donderdag 26 februari 2015

Bromstemmen

Wanneer we in deze voorjaarsvakantie naar Bastiaan's kamer roepen krijgen we vaak geen antwoord. Soms volgt na enige tijd 'riepen jullie mij?'. Hij zit dan met zijn koptelefoon op te luisteren naar muziek of game-geluiden. En een andere keer horen we wanneer de zijn kamer passeren zware bromstemmen van Bastiaan en z'n vriendje, omdat ze you-tube-filmpjes aan het inspreken zijn of iets dergelijks. Ook klinkt zo af en toe een diepe zucht wanneer ik 'm stoor en wordt demonstratief de pauze-knop van de microfoon ingedrukt.

Het is voor mij een heel herkenbare situatie. Toen ik zo oud was als onze zoon was mijn slaapkamer net - vanwege gezinsuitbreiding - verhuisd van de bovenverdieping naar het 'onderhuis'.
En wanneer ik te veel herrie maakte of niet snel genoeg reageerde wanneer ik werd geroepen, werd op de huiskamervloer gebonkt om mijn aandacht te trekken.

Ik was in die tijd regelmatig (alleen of met vrienden) programma's aan het opnemen voor onze piratenzender en baalde er dan ook van wanneer die opnames door mijn ouders werden gestoord.

Dat 'opnemen' zit ons dus in het bloed. Bij mij begon het toen ik aan het begin van de jaren 70 een klein bandrecordertje kreeg en ik onze stemmen voor het eerst kon vastleggen. Ik herinner me nog hoe fascinerend ik het vond om met mijn zus, vader en moeder en opa en oma een hoorspel op te nemen. En natuurlijk kwam daar een grindpad en een krakende deur in voor. Ook zie ik nog zo voor me hoe we met een houten lepel in een teiltje het geluid van een roeiboot nabootsten.

En jaren later sloten mijn neef René en ik elke vakantiedag af door met onze bromstemmen in de microfoon van onze cassetterecorder verslag te doen van wat we hadden meegemaakt.

Maar in een microfoon praten en dat opnemen doe ik nu eigenlijk nauwelijks meer. Wél loop ik op donkere avonden tijdens het uitlaten van de hond regelmatig met de koptelefoon op gedachteloos oude hits te playbacken. Dat ziet er volgens mij best trouwens best gek uit. Ik kan me voorstellen dat mensen die dat zien het tijd vinden dat ik wordt opgenomen....

donderdag 19 februari 2015

Zwaarden en stokken op sokken

Een van de redenen waarom ik er lol in heb om een roman te schrijven en in eigen beheer uit te geven is dat het zo'n enorm contrast is met mijn dagelijkse werk in een grote organisatie als de gemeente Rotterdam. Want bij zo'n boek doe ik alles in m'n eentje (schrijven, vormgeven, promoten) en in zo'n grote organisatie moet alles met de juiste mensen worden afgestemd. Met communicatie-afdelingen, met juristen, met een vormgever, met diverse managementlagen, met wethouders, en ga zo maar door... Burgers en bedrijven klagen regelmatig (terecht) over de bureaucratie, maar beseffen vaak niet dat ook degenen die in een overheidsorganisatie werken zélf soms gek worden van de regeltjes waaraan moet worden voldaan.

Samen met een aantal andere mensen binnen de gemeente Rotterdam zit ik in een clubje dat beziet hoe we ondanks al die regeltjes en paraafjes tóch slagvaardig kunnen werken. We zijn per slot van rekening wel de stad van 'geen woorden maar daden...' Vandaag had ik daarom een discussie georganiseerd in Japans cultureel centrum Shofukan in Rotterdam-Zuid en daarbij een begeesterd spreker uitgenodigd. 

Onze leraren van vandaag in de dojo
En zonder nou die hele discussie te kunnen en willen samenvatten had een van de conclusies te maken met zodanig 'bewegen' in een organisatie dat je zaken voor elkaar krijgt. 

Aan het einde van de middag was een speels element aan het officiële deel van het programma toegevoegd waarbij we letterlijk moesten bewegen. In de 'dojo' van het Japans cultureel centrum kregen we les in Japanse gevechtskunsten. Na een korte demonstratie moesten we met stokken en zwaarden het gevecht aangaan. 

Jaren geleden in het echte Japan: bij de Todaiji shrine in Nara
Toen ik voor het betreden van de houten vloer van de zaal mijn schoenen moest uitdoen en het rijstpapieren schuifdeurtje passeerde gingen mijn gedachten terug naar de week die ik jaren terug in Japan doorbracht. In Kyoto en Nara mochten we destijds sommige oude houten tempels ook alleen op sokken betreden. Maar ik stopte snel met dagdromen, want moest met mijn houten zwaard mijn tegenstander tegemoet treden. En daar had ik mijn volle aandacht bij nodig. Vechten is nou eenmaal niet mijn ding. Ik ben dan misschien wel een held, maar wel een op sokken...

donderdag 12 februari 2015

Masseren

'Ik heb vandaag twee mensen gemasseerd', was mijn verrassende antwoord op Wilma's vraag of ik vandaag op m'n werk nog wat had meegemaakt. Wanneer je als echtgenote van een kantoormedewerker zo'n antwoord krijgt kan dat best een verkeerd beeld geven, zeker in een week waarin de film 'Fifty shades of grey' (dames)hoofden op hol brengt.

Ik kon haar echter snel geruststellen. Het waren twee mannen van mijn leeftijd, die naast me zaten bij een congres in Tivoli-Vredenburg in Utrecht. Na een aantal formele presentaties van onder meer een wethouder en een gemeentesecretaris en zware inhoudelijke discussies sloot cabaretier Coen Jutte de middag af met een wat luchtigere en vooral muzikale bijdrage. Eerlijk gezegd vind ik het altijd wat gezocht om aan het einde van zo'n congres radicaal van toon te veranderen met een vrolijke noot en
voel ik me wat opgelaten om (nog voordat de borrel begint) ineens allemaal te gaan staan zingen ofzo. Een paar jaar terug was ik op een congres waar iedereen na afloop tientallen serpentines naar elkaar ging gooien waarna het daardoor ontstane gigantische web van gekleurd papier zogenaamd moest aangeven hoe complex en omvangrijk menselijke netwerken zijn. En een paar maanden terug sloeg mijn hart drie slagen over toen na een presentatie van prinses Laurentien uit alle hoeken van de zaal met een enorme knal massa's confetti over de mensen werden uitgestort.

Maar vandaag moesteen we dus aan het eind van het congres zingen en werd ons gevraagd te gaan staan, een kwartslag te draaien en de nek van je buurman of -vrouw te masseren.
En daarna was de buur aan de andere kant aan de beurt. Wat de link was met het inhoudelijke programma staat me niet meer bij, maar de cabaretier zal er ongetwijfeld een 'logische' draai aan hebben gegeven.

Afijn, ik kon even later met lekkere losse schouders weer de trein in naar huis. Overigens was het congres aan het begin van de middag geopend door minister Plasterk, waarmee ik maar wil aangeven dat zo'n bijeenkomst uit meer dan alleen maar slap gezeik bestaat...

donderdag 5 februari 2015

Spieren en rusten

Hèhè, vanavond even lekker in een stoel hangen met m'n iPad op schoot. Zo tegen het einde van de werkweek kies ik er nu voor om m'n spierinspanningen tot een minimum te beperken. Net genoeg om dit stukje te kunnen tikken, bij wijze van spreken. De boog kan immers niet altijd gespannen zijn, maar in sommige weken is-ie dat best vaak...

Gisterenavond heb ik lekker een potje gesquasht met René (waarna we aan de bar vrijwel alle wereldproblemen hebben opgelost) en de avond ervoor speelde ik m'n wekelijkse volleybalpartijtjes met mijn Fair Play-collega's.
Zondag ging ik - bij gebrek aan (dik) natuurijs - op de Rotterdamse schaatsbaan rondjes rijden met Bastiaan en z'n vriend Ard en de dag ervoor ben ik een lekker stuk wezen hardlopen.
Maar ja, 'je wordt ouder pappa!' zong Peter Koelewijn ooit al, en dat merk ik dan vooral als ik 's morgens op de fiets spri... stap om naar kantoor te gaan.

Ach, ik heb dan wel geen motor, maar op een of ander manier werk ik me blijkbaar toch een weg door de midlife-crisis heen.

Toen ik een poosje terug ook zo'n 'ik-doe-vanavond-eens-lekker-niks'-moment had en de krant zat te lezen hoorde ik Bastiaan aan z'n moeder vragen of ze zin had om een spelletje op de Wii-U te spelen. Wilma moest er even over denken en legde haar haakwerk opzij (het haken van dekens, mutsen, sjaals, knuffels en dat soort zaken voor wees-, zieken- of bejaardenhuizen in oost-Europa is háár nobele hobby). De Nintendo werd gestart en even later zaten
mijn vrouw en zoon met de tong uit hun mond fanatiek te sturen, piepen en bliepen met hun game-controllers.
Op een gegeven moment keek Bastiaan opzij naar mij en vroeg hij bloedserieus 'Hé pap, wat heb jíj eigenlijk voor hobby's?'

Ik keek hem aan, wachtte even en deed één wenkbrauw omhoog. Ik had me immers voorgenomen m'n spieren een avondje rust te geven.