donderdag 25 december 2014

Inpakken en plakken

Zo, alle kado's waren gekocht. Ze moesten alleen nog even ingepakt worden. En toen Bastiaan even met Wilma meeliep naar buren voor wie zij - als kerstverrassing - een kleedje had gehaakt, vroeg hij me of ik de kado's die hij had gekocht a.u.b. ook meteen wilde inpakken. Hij had Wilma's lootje getrokken en wist niet of hij vanavond nog de gelegenheid had het stiekem voor haar in te pakken. Én hij is er nou eenmaal niet handig in, vindt hij.
Nou, ik ben er ook buitengewoon onhandig in... Maar ondanks dat pakte ik de kado's, het inpakpapier, plakband en een schaar en legde ik het in ons halletje op de eerste verdieping. Daar had ik lekker de ruimte en zou ik niet 'betrapt' worden wanneer Wilma weer thuiskwam.

Ik knipte stukjes plakband, bevestigde die voor het gemak even losjes aan de trap en begon - waarschijnlijk met m'n tong uit m'n mond - fanatiek te knippen.  Op een gegeven moment had ik een rol blauw-glimmend inpakspul te pakken, dat geen papier maar een soort aluminium bleek te zijn. Het in een nuttige vorm vouwen ervan was al bijna ondoenlijk, maar ik werd pas echt gek toen de plakbandjes nauwelijks op het glimmende glitterspul bleven plakken. Daarbij kwam nog dat onze kat Sam, die mij in het halletje had ontdekt, buitengewoon veel interesse had in de aan de trap bevestigde plakbandjes. Binnen de kortste keren hingen daar geen strakke stukjes tape meer, maar verfrommelde en natte stukjes doorschijnend plastic. En het plakbandrolletje zelf belandde na een zwieper van Sam beneden in de hal...

Het zal aan het feit gelegen hebben dat het kerstavond was dat ik in m'n eentje allerlei namen uit het kerstverhaal ging roepen, soms voorzien van bijvoeglijke naamwoorden als 'gloeiende gloeiende'. En net toen ik in een halve spagaat lag om alle stukjes papier en plakband op de juiste plaats te houden ging de bel en stond Bastiaan's vriendje voor de deur met de vraag of die thuis was.

Afijn, uiteindelijk is het allemaal goedgekomen. Ruim voor 12 uur. Toen waren alle figuurlijke kruitdampen weer weggetrokken en kon de Stille Nacht beginnen...

Prettige feestdagen iedereen! En mocht je naar familie of kennissen gaan: blijf daar maar lekker lang plakken!

donderdag 18 december 2014

Pom-pom, dub-a-dub en ho-ho

'Pom-pom-pom-pom' klonk het op m'n koptelefoontje terwijl ik de hond vanavond uitliet. Eeeh... de hond én de kat, bedoel ik. Want telkens wanneer ik tegenwoordig m'n jas aantrek om nog even een blokje-om te gaan met onze Jack Russel Moos, wordt ook kat Sam wakker en spurt hij naar buiten om een rondje mee te lopen.

Dus ook vanavond, met 'Lonely this christmas' van Mud op Sky Radio.
Moos loopt altijd keurig naast me en stopt hooguit even om een poot op te tillen, maar Sam lijkt met een heel lang elastiek aan mij te zijn vastgemaakt. Eerst blijft hij achter, waarna hij vervolgens als door een katapult afgeschoten langs me heen schiet.
En terwijl ik luister naar 'Dub-a-dub-a-dum-dum' van 'Stop the Cavalry' (Jona Lewie) trekt Sam zich niets aan van die vredelievende teksten maar verstopt hij zich achter een heg, om van daaruit een verrassingsaanval op de onverstoorbare Moos uit te voeren.

Zo loop ik op deze donkere en stormachtige decemberavonden soms in m'n eentje te lachen om de koddige taferelen die mijn hond en kat beleven.
Dus mochten jullie 's avonds soms buiten 'Ho-ho-ho' horen, dan kan je ervan uitgaan dat het de kerstman met zijn slee is, maar horen jullie 'ha-ha-ha', dan is het misschien rednosed Marco met zíjn twee rendieren...

donderdag 11 december 2014

Poep en scheet

Toen Wilma en ik elkaar nog niet zo lang kenden hadden we kontakt met een stelletje dat elkaar vrijwel constant met 'poep' en 'scheet' aansprak. Het was kleffigheid om weeïg van te worden. Voor de gein deden we ze weleens na als we met z'n tweetjes thuis waren. 'Heh poep' en 'ja scheet' klonk het ook bij ons regelmatig. Totdat we zo aan onze imitatie gewend waren dat we het ook onbewust gingen doen waar anderen bij waren. En toen we merkten dat anderen ons er (terecht) net zo op aankeken zijn we er maar gauw mee gestopt. Elkaar winderige namen geven biedt overigens geen enkele garantie. Het originele poep-en-scheet-stel was niet veel later in een vloek en een zucht uit elkaar.

Ik neem aan dat vrijwel iedereen wel van die woorden kent die je met iemand associeert. Zo roept m'n vader al sinds jaar en dag met enige regelmaat 'flauwekul allemaal' (enigszins zogenaamd bozig en lijzig uitgesproken) waarbij het verrassend vaak een juiste beschrijving blijkt te zijn. Want eigenlijk is best wel veel flauwekul, als je wat relativeert. En mijn oom Jan riep vroeger vaak 'láááten doen!' tegen m'n tante, waarbij het neem ik aan vooral het gedrag van hun (puber)kinderen betrof.

En dan is er nog dat bijzondere commando dat m'n vader - als ik het goed heb onthouden - ooit oppikte toen hij op visite was bij een oom en tante van m'n moeder.
Tante was in de keuken een stamppot aan het bereiden en riep op een gegeven moment naar haar man 'Kom je stampen, Kees!'

M'n vader vond dat een fraaie, wat dubbelzinnige oneliner, die hij daarna regelmatig is gaan gebruiken. Niet alleen wanneer m'n moeder een stamppot bereidde, maar ook wanneer hij op televisie een aantrekkelijke, rondborstige, wulpse verschijning zag riep hij dan 'Zo! kom je stampen Jan!'.

Ik vind dat je familietradities in ere moet houden. En dus hoor ik Bastiaan tegenwoordig ook af en toe ook al 'zo, kom je stampen!' roepen... De scheet!

donderdag 4 december 2014

De metro en de poppenkast

Nee, het leek me geen goed idee om deze week alweer een stukje over mijn nieuwe werkomgeving te schrijven. Zo'n stukje waarin ik dan m'n verbazing over een aantal zaken beschrijf... Ik moet niet te veel in herhaling vervallen, vind ik van mezelf.

Het is ook wat te makkelijk om cynische tekstjes te tikken over nieuwigheden waar ik tegenaan loop en m'n vraagtekens bij zet. Ik zou dan iets kunnen zeggen over het feit dat er niet alleen (te weinig) werkplekken voor degelijke ambtenaren zijn gecreëerd, maar dat ook creatieve en kunstzinnige geesten (te veel) ruimte toebedeeld hebben gekregen om zich eens lekker uit te leven.

En ik zou dan bijvoorbeeld een foto kunnen plaatsen van het bord in de hal bij de lift. Met wat fantasie is ons gebouw namelijk te beschouwen als een verticale stad, is ons wijsgemaakt. En dus is de lift eigenlijk een metro die ons naar stations brengt.

Ik wil als nuchter mens best meegaan in zo'n creatieve 'gedachtentrip', maar zie dan toch te weinig overeenkomsten tussen onze lift en een metro.

De wachttijden bij de metro bijvoorbeeld, die zijn veel korter. En het geluid bij de start van de lift op de begane grond... geen metro die zo veel decibel haalt (als gevolg van een constructiefout klinken er harde fluittonen in de hal wanneer er liften vertrekken of aankomen).
Desalniettemin hebben sommige verdiepingen - al dan niet fantasierijke - namen van 'metrostations', die nieuwsgierig maken.

En zo kwam het dat ik op de verdieping 'Maas en Rotte' uit de lift stapte en daar een soort van kunstwerk aantrof. Een kunstwerk dat overigens bij mij geen enkele associatie opriep met de Maas of de Rotte.
Wél met een poppenkast!
Ik trof er een briefje aan en las dat iemand anders die zelfde gelijkenis had gezien. 'De voorstelling Jan Klaassen & Katrijn is afgelast' stond er.

Daar heb ik dan wel weer lol in.

Maar nogmaals: ik wilde niet weer een stukje over mijn nieuwe werkomgeving schrijven.
De enige reden zou kunnen zijn dat er binnenkort een paar open dagen voor familieleden zijn en dat ik weliswaar 'plaatsvervangend trots' ben op het gebouw en het uitzicht, maar dat ik plaatsvervangende schaamte voel bij al die eeeh.... poppenkast.

donderdag 27 november 2014

Recycle-pa

Door te recyclen geven we veel spullen een tweede leven. Al ver voor dat begrip gemeengoed was bracht mijn vader dat in de praktijk. Niet vanwege milieu- of duurzaamheidsidealen, maar vooral omdat hij het gebruiken van oude materialen voor het creëren van iets nieuws leuk vond (en in het begin waarschijnlijk ook uit kostenoverwegingen).

De ver-weg-kar achter m'n vader's fiets,
op weg naar Vliegveld Seppe (Bosschenhoofd)
(van super8-filmpje geplukt)
Zo kan ik me bijvoorbeeld herinneren dat hij zelf een (soort) bolderkar maakte van onder meer materiaal van een oude kinderfiets. We gebruikten die kar vooral tijdens tochtjes vanaf camping Hoeven, waar we onze zomerse weekends doorbrachten. Soms bonden we de kar achter een fiets en zat m'n kleine broertje Raymond erin. 'De ver-weg-kar' noemde we m'n vaders eigen fabrikaat daarom. Een poosje later had hij ook een karretje gemaakt dat we meenamen op vakanties naar Zuid-Frankrijk. Tijdens wandeltochten door Franse bergdorpjes kon m'n broertje zo zijn korte beentjes even rust geven. Die 'ontzettend-ver-weg-kar' had een heel andere vorm. Toen een vriendin van m'n zus een stukje van onze super-8 vakantiefilm zag vroeg ze welgemeend waarom wij een grasmaaier meenamen op onze wandeltochten...

Ook vandaag de dag nog knutselt mijn vader graag. Over het unieke handige tuintafeltje heb ik het al eerder gehad, maar hij heeft alweer een poosje terug bijvoorbeeld ook een oude pc gesloopt en van het omhulsel een afzuigkap voor in de schuur gemaakt (waar hij frietjes bakte).

En vorige week wees hij me op een lampje in een stopcontact in de 's avonds donkere gang van hun appartement.
'Herken je die nog?' vroeg hij. Het bleek mijn vroegere nachtlampje te zijn; een halfrond matglas-bolletje ter grootte van het stopcontact. Omdat de stopcontacten van tegenwoordig dieper liggen dan die van vroeger was het heel lastig om zodanig grip te krijgen op het halve bolletje dat je het gemakkelijk uit het contact kon trekken.
Daarom had m'n vader (zonder dat het als zodanig herkenbaar was) de dop van een parfumfles aan die halve bol bevestigd. Ik vond het ludiek en handig!!

Ik had het lampje - met of zonder parfumdop- overigens niet herkend. Wel stelde ik me voor dat toen ik een halve eeuw terug in het schijnsel van het lampje lag weg te doezelen, m'n vader beneden vast een ander nuttig of leuk ding aan het knutselen was geweest...

donderdag 20 november 2014

Nieuw werken op nieuwe plek

Ik werk al lang voor de gemeente Rotterdam en in al die jaren heb ik veel verhuizingen meegemaakt en dus verschillende werkplekken gehad. Maar nooit was overgang zo 'ingrijpend' als gisteren.

Dat komt vooral omdat we deze keer niet alleen naar een nieuwe locatie zijn gegaan, maar dat we ook 'anders' zijn gaan werken. 'Het Nieuwe Werken' betekent onder meer dat (vrijwel) papierloos wordt gewerkt (alles digitaal) en dat niemand meer een vaste werkplek heeft. Er zijn drukke kantoortuinen, stiltehokjes, zithoekjes waar je met je iPad op schoot wat mailtjes kan versturen en zo nog wat werkvarianten. En mocht er onvoldoende plek zijn (per persoon is er maar 0,7 werkplek) dan moet je maar in een ander gemeentelijk pand in de stad een plekje zoeken.
Ach, wanneer ik dit tekstje over een poosje lees vraag ik me vast af wat nou precies 'het punt' is, maar ik merkte vandaag dat de omschakeling best fors was.

Om ervoor te zorgen dat we ons desondanks gauw zouden thuisvoelen werden we vriendelijk welkom geheten door als stewardessen verklede gastvrouwen, die ons over de verdieping rondleidden en allerlei zaken uitlegden. Ze vertelden onder meer over de lockers die te activeren zijn met onze personeelspas (alleen deed die het nog niet), over de twee koffieautomaten waarvan er een met gemalen en een met hele bonen koffie zetten (alleen deden ze het nog niet), over de printer (die later op de dag nog wel zou worden geactiveerd), over de fietsenstalling (waar geen brommers en scooters in passen). Ook hoorden we hoe (ingewikkeld) we externe gasten kunnen ontvangen, dat er op werkplekken niet gegeten of gesnoept mag worden, hoe (in sommige gevallen) vergaderkamers gereserveerd kunnen worden en ga zo nog maaar een poosje door...

Toen ik aan het eind van de werkdag het gebouw uitliep en al die nieuwe afspraken en regeltjes me een beetje deden duizelen stonden daar twee Engelse telefooncellen met TV-presentatoren Lucille Werner en Frits Sissing erin. Ik dacht even dat ik nu rare dingen ging zien omdat het me blijkbaar allemaal wat te veel was geworden. Deze BN-ers leken een statement te maken. Kijk eens wat al die bezuinigingen bij de publieke omroep voor gevolgen hebben voor ónze werkomstandigheden! Daarna zag ik echter al snel dat dit niks met m'n werk te maken had, maar met de bijzondere TV-actie 'Sta op tegen kanker' waarvoor zij op deze ludieke manier geld inzamelden.

Dat leerde me meteen weer relativeren. Want prettige werkomstandigheden zijn dan misschien wel belangrijk, er zijn andere dingen in het leven die nog véél belangrijker zijn...


donderdag 13 november 2014

Euro-punt uit

Het moet ergens in het begin van de jaren 80 zijn geweest dat ik de Europoint-gebouwen op het Rotterdamse Marconiplein voor het eerst betrad. Ik werkte op het stadhuis aan de Coolsingel en moest voor een vergadering met de tram naar deze kantoorkolos aan de rand van Rotterdam. De metro reed nog niet zo ver in die tijd. Ik weet nog dat ik (met het gezellige, kleinschalige stadhuis in m'n achterhoofd) dacht 'wat ben ik blij dat ik hier niet werk...!'

Maar het is nu eind 2014 en komende maandag neem ik afscheid van diezelfde Europunt-torens, na er in totaal zo'n 22 jaar te hebben gewerkt. In fases neemt de gemeente Rotterdam dit najaar haar intrek in het gloednieuwe megakantoor 'De Rotterdam' naast de Erasmusbrug. De afgelopen weken werd in het oude pand verdieping na verdieping verhuisd en ontruimd, en laat mijn afdeling nou net de op-een-na-laatste zijn die komende week mag vertrekken. Met als gevolg dat we al weken geconfronteerd worden met een steeds groter wordende troep en andere ongemakken.

Want het viel de afgelopen jaren al eerder op dat men ervoor koos minder onderhoud te plegen, maar nu is dat tot een absoluut minimum gedaald. En dus worstelen we ons nu al weken tussen allerlei kasten, stoelen, bureau's en kopieerapparaten in de hal door om te gaan werken in een toren waar de koffieautomaat vaak 'niet thuis' geeft, wc's niet meer doortrekken (of onheilspellend borrelen), zeeppompjes leeg zijn en handdoekautomaten niet meer functioneren.


Oké, de omstandigheden zijn dan wel niet echt 'gallisch' te noemen, maar toch voelen ons een beetje als Asterix. Een kleine nederzetting op de 5e verdieping biedt moedig weerstand tegen alle veranderingen.

Ach, we maken er onderling in de gigantische rommel maar het beste van en houden er terdege rekening mee dat er maandag een bordje op de deur van het gebouw hangt met 'alvast gesloten, regel ergens een ladder en sla een raampje op de eerste verdieping in!'

En dan nu als uitsmijter een voorzet voor het inkoppertje van de week: Ookal zijn ongeveer alle apparaten in deze ambtenaren-torens buiten dienst, wie werken er wel gewoon door?

donderdag 6 november 2014

Als je je best niet doet

Wat was het nog lekker weer afgelopen weekend! Voordat ik daarom zaterdag een rondje zou gaan hardlopen stak ik nog even mijn hoofd om de hoek van Bastiaan's kamer. Die zou vandaag zijn huiswerk doen, omdat we de dag erna met m'n schoonfamilie naar de Beverwijkse Bazaar zouden gaan.
Ik weet het, zo'n huiswerk-check is uiterst vervelend. Elke keer wanneer ik het doe hoor ik mijn eigen vader zo'n 40 jaar terug weer 'goed je best doen, hè?' of een soortgelijke 'aanmoediging' roepen vanuit zijn kantoor dat naast mijn kamer lag. En wanneer we bijvoorbeeld in de stad een zwerver of 'opvallend typetje' zagen, stootte m'n pa me aan en zei hij 'zo word je later ook als je je best niet doet op school'. Anno 2014 zegt hij het nog wel eens tegen me en is het een van onze 'running gags'.

Bastiaan moppert vaak wanneer ik hem vraag hoe het staat met zijn huiswerk, maar soms heeft hij een andere variant. Deze keer vroeg hij of ik even bij hem wilde komen. Ik verwachtte dat hij mijn hulp nodig had bij zijn huiswerk, maar dat was niet het geval. 

'Trek eens aan mijn vinger!' zei hij alleen. Ik zuchtte en besloot het maar even mee te spelen. In tegenstelling tot wat ik verwachtte hoorde ik daarna geen lichamelijke reactie van m'n zoon. Blijkbaar liep het met een sisser af, zal ik maar zeggen. Daarna herpakte ik mijn serieuze toon. Ik keek over zijn rug mee naar zijn boek en zei na een poosje iets als 'lukt het hier verder wel?', waarop hij - terwijl hij het een en ander opschreef - 'prima hoor!' antwoordde.
'Ik had het dus over je huiswerk hè', zei ik nog voor de zekerheid voor ik z'n slaapkamerdeur achter me dicht deed. 'O, eeeh, ik eigenlijk niet. Bedankt voor het aan m'n vinger trekken!' antwoordde hij lachend. Zucht!

Afijn, al was het niet in een poep en een scheet gebeurd, zonder huiswerk-zorgen hadden we zondag een gezellige dag op de Beverwijkse Bazaar, waar we tientallen kraampjes met telefoon- en tablethoesjes, opzet-tandenborstels, (exotische bling-bling) kleding en lekkernijen passeerden.
Omdat het begin november was waren er ook kraampjes met Halloween-griezelspullen, zoals doodshoofden, enge maskers en losliggende ledematen.
Vingers om aan te trekken heb ik er niet gezien.
Wel moest ik me tijdens het slenteren door de hallen af en toe inhouden om Bastiaan niet aan te stoten om de 'running gag' van m'n vader aan de volgende generatie door te geven...

donderdag 30 oktober 2014

Het lot van Artis

Loterijen geven minder grote geldprijzen maar meer kleine prijzen, stond vorige week in de krant. Dat verklaart dus waarom Gaston Starreveld nog nooit voor onze deur heeft gestaan maar dat we in plaats daarvan prijzen van het kaliber Ben & Jerry-ijs en duurzame anemonebollen winnen. Inmiddels hebben we de bollen opgegeten en het ijs in de grond gestopt (of was het nou andersom?) en nu resteerden alleen nog de onlangs gewonnen kaartjes voor een pretpark of dierentuin.

Afgelopen zaterdag togen we daarom naar Artis. Het was voor Wilma als geboren Amsterdamse een mooie gelegenheid om jeugdherinneringen op te halen en jaren terug waren we er ook al eens met haar ouders geweest. 
Het was droog en niet te druk dus prima condities om op ons gemakkie langs alle verblijven te slenteren en hier en daar wat te eten en drinken. 
Het viel ons daarbij wel op dat Artis een flinke opknapbeurt kan gebruiken. Niet alleen omdat veel ijzer- en betonwerk zijn beste tijd had gehad, maar vooral omdat ons echt opviel dat dieren soms in vrij kleine (lees: te kleine) ruimtes zitten. 
Daar waar in Blijdorp de afgelopen decennia veel grote dierverblijven zijn verrezen voor bijvoorbeeld olifanten, vogels, tijgers en zeedieren blijft Artis op dat punt echt achter. Wel was er (net als in Rotterdam) een savanne voor giraffen, maar ik heb me staan 'verbazen' over de olifanten die in een te kleine ruimte stonden te wiebelen en haaien die in de tien minuten dat we er onze boterham opaten noodgedwongen tientallen keren hetzelfde te kleine rondje moesten zwemmen.

Vlak voor we de dierentuin verlieten kregen we te horen dat Artis gelukkig plannen heeft voor een veel groter olifantenverblijf. 
Ik hoop dat dat een eerste stap is. Wij hebben voor we naar huis gingen nog even een bezoekje gebracht aan Wilma's oude wijk en keken toen we onderweg een hapje aten terug op een geslaagde dag, mede dankzij 'het lot van' de Postcodeloterij. 

Maar het moet me dus wel van het hart dat veel dieren in Artis eigenlijk een beter lot verdienen...

donderdag 23 oktober 2014

Bond

'Waar is James Bond wanneer de wereld 'm nodig heeft?' denk ik wel eens wanneer ik kijk naar de nieuwsuitzendingen van de laatste tijd met berichten over terreur, ebola en andere ellende. Nou, in de Rotterdamse Kunsthal dus. In alle soorten en maten; van Sean Connery tot Daniel Craig.

Sinds een paar weken worden onder de naam Designing 007: Fifty Years of Bond Style allerlei attributen uit de James Bond-films ten toon gesteld in het museum waar twee jaar terug nota bene een kunstroof werd gepleegd door een paar boeven die zo uit de Bassie en Adriaan-reeks leken te zijn weggelopen.
Ik ben sinds ik in 1974 'The man with the golden gun' in de bioscoop zag een liefhebber van de films van 007 en heb sinds een poosje alle DVD's in m'n bezit. 


Ook Bastiaan heeft inmiddels aardig wat delen van de serie gezien en daarom schuifelden we vandaag saampjes langs bijvoorbeeld de originele hoed die schurk Oddjob in Goldfinger als wapen gebruikt, het metalen gebit van Jaws (de onlangs overleden Richard Kiel) en de sensuele bikini's van Ursula Andress (uit Dr. No) en Hale Berry (uit Die Another Day). Ook de originele Aston Martin die vooral in de eerste Bond-films voorkwam was te bewonderen. 

En niet te vergeten de vele gadgets die Q iedere film weer aan Bond meegaf. In de vitrines lagen onder meer levensgevaarlijke pennen, horloges, koffers en een gipsen poot.

We vonden het zeer de moeite waard en sloten de middag af met een exotisch hapje in hotel Bazar aan de Witte de Witstraat. Terwijl ik daarna moe maar voldaan in de metro zat uit te buiken installeerde Bastiaan op m'n nieuwe gsm een paar handige apps. Eigenlijk heb ik ook m'n eigen Q, dacht ik toen. En ik beschik mede dankzij Samsung over gadgets waar de James Bond van twintig jaar terug nog niet van had durven dromen...

donderdag 16 oktober 2014

Autocorrectie

Het valt me mee dat tot op heden nog niet de pleuris is uitgebroken omdat ik een van m'n familieleden, vrienden of collega's grof heb beledigd. Niet mondeling, maar via een sms, whatsapp of mailtje. Dankzij de autocorrectie op m'n telefoon of tablet stuur ik soms de meest wonderlijke berichtjes en vervorm ik allerlei namen. Zo noemde ik iemand van een organisatie met wie ik samenwerk onlangs 'de heer Croissant' (omdat zijn echte achternaam met een 'c' begon), noemde ik een ander mannelijk werkcontact Marion en las een van mijn collega's 'Hoi Marinade' als eerste woorden van mijn mail. Ik troost me met de gedachte dat ook anderen er last van hebben. Een poosje terug verwees een vrouwelijke collega me in een whatsappje naar 'waar we het gisterennacht over hadden gehad'. Dat 'nacht' had de autocorrectie er voor het gemak zelf maar even bij verzonnen. Zoiets kan toch zo maar tot flink wat ongemak leiden bij mij thuis...

Terwijl ik dit (hopelijk zonder al te veel gekke woorden) tik bedenk ik dat die autocorrectie ook z'n vóórdelen heeft. Je kan het namelijk ook 'omdraaien'; eens lekker allerlei frustraties botvieren in gemene, lelijke berichten aan een ieder en achteraf de schuld geven aan die autocorrectie!

Nu we op kantoor het werken met papier tot een minimum moeten beperken schrijf ik geen aantekeningen meer op een blocnote tijdens een gesprek of vergadering, maar tik ik die ook op m'n tablet. En ook daarbij gaat het vanwege de autocorrectie nog wel eens mis.

Wanneer ik dan later m'n aantekeningen er nog eens bij pak kom ik woorden tegen die kant noch wal raken en die ik in sommige gevallen ook niet meer kan herleiden tot wat ik heb bedoeld.
Ik noem die autocorrectie-functie danook liever de 'Gilles-de-la-Tourette-functie'.

Ik moet trouwens eerlijk zeggen dat het in het verleden ook niet altijd meeviel om mijn handgeschreven aantekeningen achteraf te ontcijferen. Vroeger kreeg ik vaak te horen dat ik best een mooi handschrift had, maar daar is in de loop van de jaren flink de klad in gekomen. 

Alleen als ik er goed m'n best op doe mag het resultaat er nog zijn. Zo gingen we een paar jaar terug met mijn schoonfamilie op vakantie naar Zuid Frankrijk en kwamen we er nog voor de Belgische grens achter dat m'n zwager Frans geen nummerplaat had op zijn gehuurde aanhanger. 

Dus pakten we een stuk karton en schreef ik er met mooie, duidelijke blokletters zijn kentekennummer op. We waren er zeker van dat Frans onderweg door een ijverige agent zou worden aangehouden, maar hij heeft in totaal zo'n 2600 kilometer zonder problemen met mijn handschrift achterop z'n aanhanger gereden. Blijkbaar leek die nummerplaat vanaf een afstandje toch 'net echt'. 

Samengevat kan je stellen dat ik problemen heb met de autocorrectie, maar dat een aanhangercorrectie me wél goed afgaat.

donderdag 9 oktober 2014

Aan de bomen

Net nadat ik m'n tablet pak om dit stukje te schrijven sms't onze zoon ons dat hij op dit moment in de Pizza Hut in Londen op zijn bestelling wacht. Bastiaan stapt deze week een aantal dagen met zijn klasgenoten door Londen. Ze zijn al voor de derde keer in Engeland en bezoeken onder meer Trafalgar Square, the National Museum en de Shakespeare Globe en lopen vanzelfsprekend langs de wereldberoemde bezienswaardigheden. Bijzonder is dat ze in the National Gallery (vooraf ingestudeerde) uitleg gaan geven aan bezoekers over schilderijen van onder meer Rembrandt en Vermeer. En dat allemaal in het engels natuurlijk. De toehoorders zullen vast onder de indruk zijn van deze bijdehandte 14-jarige Nederlandse jochies en meiden.

Nou is onze zoon niet altijd zo bijdehand hoor. Zo vroeg hij een tijdje terug 'groeien komkommers serieus aan een struik?'.
Oké, dit is flauw.
Ik geef toe: het is op zich helemaal niet zo'n rare vraag, maar wel een die mij een soort van deja-vu bezorgde.

Als klein ventje vroeg ik mijn vader en moeder namelijk ooit waar de kroketten eigenlijk vandaan kwamen. Ik vroeg me af wat die blubberige toestand in dat krokante korstje nou eigenlijk was.
Ook geen gekke vraag volgens mij; zelfs vandaag de dag vraag ik het me nog wel eens af nadat ik een hap heb genomen.
Later herinnerden mijn vader en moeder me een beetje plagerig aan die vraag en maakten ze ervan dat ik vroeger had gedacht dat kroketten aan een boom groeiden.
Het is inmiddels een leuke 'running gag' geworden en ik laat het ook maar zo...

Misschien dat ik later ook wat plaagstootjes kan uitdelen aan onze komkommer-geïnteresseerde zoon die op dit moment lekker geniet van een kort weekje buitenland terwijl de herfst zijn intrede doet. De temperatuur, regen en wind zorgen ervoor dat de bomen nu snel verkleuren en hun blad verliezen. Met een beetje fantasie kan je de rijpe kroketten zo zien hangen!

Pas nadat ik dit stukje heb geschreven lees ik overigens dat het vandaag Nationale Krokettendag is. Toeval bestaat niet...

donderdag 2 oktober 2014

Nog een keer gisteren

'Wat zit er ookalweer in die dikke ordner?' vroeg ik me af toen ik vorige week wat zocht op de vliering. Ik opende hem en herontdekte tientallen in de jaren zeventig en (begin) jaren tachtig zelf samengestelde hitparades. In sommige gevallen op zo'n gelig kladblokblaadje geschreven, maar in de meeste gevallen als onderdeel van een wekelijks volgeschreven 'boekwerkje'.

Net als zo veel jonge gozertjes (en meiden?) uit die tijd speelde ik deejay op een niet-bestaande radiozender en daar hoorde nou eenmaal een hitparade en een 'nét-echt weekblad' bij. Een paar jaar later startten mijn 'partner in crime' René en ik daadwerkelijk piratenzender 'Transistor' in Dordrecht, maar verder dan een paar uurtjes in de week veel plezier hebben met het zo maken van radioprogramma's die door wat bekenden (en anderen?) werden beluisterd én een paar 'Drive-in shows' in wat clubgebouwtjes is het nooit gekomen (zie ook mijn eerdere blogs....).

Vele herinneringen kwamen terug toen ik bladerde door de stapel hitparades. Natuurlijk zag ik m'n idolen van destijds (Queen, ELO, Eagles, Supertramp) telkens hoog in de lijstjes staan. En ook nummers die ik nu nog regelmatig beluister op Spotify of een Greatest Hits-cd kwam ik vaak tegen. Maar m'n nostalgische buien werden eigenlijk nog het meest versterkt door de namen van liedjes en artiesten die ik helemaal vergeten was.

Ik pakte m'n tablet met YouTube erbij en tikte de langvergeten namen in. Pareltjes zaten er tussen, maar ook verschrikkelijke rotzooi. En eigenlijk waren die verschrikkelijke liedjes net zo leuk om te horen dan het betere materiaal.
'Fout' noemen ze die muziek tegenwoordig, of 'guilty pleasures'. 

Ik ontdekte dat wat vroeger stoer leek nu vaak uiterst lullig overkomt (kijk bijvoorbeeld maar eens naar Slik met 'Forever and ever'). En muziek die toen al lullig leek (maar toch in 'mijn hitparade' stond?) blijkt dat nu inderdaad te zijn geweest. Maar wat leuk vond ik het om zo door het verleden te bladeren...

Terwijl Wilma schuin tegenover me op de hedendaagse TV allerlei koks, modellen en misdaadbestrijders bekeek en Bastiaan aan de hoge tafel Minecraft speelde op zijn laptop dwaalde ik dankzij YouTube, m'n tablet en m'n koptelefoon af naar de jaren tachtig en zeventig. Ik herontdekte synthesizer-band Space met 'Magic fly' (Daft  Punk, eat your heart out) en het romantische 'Painting my lovesongs' van Henry Gross. En zo kan ik nog tientallen in de vergetelheid geraakte singeltjes noemen. Uiteindelijk kwam ik op het niveau 'Ik ben Gerrit' van Gerrit Dekzeil uit...
O ja, ook bij 'Yesterday once more' van the Carpenters bleef ik even hangen. Goede stem had die meid eigenlijk. En mooie nummers toch ook wel hadden die broer en zus, al schijn je dat eigenlijk niet hardop te mogen zeggen...
Ik luisterde naar de tekst en ontdekte dat 'Yesterday once more' precies beschrijft wat ik met dit stukje bedoel te zeggen. Achteraf gezien had ik dat nummer eigenlijk alleen maar hoeven te vertalen en in deze blog te plaatsen.

Ver voordat YouTube en Spotify bestonden sloegen broer en zus Timmerman de spijker al op z'n kop!

donderdag 25 september 2014

Het lachwekkende leugentje

'Hoe is 't nou?', wordt me veel gevraagd sinds de liesoperatie van twee weken terug. 'Prima hoor', zeg ik dan, en daar is niks van gelogen. Nou is liegen sowieso niet m'n sterkste kant (zie ook mijn eerdere stukje 'Jokkebrok'). Tijdens de verjaardag van m'n broer, die zondag dankzij het nazomerzonnetje in de tuin werd gevierd, herinnerde m'n zus me fijntjes aan een lachwekkend leugentje uit m'n jonge jaren.

Ik was een jaar of vijftien toen ik regelmatig met m'n klasgenoten met een tennisballetje voetbalde op het asfaltplein voor m'n school aan het Dordtse Oranjepark. En omdat ik vanwege valpartijen regelmatig met een gat in m'n broek thuis kwam verbood m'n moeder dat op een gegeven moment.
Ik maakte mezelf daarna wijs dat ik best stiekem kon voetballen zonder te vallen.

Ten onrechte natuurlijk! Toen ik toch wéér met een gat in m'n spijkerbroek naar huis liep besefte ik dat m'n ouders niet thuis waren en bedacht ik een plan.

Ik zou zeggen dat ik gestruikeld was over een pantoffel die op een van de treden had gelegen van de trap naar ons 'onderhuis' (zoals we onze kelder noemden).
Eitje! Ik moest alleen nog even alles in scène zetten! Ik trok het matje dat onderaan de trap lag een beetje scheef (daar was ik immers ongelukkig op terecht gekomen) en legde de boosdoener, die rottige pantoffel, ergens halverwege op de trap.


De keldertrap (zonder pantoffel, maar met
m'n niet in het complot betrokken broertje)
Toen m'n vader en moeder thuiskwamen vertelde ik m'n (verzonnen) verhaal en was ik enorm verrast dat ze me niet geloofden.
M'n ouders keken naar de trap en trokken - als een soort Crime Scene Investigation avant-la-lettre - meteen de conclusie dat ik de boel fleste.

Nou was het niet zo dat m'n ouders me in zo'n geval op m'n flikker gaven. Ze deden iets dat veel meer resultaat had: ze lachten.

Een klap op m'n kont zou ik vandaag de dag al lang zijn vergeten, maar nog altijd voel ik me ongemakkelijk wanneer mensen het lacherig over mijn beroerde liegpoging hebben.

En daarom lieg ik dus nooit meer. Of lieg ik dat nou?

donderdag 18 september 2014

Nostalgisch campingleven

Dankzij het mooie september-weer lukt het aardig om het zomervakantie-gevoel nog een beetje vast te houden. Maar de dagen worden snel korter in deze tijd van het jaar. Ik tik dit stukje om ongeveer kwart over 8 zittend in de tuin en zie het om me heen langzaam donker worden.Onze kampeerspullen zijn alweer een poosje opgeborgen en de caravan staat al lang en breed in de stalling, maar op TV kijk ik graag naar programma's als 'Campinglife', 'We zijn er bijna' en (zelfs) 'Vive la Frans'. En zo af en toe pik ik op Best 24 ook nog wel eens een oude aflevering van 'Villa Felderhof' mee. Niet omdat dit allemaal even hoogstaand of cultureel verantwoord is, maar vooral om - na een lange werkdag - soms toch nog een beetje in zo'n vakantiesfeertje te blijven.

Ergens halverwege de jaren zeventig kwam er ook een televisieploeg langs op camping Hoeven, waar wij de zomerse weekends doorbrachten. Ik heb geen idee meer om wat voor programma het ging. Wel weet ik nog dat de destijds bekende acteurs Pieter en Luc Lutz een komische sketch deden met een klein punttentje en een kampvuurtje. 
En dat moest ik-weet-niet-hoe-vaak over. Allereerst bleef het kampvuurtje niet branden en werd mijn vader ingeschakeld om te regelen. En vervolgens moest een van de twee Lutzen zogenaamd vallen over een scheerlijn en moest de ander roepen 'Huib, wat ben je toch een oen'. Die zin moest zo vaak over dat-ie veertig jaar later nog zo ongeveer tot mijn standaard-vocabulaire behoort.
Ook filmde de TV-ploeg in de caravan van mijn oom Piet en tante José. Als ik het me goed herinner legde m'n oom een kaartje met mijn ouders en stond mijn tante in een pannetje te roeren in haar jaren-70 caravankeukentje.

Er was in die tijd nog geen videorecorder of YouTube, dus ik heb het filmpje nooit meer teruggezien. Ik denk ook niet dat dit hoogtepunt van de Nederlandse televisiegeschiedenis überhaupt bewaard is gebleven. Zelfs complete TV-series die destijds de Televizierring wonnen (Ja zuster, nee zuster) werden in die jaren gewoon 'gewist' omdat de ampexbanden waarop alles werd opgenomen zo vreselijk duur waren. Of zal ik in het vervolg voor alle zekerheid ook eens wat vaker van die zwart-wit filmpjes op Nostalgienet checken...?

Over zwart-wit gesproken: het is half 9 geweest en nu ik opkijk vanaf m'n tablet zie ik alleen de witte 'solar-lampjes' nog in onze zwarte tuin...

donderdag 11 september 2014

De lies en het matje

Ik had al anderhalf jaar soms pijntjes bij m'n bekken en dacht aan een onwillige spier, totdat onlangs bleek dat het een liesbreuk betrof. En zo kwam het dat ik afgelopen dinsdagmiddag de afdeling 'dagverpleging' van het Albert Schweitzerziekenhuis in Zwijndrecht binnenstapte.


Na tien minuten op de rand van het bed de krant te hebben gelezen, werd mij gevraagd de operatieschort aan te trekken en alvast wat pilletjes in te nemen. Mijn zus Nicole werkt op de OK aldaar en kwam tijdens het uurtje wachten gezellig langs voor wat afleiding. 

Eerder had ik in een ander ziekenhuis een echo van de linkerzijde van mijn lies laten maken, maar had men daarna per ongeluk opgeschreven dat sprake was van een breuk aan de rechterkant...
Om dit soort misverstanden te voorkomen stiftte een verpleegster nu een dikke rode pijl op m'n linkerbeen. 'Nu maar hopen dat ze beseffen dat het om m'n lies gaat', dacht ik nog. Dat het niet zo is dat de arts nadat ik straks uit de narcose kom zegt 'de operatie is geslaagd meneer, of mag ik 'mevrouw' zeggen...?' Gekkigheid natuurlijk; ik had er alle vertrouwen in en was danook totaal niet gespannen. 
Dat kwam vast ook door de vriendelijke benadering door de collega's van Nicole. Zij was zelf niet bij de operatie, maar een collega die erg op haar leek  - qua uiterlijk, uitstraling én naam (Nicolien) - wél. Totdat het zuurstofkapje op m'n mond werd geplaatst werden er geintjes gemaakt, wat alles heel relaxed maakte. 'Waar ga je eigenlijk van dromen?' werd nog gevraagd. Ik koos ervoor om geen ontdeugend antwoord te geven en zei 'een vakantie in Zuid-Frankrijk, maar dat is niet te plannen hoor'. 'O jawel hoor', hoorde ik nog wazig toen ik wegzakte...

En daarna herinner ik me dat ik wakker werd van het geluid van de bloeddrukmeter naast me. Nadat ik besefte dat ik niet in m'n eigen bed lag zag ik m'n zus naar me toe komen. De operatie was geslaagd en had een uur geduurd, begreep ik van haar.

Toen ik later op 'de kamer' terug was at ik twee boterhammen met een kopje thee (deze keer geen stamppot boerenkool, zoals destijds na m'n meniscus-operatie) en daarna kwam er een mij onbekende arts me melden dat de operatie succesvol was verlopen. 
'O nee!' zei hij erna toen hij in mijn papieren keek. 
Ik schrok (niet succesvol??), maar hij zei dat hij me verwarde met een andere patiënt. Hij had niet mij maar een andere man geopereerd, 'maar patiënten lijken ook zo op elkaar met zo'n operatieschort en zo'n mutsje!' 
Hoor wie het zegt, dacht ik toen...


Later kwam de juiste assistent-arts met het goede nieuws. Hij gaf me het advies om het voorlopig rustig aan te doen en pijnstillers te slikken. In m'n lies is ter versteviging een 'matje' geplaatst en dat moet de komende weken hechten (nooit gedacht dat ik ooit met een matje zou rondlopen trouwens).
In ieder geval mag ik de komende zes weken niet sjouwen en sporten. Natuurlijk ga ik dat advies opvolgen, maar ik vind zes weken niet volleyballen of hardlopen wel het màtje hoor...

Om 7 uur haalden Wilma en Bastiaan me op en thuisgekomen at ik een flinke kop soep op bed. 's Avonds bekeek ik vanuit m'n bed de wedstrijd Tsjechië - Nederland. En geheel in de sfeer van die dag kwamen ze niet verder dan een 2-1 verlies.

donderdag 4 september 2014

The music died

De schoolvakantie is afgelopen, dus ook ons gezinnetje heeft de knop omgezet naar het dagelijkse ritme dat we over een poosje weer 'sleur' noemen. De komkommertijd zit er nu eenmaal weer op. Hoewel: al het heftige nieuws over de vele brandhaarden in de wereld zorgde er bijna voor dat de komkommer deze zomer werd overgeslagen. Het is dat Poetin er met zijn groente- en fruitboycot nog net op tijd erg in had...

Maar nieuws dat mij in de zomerperiode zorgen baart is niet iets van de laatste jaren. Ook precies veertig jaar geleden gebeurde er eind augustus iets dat mijn wereld even deed stilstaan: 31 augustus 1974 was 'the day the music died'; het einde van piratenzender Veronica.

Ik was destijds pas dertien maar een enorme fan. Niet alleen luisterde ik naar Lex Harding met de Veronica Top 40 (de Nationale Zaterdagmiddaggebeurtenis), maar ook naar Will Wil Wel (met Harige Harry de 'fruitautomaat'), 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, Tineke met Koffietijd en 's avonds naar 'De Jukebox van Stan Haag'.


Helemaal idolaat was ik van dat schip op de Noordzee. Elke week kocht ik het Veronica-blad (ligt te vergelen op de vliering) en haalde ik het gedrukte exemplaar van de Top 40 (idem). 
En net als vele jochies in die tijd ging ik zelf met m'n 'plastic' pick-up en cassetterecorder 'Veronica spelen', iets dat later nog wat serieuzer vorm kreeg toen ik met een aantal vrienden een heuse piratenzender in Dordrecht begon onder de naam Radio Transistor.
Maar op 31 augustus 1974 voltrok zich om 5 uur een ramp. En zoals dat nou eenmaal het geval is met rampen weet ik nog precies waar ik was toen het gebeurde. 

Samen met mijn neef René zat ik op een door mijn vader gefabriceerde houten bank op camping Hoeven toen we op de (middengolf)radio een klok hoorden tikken, waarna de beroemde Veronica-jingle klonk met de 'dramatische' toevoeging 'dit is het laatste uur!'.
En toen een uur later de stekker er uit werd getrokken na de laatste emotionele woorden van Rob Out zat ik met een brok in m'n keel.
Ik kan nog altijd met weemoed terugdenken aan die tijd. Ik kocht in de jaren na het stoppen van de piraten elpees met alle Veronica-jingles en -tunes en met het complete laatste uur en was een van de eerste ging kijken toen het zendschip de Norderney in 1977 een poosje in Dordrecht lag.

Anno 2014 is er nog altijd (of eigenlijk weer) een radiozender die Veronica heet en zie ik het Veronica-logo regelmatig op m'n TV langskomen. Maar ik heb er helemaal niks meer mee. Waarschijnlijk omdat het zich niet meer van de rest onderscheidt en ook op geen enkele wijze meer iets met dat piratenschip van vroeger te maken heeft. En dat voelt bij deze ex-piraat nou eenmaal alsof hij voor het lapje wordt gehouden. Alsof hij in de boot wordt genomen...

donderdag 28 augustus 2014

Metamorfose

'Na regen komt zonneschijn'. Ook al kan dat in deze natte augustusmaand best een hele poos duren, dat is nou eenmaal een zekerheid. Net zoals water van boven naar beneden loopt, een plafond op muren ligt en er niet onder hangt en een trap uiteindelijk altijd ergens naar leidt. Toch?

Nee dus.
Afgelopen zondag ontdekten wij in 'Esher in het Paleis', in het voormalige winterpaleis van koningin Emma, dat zaken soms anders lijken dan ze zijn.
Een waterval eindigt daar namelijk in de rivier die leidt tot diezelfde waterval en sommige trappen zijn zo gefabriceerd dat je erop kan blijven lopen om uiteindelijk op het zelfde punt uit te komen.

We hebben thuis al jaren een dik boekwerk met al het materiaal van Esher in de kast staan, maar het leek ons leuk om de (veelal) originele werken van deze artiest eens te gaan bekijken.

Zo hingen er diverse versies van Esher's beroemde metamorphoses en was er de mogelijkheid om zelf optische trucjes uit te halen, die je anders alleen na een stevig potje fotoshoppen zou kunnen realiseren.
Bastiaan was in de gelegenheid om in beeld te brengen hoe naar zijn mening in ons gezin de verhoudingen ook best zouden kunnen liggen.
We vonden het een geslaagde zondagmiddag en besloten daarna nog even een drankje te nuttigen aan de boulevard in het zonnige Scheveningen, vlak voordat er weer een metamorfose plaatsvond naar een regenachtige maandag...

donderdag 21 augustus 2014

Lama's en temperament

Tijdens onze vakantie in de Eiffel brachten we een bezoek aan het Wild- und Erlebnispark in Daun. Voor dat wildpark hebben ze een van de mooiste plekjes van de toch al erg fotogenieke omgeving uitgezocht.

Via een grindpad wordt de auto 8 kilometer lang bergie-op en bergie-af geslingerd door allerlei soorten landschap. En onderweg was er veel gelegenheid om uit te stappen en de verschillende soorten herten, roofvogels, wilde zwijnen, aapjes, ezels, emoes en lama's van dichterbij te bekijken, te voeren en te fotograferen.
Nadat we een hapje hadden gegeten in het restaurant voor we ons rondje gingen rijden maakte een mevrouw - die het park al had bekeken - ons er op attent dat er vooral veel lama's waren en dat het haar kinderen was opgevallen dat die veel aan 'het seksen waren'. 'Daarom zijn het er waarschijnlijk ook zo veel', antwoordde ik droogjes.

Na een vogelshow en een leuke wandeling tussen de apen stapten we in de auto en waarschuwden we Bastiaan dat hij de lama's onderweg een beetje met rust moest laten, want voor je het weet krijg je van dat temperamentvolle beest een vieze kwak in je gezicht.

Toen we een poosje later met z'n drieën naast een mama-lama en haar twee jonge spruiten stonden hoorden we vanaf een paar meter verder ineens een hoop gebrul en kwam papa-lama aanhollen. Wij stapten snel opzij, mama-lama en haar kids zetten het op een lopen en papa hobbelde er achteraan terwijl hij daarbij allerlei (volgens mij) bronstige geluiden maakte. Het was een bijzonder koddig gezicht.

We besloten maar weer in de auto te stappen en toen we een stukje verder reden zagen we het hitsige lama-stel weer.
Papa-lama had mama-lama even snel in de berm 'gekwakt' en ging flink te keer.
Hun twee kinderen - ik noem ze voor het gemak even kwik en kwek - stonden naast hun in de goot belande ouders en keken ernaar. 

'Die temperamentvolle pa van ons die spuugt er niet bepaald op', zag ik ze denken...


donderdag 14 augustus 2014

De wereldkampioen

'Welkom in het land van de Wereldkampioen', zagen we boven de snelweg hangen toen we zo'n drie weken terug bij Venlo net de Duitse grens waren gepasseerd. Het was het antwoord op een soortgelijk spandoek dat Nederlanders in 1988 bij de Duits-Nederlandse grens hadden opgehangen (al betrof het toen de Europees kampioen).
Hier in Duitsland herinnert best nog veel aan de voor hun zeer succesvolle voetbalzomer. De winkels verkopen nog veel attributen en veel auto's zijn nog uitgedost met vlaggetjes aan de antennes of aan de buitenspiegels. Ach, zo lang het maar bij dat soort patriottische uitspattingen blijft kan het geen kwaad, ookal zijn wij Nederlanders natuurlijk te nuchter voor dit soort zaken... 


Ik kan de Duitse juichstemming goed hebben omdat ik me terdege heb voorbereid. Als leesvoer heb ik deze vakantie namelijk het boek '1988, Wij hielden van Oranje' van Auke Kok bij me.

Op m'n campingstoeltje in het zonnetje dwaal ik dus regelmatig af naar de interviews die Kees Jansman met Rinus Michels voerde, die rare kopbal van Wim Kieft tegen de Ieren, de niet zo fitte maar o zo hard werkende Gullit en de weergaloze goals van Marco van Basten.

Oké, het is al 26 jaar geleden, maar het voordeel van vakantie is dat je alle gevoel van tijd verliest.

De rake penalty van Ronald Koeman tegen de Duitsers lijkt voor mij inmiddels korter geleden dan die gemiste van Ron Vlaar tegen Argentinië.

Maar anders dan in 1974 en 1988 zijn anti-Duitse gevoelens mij anno 2014 geheel vreemd.

Alleen keek ik wel raar op toen Bastiaan me een paar dagen terug in een winkel attendeerde op een wel erg 'ongelukkig' vormgegeven kledingrekje...

woensdag 6 augustus 2014

Vertier in Trier

De stad Trier in de Eiffel huisvest veel herinneringen aan de Romeinse periode van net voor en na Christus. Ik weet niet in hoeverre het komt doordat ik met de avonturen van Asterix ben grootgebracht, maar feit is dat die Romeinse tijd mij boeit. Nu we onze caravan zo'n 80 kilometer van Trier stond weerhield niets ons van een bezoekje aan deze oudste stad van Duitsland. Ook pluvius, die deze maandag de zon had verdrongen, lukte dat niet.

Van een camping-buurvrouw had Wilma gehoord dat je voor wat betreft winkelen niet echt aan je trekken komt in Trier, maar dat er veel 'ouds' en 'interessants' te zien is. Laat ik het zo zeggen: ík vond dat geen vervelend bericht.
Vanaf de parkeerplaats liepen we met een rechte weg naar het centrum van de stad. Daar keken we niet alleen op van de toeristenmassa, maar vooral van de hoeveelheid winkels, restaurantjes, ijstenten en warenhuizen. Rechts zagen we een fraaie klokkentoren ver boven het toeristische geweld uitsteken (bleek later van de St. Gangolfkerk te zijn) en links zag ik in de verte het bekendste bouwwerk van de stad: de Porta Negra. Maar voor we ons daarop zouden richten neusden we eerst wat rond bij de Saturn (hadden ze hier iets nieuws voor de Wii-U?) leuke boekenwinkeltjes ('misschien hebben ze leuke hobby-boekjes over haken ofzo...') en Gallaria Kaufhof (waar ze inderdaad heerlijke chocolade verkochten).

Na een snelle Amerikaanse snack konden we dan eindelijk de Porta Negra beklimmen; de grote stadspoort uit de Romeinse tijd. Het had wel wat, al komt het natuurlijk niet in de buurt bij al het moois dat we vorig jaar in Rome hebben gezien...
Omdat het ondertussen wat harder was gaan regenen opperde ik om in het treintje te stappen dat voor de Porta Negra stond en ons langs alle monumenten uit het begin van de jaartelling zou rijden. Maar juist op dat moment ontdekte mijn zoon aan de overkant van de straat een zaak waar ze pas écht oude spullen hadden: ze verkochten er Nintendo-games van wel dertig jaar geleden.
Het laat zich raden waar we dus heengingen, al moet ik er eerlijk bij melden dat het krappe treintje al aardig vol zat.

Twee uur later zaten we in het campingrestaurant achter borden met frites en een schnitzel of hamburger en stelden we gezamenlijk vast dat we een prima dag hadden gehad, ook al was-ie iets anders gelopen dan (ik had) verwacht.

Ik bladerde wat door het boekje over Trier dat ik had gekocht. Daarin las ik niets over de Saturn, McDonalds, chocolaatjes en Nintendo-games, maar zag ik foto's van allerlei monumenten die we hadden kunnen zien. Maar ach, die ouwe zooi staat er al zo lang, die staat er vast ook nog wel als we Trier ooit nóg een keertje bezoeken, bedacht ik tevreden terwijl ik een slok nam van m'n Bittburger.

donderdag 31 juli 2014

Springen, munten en medailles

Bastiaan's vriendje Ard ging een paar dagen mee op vakantie. Onderweg naar de Eiffel hoorden Wilma en ik vanaf de achterbank vooral veel game-geluiden en gesprekken over springende super Mario die muntjes moest pakken en medailles kon verdienen. Ook later, in de voortent, sprong die virtuele loodgieter regelmatig op het beeldscherm van level naar level. Maar gelukkig waren de jongens zelf ook regelmatig actief, vooral op het sport- en speelterrein van de camping. En al waren dan wel geen muntjes om naar te springen en geen medailles te verdienen, het grote springkussen was een van de favorieten. 


En daarom reed ik op maandagavond met een noodgang door de Duitse duisternis. Wanneer ik door de achterruit van de ambulance naar buiten keek zag ik de koplampen van campingbuurman Jurgen, recht tegenover me zag ik de monitor met hartslag en bloeddruk en iets daaronder de pijnlijke grimas van Ard. Een Duitse meneer stelde me allerlei vragen. Wat was er gebeurd en wie waren wij eigenlijk?

Toen ik in het 40 kilometer verder gelegen ziekenhuis in Mechernich de dokter sprak vroeg ook hij me uit te leggen wat er was gebeurd. Dus vertelde ik dat Ard op het springkussen was gevallen toen hij richting de kant liep en lelijk op de grond was terecht gekomen met z'n kin, waardoor z'n nek een flinke klap had gekregen waarbij hij iets had horen kraken... 


Z'n elleboog deed zeer en z'n nek ook, maar toen we later bij de caravan aankwamen werden nek en hoofd steeds pijnlijker, werd hij dizzy en kon hij op een gegeven moment niet meer op zijn naam komen. We besloten daarom onmiddellijk een arts te bellen en nadat ik de 'noodknop' naast de deur van de camping-receptie indrukte werd - nadat ik kort vertelde wat was gebeurd - aangegeven dat er zo snel mogelijk een ambulance zou komen.

Omdat de doktoren in het ziekenhuis vreesden dat er iets met zijn nekwervels aan de hand was of dat er bloedingen waren werd snel een ct-scan gemaakt. Later hoorde ik dat er volgens de scan niks mis was. Waarschijnlijk was het 'gewoon' een zware hersenschudding. 's Avonds om kwart voor 12 belde ik Ard's ouders in Nederland en vertelde ik rustig (nu eens in het Nederlands) het verhaal. Zij raakten niet in paniek maar constateerden toch dat het het beste zou zijn wanneer ze meteen naar Duitsland zouden afreizen. Een kleine vier uur en driehonderd kilometer later stapten ze de ziekenhuiskamer binnen, waar ze hun zoon, camping-buurman Jurgen en mij aantroffen.
Samen met de ouders sprak ik nogmaals met de afdelingsarts en om kwart voor 5 's morgens lieten Jurgen en ik Ard met z'n ouders achter in het ziekenhuis. Het werd om half 6 langzaam licht toen we op de camping arriveerden om te proberen nog een paar uurtjes te slapen.

Hoewel Bastiaan erg van streek was geweest vanwege de zorgen om zijn vriendje en er enorm tegenop zag hem in het ziekenhuis te moeten zien, zijn we die middag Ard's spullen naar het ziekenhuis gaan brengen. Gelukkig had het slachtoffer al weer praatjes en had hij geen pijn meer. Toch bleek later dat hij vanwege de duizeligheid helaas pas vrijdag naar huis mag...

We hebben camping-buurman Jurgen uitgebreid bedankt voor zijn hulp en het feit dat hij samen met mij Ard een nacht lang heeft vergezeld in het ziekenhuis. En dat terwijl hij ons nauwelijks kende. Super hoor, zo iemand verdient een medaille! Ard's vader heeft als dank een bedrag op de rekening van Jurgen gestort dat de benzinekosten plus de mogelijke hardrij-boete (we werden onderweg geflitst!) zeker dekt. 

En zo ging dit stukje dan wel over springen (en vallen), super-hulp, muntjes en medailles, maar niet over fictieve animatiefiguurtjes met meerdere levens. Dit was real life... Gelukkig zit Ard naar verwachting weer snel op het juiste level!

woensdag 23 juli 2014

Kano's en buien

Toen ik onlangs op een vrije dag in m'n eentje een stuk ging fietsen door de Krimpenerwaard doorkruiste ik op een gegeven moment het Loetbos en realiseerde ik me weer hoe mooi het daar eigenlijk was. En toen ik langs de waterkant een paar kano's zag liggen wist ik het zeker: hier moesten mijn zoon en ik binnenkort maar eens peddelend de natuur gaan ontdekken!

Afgelopen zondag was het zo ver. Op Buienradar had ik de hele ochtend al onweersbuien op ons zien afkomen die wanneer ze in onze omgeving terechtkwamen spontaan verschrompelden, dus ik besloot om me niet langer iets aan te trekken van de blauwe en rode vlekken die volgens m'n 'buien-app' zogenaamd in onze richting dreven.

De beheerder van het kanocentrum was blij met ons als klant. Er zaten genoeg mensen ijsjes te eten en te relaxen, maar 'dankzij internet en Buienradar durft er vandaag niemand te kanoën', zei hij, 'terwijl het in de praktijk bijna altijd reuze meevalt'. We voelden ons dus vrij stoer toen we, nadat we de spullen in een tonnetje hadden gedaan, in de kano stapten. De kanoverhuurder gaf ons nog een routetip en rustig peddelden we weg.

Onderweg genoten we van het uitzicht. Zo dicht bij huis zo'n mooi natuurgebied..! We voeren langs weiden en door bossen en op een gegeven moment leek het zelfs wel een soort van mangrovegebied waar we in terecht waren gekomen. Af en toe passeerden we ganzen, zwanen, waterhoentjes en wat ander klein grut, maar verder was er vooral veel rust. 
Toen we na een poosje onder een klein bruggetje doorvoeren zagen we twee wandelaars die ons vriendelijk groetten. 'Ze zeiden niet veel, maar mijn god wat doet het me goed dat ik weer stemmen hoorde' zei mijn in de grote stad geboren zoon toen met enig gevoel voor dramatiek.

Tja, als je niet van rust houdt en toch wilt kanoën moet je naar de Ardèche gaan, dacht ik toen. Alweer lang geleden hebben Wilma en ik daar een lange kanotocht afgelegd met mijn neef René en zijn aanstaande echtgenote. Dat was andere koek! Dat was vooral in het begin ook genieten, maar naarmate de tocht langer duurde en we steeds weer stroomversnellingen moesten zien te doorstaan toch vooral ook afzien. Het was in de tijd dat we nog zonder navigatie naar Zuid-Frankrijk reden ('ik zéi toch net dat we er daar af hadden gemoeten') en om dan vervolgens ook nog eens in een bootje discussies over de richting en elkaars stuurkunsten te voeren is best veel gevraagd aan een (toen nog) jong stelletje.

Twee op exact hetzelfde moment genomen foto's,
maar vanuit een andere hoek...
Het viel ook niet altijd mee om van het uitzicht te genieten én tegelijkertijd de kano tussen linke rotspartijen door te laveren. Op een gegeven moment ging het me trouwens opvallen dat vooral bij de naaktstrandjes die we passeerden we vaak nét te laat de boot bijstuurden.

Toen we ver voor ons veel mensen op de rotsen links en rechts van het water zagen zitten voelde Wilma (dit keer figuurlijk) nattigheid. Daar was natuurlijk wat te beleven... daar was de moeder der stroomversnellingen! Ook René's kano-genote stapte uit, waarna wij als stoere mannen besloten de stroomversnelling samen te trotseren. 
Het resultaat laat zich raden...

Enkele meters verderop stapten de dames droog en de heren kletsnat weer in de kano en werd de steeds vermoeiendere tocht vervolgd. 
Toen we na afloop in het busje zaten dat ons terug naar het beginpunt van het parcours reed konden we er weer om lachen. 

Maar al met al heb ik Wilma na deze dag nooit meer in een kano gekregen. 
Wanneer we tijdens een van de vele vakanties erna een kano-gelegenheid tegenkwamen zag ik bij haar de bui al hangen, ook zonder internet en App...