wethouder volgende week als bedankje eenzelfde taart terug te geven.
Maar ik loop zo wel een risico. Ik hoopte namelijk dat ik vanaf heden zou worden gezien als de man van 8,5 miljoen, maar de kans is groter dat ze me ‘de man van de taartjes’ noemen. Dus zeg maar meer ‘De Dikke Deur van Pipo’ dan ‘de bionische man’…

dinsdag 15 januari 2008

Crimineel

Onlangs bepaalde de rechter dat de Hells Angels geen criminele organisatie mogen worden genoemd. Oké, er zitten natuurlijk minder vriendelijke figuren tussen, maar dat betekent niet dat ze per definitie niet deugen.

Die ervaring heb ik ook, al gaat het dan om iets van alweer aardig wat jaartjes geleden. Als zeventien-jarige bezocht ik destijds met wat vrienden het 'Dolhuijs' in Dordrecht. Dat was een wat obscure tent waar ik van m'n ouders destijds echt niet mocht komen. Ik vertelde ze danook keurig dat we naar de onschuldige disco 'de Doedel' gingen (waar we inderdaad ook wel eens kwamen). Maar het Dolhuijs was een veel spannendere tent. Zo moest je in de toiletruimte regelmatig over lamgezopen lui heenstappen, die daar languit op de grond lagen. Je moest ook niet gek opkijken dat wanneer je aan de bar gezeten een pilsje bestelde en afrekende, een figuur naast je je pilsje zonder blikken of blozen beetpakte en in een slok naar binnen goot. In zo'n geval gunde je hem dat gewoon, of deed je in ieder geval alsof. Gewoon maar opnieuw een pilsje bestellen dus.
Ook kwam het regelmatig voor dat de zaak werd ontruimd omdat er vuurwapens waren aangetroffen of gebruikt, en dat soort gedoe. Anno 2008 wellicht gemeengoed, maar ik heb het over eind jaren 70.
Tegenover het Dolhuijs was een braakliggend terreintje waar we onze fietsen stalden en die er dan wanneer we naar huis wilden gaan ook soms nog stonden.

Toen ik op een avond naar huis wilde gaan en m'n fietssleuteltje in het slot stopte, spuugde het slot het sleuteltje weer uit, midden op het donkere, braakliggende terrein. Toen ik daar als achttienjarig jochie op m'n knieën m'n sleuteltje zocht in het duister, hoorde ik achter me iemand aankomen. Ik draaide me om en zag een geheel in het zwart gestoken, van allerlei duistere tekens voorziene Hells Angel staan. Ergens vanuit zijn forse baard kwam een zware stem, die mij vroeg wat ik daar deed. Na mijn antwoord ging hij op z'n hurken zitten, keek hij rond en riep hij 'ik heb 'm!!'

Zo zie je maar hoe je je kan vergissen in mensen. Ik heb me toen ook voorgenomen dat wanneer een Hells Angel mij ooit vraagt om hem te helpen met zoeken, ik dat sereus in overweging zal nemen. Als het maar niet om het zoeken van een afvallige collega van hem gaat..

donderdag 3 januari 2008

Vast

Er is in de eerste uren van 2008 een record aantal SMS-jes verzonden. En ook het 'ouderwetse' bellen zorgde ervoor dat de telefoonlijnen overbezet waren. Net als bijna iedereen heb ik pas na herhaaldelijk proberen met mijn gsm mijn familie te pakken gekregen om ze het beste toe te wensen.
Ik gebruik m'n gsm trouwens niet veel hoor. Ja, ik maak er foto's mee, luister ermee naar de radio en gebruik hem als stopwatch bij het hardlopen. Maar als telefoon gebruik ik hem alleen voor het hoogstnoodzakelijke. Al moet ik bekennen dat ik bellen vanuit de supermarkt ('wat voor toetje zal ik meenemen?') ook als hoogstnoodzakelijk beschouw...
Maar als ik soms - bijvoorbeeld in het openbaar vervoer - wat telefoongesprekken van anderen opvang, merk ik dat die gesprekken meestal ook niet erg verheffend zijn. En hoeveel filerijders bellen er niet naar huis om alleen maar te melden dat het verkeer vast staat en dat de aardappels dus lager kunnen.

Ook voor zevenjarigen kan de gsm al uitkomst bieden. Laatst belde Bastiaan met de mededeling dat hij vast zat... Hij zat niet in een file hoor, maar was de hond aan het uitlaten en had mijn mobiel even meegekregen. Moos was de struiken in gedoken en had daarbij een aantal rondjes gelopen waardoor hij zich vast had gedraaid. Dankzij het telefoontje heb ik kind en hond uit de benarde situatie kunnen bevrijden. Je moet er toch niet aan denken wat er gebeurd zou zijn zonder telefoon... Je kan je toch bijna niet meer voorstellen dat de mensen vroeger ook al de hond durfden uit te laten, voordat er mobieltjes bestonden!