donderdag 28 december 2017

Gespetter en gedruppel

Na de kerst heb ik een poos achterstevoren op de wc-pot gezeten. Nee, niet omdat ik iets verkeerds gegeten had (en waarom zou ik dan achterstevoren gaan zitten trouwens), maar al een paar dagen en nachten (!) liep het inbouw-waterreservoir van de wc in onze badkamer tergend langzaam vol nadat was doorgetrokken. Wanneer 's nachts iemand was wezen plassen kwam een kwartier later nog een gezellig watervalgeluidje uit de in de muur bevestigde stortbak. En omdat zo'n watervalgeluidje uitnodigt om te gaan plassen, ontstond een vicieuze cirkel.

Dankzij Google kwam ik er achter dat het membraan van de vlotter waarschijnlijk lekte en dat die in de bouwmarkt te verkrijgen waren. Ik verklaarde de badkamer tot verboden gebied, poseerde me achterstevoren op het wc-deksel om de drukknop van de muur af te schroeven en zo via die opening 'blind' het een en ander los te schroeven en voorzichtig het door Google 'aangewezen' membraan eruit te halen.

Bij de Gamma hing een verpakking met een membraan dat er hetzelfde uitzag, maar weer terug in de badkamer ontdekte ik dat het oude exemplaar een klein profiel had en de nieuwe niet. En inderdaad begon de plek waar ik het nieuwe membraan plaatste al snel behoorlijk te lekken. Ik belde de stortbak-producent, legde het uit en hij zei dat hij het juiste artikel naar een bedrijf aan de andere kant van Capelle zou sturen. Ik kom daar nu net vandaan, maar zag tot mijn verrassing dat ook dit exemplaar geen profiel had. De man achter de balie zei me toen dat zo'n profiel automatisch ontstaat wanneer het membraan jarenlang dienst doet in de stortbak. Er is namelijk maar één soort membraan voor deze inbouw-stortbakken. Ik dankte de man vriendelijk en fietste terug naar huis.

Daar kon ik weer de pot op, friemelde door de kleine opening in de muur het membraan op z'n plaats en draaide het een en ander zo stevig vast dat het membraan in één keer van een profiel werd voorzien. En met resultaat! Er spettert en druppelt niks meer na in onze badkamer! Dus gaan wij vannacht alsnog de Stille Nacht inhalen!

donderdag 21 december 2017

Wally is gevonden

Toen het vorige week zulk winters weer was kozen mijn zoon en ik er drie dagen voor om niet met de fiets naar school en werk te gaan, maar samen naar het metrostation te lopen en daar ieder een metro richting oost (school) en west (werk) te nemen.
Tijdens een van die metroritten zat er schuin tegenover mij een stevige échte Rotterdamse, die via het microfoontje van haar 'oortjes' hardop een telefoongesprek begon te voeren.
'Haai, met Nelleke', begon de vrouw, die - ik weet het vrijwel zeker - door al haar kennissen Nel wordt genoemd. Dit was namelijk al decennia lang geen Nelleke meer.

'Moets je horû!', ging ze verder, terwijl een vol metrostel gedwongen werd mee te luisteren. 'Wally is gevonden!'
Dat leek me goed nieuws. Wally vinden kan namelijk echt lastig zijn, maar mijn ervaring is dat als je maar lang genoeg zoekt je hem op een gegeven moment herkent aan z'n roodwit-gestreepte shirt en muts en aan z'n ronde brilletje.
'Ja ik hoor het ook net. Ik kom net uit ut ziekenhuis voor die ontsteking aan me smoel,' liet Nel daarna iedereen weten. Wat er aan de andere kant van de lijn gezegd werd weet ik niet, maar op een gegeven moment riep Nel iets als 'Nou ja, maar dan weet je ût!' in haar microfoontje en nam ze - tot opluchting van tientallen mensen - afscheid van haar gesprekspartner. Vrijwel direct erna tikte ze echter een nieuw nummer in en begon ze opnieuw letterlijk dezelfde riedel in haar smartphone te tetteren.
'Haai, met Nelleke' ('Hoi Nel').  'Moets je horû!' ('Zeg 't eens Nel'). 'Wally is gevonden!' (O fijn, nou gelukkig maar...). 'Ja ik hoor het ook net. Ik kom net uit ut ziekenhuis voor die ontsteking aan me smoel', waarna ze ook van deze kennis afscheid nam... én daarna wéér een nummer intikte, tot wanhoop van alle andere medereizigers. 
'Haai, met Nelleke' ('Hoi Nel'). 'Moets je horû!' ('Zeg 't eens Nel'). 'Wally is gevonden!'
Blijkbaar werd er vervolgens door haar gesprekspartner gevraagd wie in Godsnaam Wally was. En eerlijk gezegd was ook ik (net als veel van mijn lotgenoten) eigenlijk best nieuwsgierig geworden.
'Je weet wel, die teckel van de overkant!!' liet Nel iedereen weten, en aan haar verdere reactie te zien kreeg ze weinig begrip van degene aan de andere kant van de lijn, die - denk ik - net zo verbluft was door het onzin-telefoontje als alle metroreizigers. Het ging over de teckel van de overkant... Tóch ging de stevige Rotterdamse na een korte stilte weer onverstoorbaar door met haar standaardtekst van vandaag. 'Ja ik hoor het ook net. Ik kom net uit ut ziekenhuis voor die ontsteking aan me smoel'.
Ook het ziekenhuisbezoek was zo te horen nieuw voor deze derde gesprekspartner. 'Ik heb 'n wond die niet wil genezen en de dokter zegt dat dat ook komt omdat ik te veel rook', gaf Nel dit keer als extra informatie. De reactie van degene aan de andere kant van de lijn liet waarschijnlijk weinig te raden over, want Nel riep alleen nog 'Ach krijg ut lazurus!' en nam daarna vlot afscheid.
Ondertussen had de metro de halte bereikt waar ik eruit moest. Terwijl ik het perron op stapte stelde ik me voor dat wanneer Simon Carmiggelt nog had geleefd hij hier een heel mooie 'kronkel' over had geschreven. Wat hield me eigenlijk tegen om dit (als een soort van hommage aan deze nu 30 jaar geleden overleden schrijver) een keertje op m'n blog te schrijven?

donderdag 14 december 2017

Link weer

'We laten het gewoon doorgaan en we zien wel hoeveel er komen jôh' zei m'n collega afgelopen maandag. Ondertussen bleef de sneeuw met bakken naar beneden komen (of horizontaal langswaaien). Treinen reden niet of nauwelijks, mensen werden aangemoedigd om vooral thuis te blijven, auto's konden de Brienenoordbrug niet meer over en Co de Roodt was trending topic op Twitter en Facebook. Maar de afscheidsreceptie van onze collega's ging gewoon door!
Voor een hapje, een drankje en vooral veel klessebessen met het netwerk hadden wij ook dit keer 'Verhalenhuis Belvédère' op Katendrecht afgehuurd. In feite komt het erop neer dat we Katendrecht nog altijd associëren met ouwehoeren.
Het werd een barre tocht om er te komen. Het is vanaf ons kantoor op de Wilhelminapier maar pakweg een kilometer lopen, maar op 11 december 2017 voelde die ene kilometer wandelen op de Kop van Zuid aan als tweehonderd kilometer kluunen in De Hel van het Noorden anno 1963. Ook op de loopbrug tussen Hotel New York en Katendrecht was het oppassen geblazen. Want ook deze zo genaamde 'Hoerenloper' was over de volle lengte voorzien van een glijmiddel.

Eenmaal binnen in het Verhalenhuis sloegen we de sneeuw van onze jassen, tassen en schoenen en gingen we aan de warme drank en snacks. Van binnenuit bezien zag het er buiten feeëriek uit. Waarschijnlijk lag het aan de hoge halfronde ramen en aan de oude geveltjes aan de overkant van de straat dat het er buiten uit zag als een winter in de jaren 50. Telkens wanneer er weer een besneeuwd personage het pand betrad was het voor de al aanwezigen even raden wie die mystery guest dít keer was. Gelukkig hadden nog verrassend veel genodigden - die van veel verderaf moesten komen dan wijzelf - de barre omstandigheden getrotseerd en werd het een gezellig samenzijn.

Nadat de gasten een poosje later weer waren vertrokken maakten ook wij ons op voor een wandeling terug naar de overkant van de loopbrug. Daar lag immers restaurant Loetje, waar we een onvolprezen steak gingen eten.

Gezien de kans op glij- of valpartijen op die voor de deur liggende gladjakker stel ik overigens voor dat ze de naam op Code Rood-dagen voortaan veranderen in Linke Loetje.

En zeg nou zelf: 'Linke Loetje en de gladde hoerenloper' zou zo maar een prima titel van m'n nieuwe roman kunnen zijn...

donderdag 7 december 2017

Vet

Toen ik dinsdag thuis kwam vroeg Wilma me, terwijl de groenten en het vlees al op het gas stonden te pruttelen, of ik de frituur wilde aanzetten. 'Dan eten we er aardappelkroketjes bij!'. Ik legde m'n smartphone op het kastje in de hal en liep naar de schuur, omdat daar onze frituurpan staat. Ik riep nog dat het even zou duren omdat ik er eerst nieuw vet in moest doen. Afgelopen zaterdag had ik onze jaarvoorraad flessen met oud vet bij de supermarkt afgeleverd, maar het nieuwe vet dat we een paar dagen daarvoor hadden gekocht had ik nog niet in de pan geschonken. Dus draaide ik nu de dop van een van de twee plastic Diamant-flessen... en zag ik dat die gevuld was met oude vet-smurrie! Ook de tweede fles bevatte geen nieuw vet, maar oude smerigheid! Had ik zaterdag nou per ongeluk ook de nieuwe flessen weer ingeleverd? Ik had ze toch een voor een gecheckt..?

Omdat ik zo gauw geen idee had waar de nieuwe flessen gebleven waren riep ik naar Wilma wat er aan de hand was en dat ik wel even nieuw frituurvet ging kopen. Ik sprong op m'n fiets en haastte me naar de Plus. Daar pakte ik de grote plastic flessen uit het rek, zette ze op de band bij de kassa en... ontdekte ik dat ik m'n betaalpas op het kastje in de hal had laten liggen, in het mapje van m'n smartphone. En omdat ik ook geen contant geld bij me had moest ik weer rechtsomkeert maken. Zucht...

Weer thuis parkeerde ik m'n fiets in de schuur, pakte ik uit de gang m'n betaalpas en autosleutels, riep ik iets als 'was betaalpas vergeten, ga nu weer terug!' en pakte ik de auto voor wéér een ritje naar de supermarkt. Omdat daar m'n eerder gepakte flessen alweer bij de kassa waren weggehaald, liep ik nóg een naar het juiste rek. Nadat ik had afgerekend ging ik weer huiswaarts.

Hèhè, nu kwam alles goed. Al duurde het natuurlijk nog wel even voordat het nieuwe vet op temperatuur was. Maar eind goed al goed: de aardappelkroketjes smaakten voortreffelijk. Terwijl we die nuttigden vroeg ik me wel af of ik zaterdag nou écht twee nieuwe, dichte flessen frituurvet in het recycle-luikje van de supermarkt had gegooid. Heb ik op het laatste moment dan toch, in een Hans Klok-achtige actie, een paar verkeerde met juiste flessen omgeruild..? En ben ik dus in m'n eigen truc getrapt? 

Dat zou vet-cool zijn. Dan ligt er nog een cariëre als illusionist in het verschiet. Ik kan alleen m'n haren niet zo in de wind laten wapperen als Hans. Daar heb ik namelijk al eerder een vette verdwijntruc mee gedaan..