donderdag 26 oktober 2017

Zonder grenzen

De afgelopen periode hebben twee vroegere tv-persoonlijkheden het tijdelijke voor het eeuwige ingeruild. Allereerst overleed eind september de man die in de jaren zeventig velen aan de buis gekluisterd liet zitten met programma's waarbij steden met elkaar de strijd aangingen in (zeker in die tijd) hilarische spellen, gekleed in enorme kunststof pakken.

Heel Nederland zat schuddebuikend voor de tv wanneer mannen verkleed als bijvoorbeeld Sinterklaas (bij voorkeur met staf en pseudo-paard) een natte zeephelling moesten zien te beklimmen. Mijn vader had en heeft het niet zo op amusementsprogramma's, maar ik zie hem nog met tranen in z'n ogen van het lachen naar onze zwart-wit-tv zitten kijken. Dick Passchier was overigens een oude bekende van hem; als jong ventje woonde hij bij m'n vader in de straat.

Ja, de jaren van Zeskamp (met Barend Barendsen; mét geruite pet) en Spel zonder Grenzen (de internationale versie van hetzelfde spel) voelen voor mij als de tijd van 'haartjes nat - nog even op, totdat vader zei "vooruit naar bed..."'

Ook die andere onlangs overleden tv-persoonlijkheid had wat met grenzen. Eerst ging Frits Bom met de Consumenten-bus grenzen over, op zoek naar een onverkwikkelijke situatie in een hotel aan de Spaanse Costa Brava. En daarbij ging de cameraploeg altijd ook nog even het strand op om wat sfeerbeelden (lees topless dames) te filmen, weet ik me gek genoeg nog te herinneren...
Een paar jaar later was Frits Bom De Vakantieman in een RTL-programma dat zo stupide was dat men het eigenlijk toch ook wel weer leuk vond. 'Vakantieman, gezellig he!' riep half Nederland in die tijd. En wat moesten we lachen om die vakantiegangers die op een Europese kaart bij verre niet konden aanwijzen waar Spanje lag...

Toen mijn vader halverwege de jaren tachtig zijn eerste videocamera kocht en die meenam op
vakantie naar een camping aan de Golf van Saint-Tropez, besloten we - terwijl 'normale' mensen op het strand lagen of op een terrasje zaten - een parodie te maken op de programma's van Frits Bom, en noemde ik me Aad Granaat. Daarbij stelden we zogenaamd ook allerlei dubieuze praktijken aan de orde. En om het échte programma zo goed mogelijk te benaderen filmden we zelfs enkele (toen op het strand nog alom aanwezige) topless dames. Al moet ik eerlijk zeggen dat het m'n pa en mij geen goed idee leek om die plaatjes zelf te schieten. Wilma was onverdacht en gelukkig niet te beroerd om dat stuntwerk voor haar rekening te nemen.

Ik heb die inmiddels drie decennia oude filmpjes nog. Even dacht ik er nog aan om ze op Youtube te zetten. Maar dat doe ik toch maar niet, om privacy-redenen vanwege de topless dames én om te voorkomen dat Aad Granaat dertig jaar na dato alsnog afgaat...

donderdag 19 oktober 2017

Oh la la en olijk

Wat een geluk dat de zuidenwind de afgelopen dagen niet alleen woestijnzand en roetdeeltjes van Portugese bosbranden onze kant opstuurde, maar ook recordtemperaturen. Ik had vooraf gepland om morgen vrij te nemen, maar besloot in het nazomerse weekend om die dag om te ruilen met afgelopen maandag. We stapten in onze auto, reden die zo'n 160 km naar het zuiden en parkeerden hem schuin onder het zonovergoten Atomium. En terwijl we door het Heizelpark richting de enorme zwevende  'jeux-de-boules-ballen' liepen werden we vrijwel meteen overvallen door een zomervakantiegevoel.

De prijs van een entreekaartje viel ons reuze mee, net als het uitzicht over de wijde omgeving van Brussel/Bruxelles. In een van de bollen was een tentoonstelling van surrealistisch kunstschilder René Magritte (bekend van "Ceci n'est pas une pipe"), die Bastiaan en ik zeer de moeite waard vonden. 
Wilma was met hond/chien Moos beneden gebleven, maar vond dat niet erg. Zéker niet nadat ze van ons gehoord had hoe hard de lift/ascenseur (met glazen plafond) ons naar boven joeg. Zij maakte van de gelegenheid gebruik om
- dankzij een flinke zoom/zoom - een mooie foto van ons in een van de bollen/boules te maken.

Na het Atomium bezochten we een grote Carrefour-hypermarkt (om het vakantiegevoel vast te houden) en daarna zetten we koers naar de Grote Markt/Grand Place. Daar vonden we onder meer wafels, gezellige straten vol toeristen en plassende beeldjes/figurines qui faire pipi. Dit voelde geen moment als half oktober/octobre. Alsof ver boven ons iemand zich - nét nu het nog kon - had gerealiseerd dat hij ons na deze matige zomer nog een zomerdag schuldig was. Prima toch? Toen de avond al was gevallen zaten we nog met korte mouwen op het terras van "La Lune di Venezia".

Brussel was de laatste jaren om verkeerde redenen in het nieuws. Dat is dieptriest. Maar gelukkig merkten we dat men de draad weer heeft opgepakt. Brussel was afgelopen maandag ouderwets o la la en olijk/olijk!

donderdag 12 oktober 2017

Bewegen op kantoor

Sinds kort word ik eens in de week flink te grazen genomen door een manueel therapeut. Ik heb al een tijdje een zere nekspier en schouder en Manuela de therapeut (zo noem ik ze maar even)  laat mijn spieren en gewrichten nu wekelijks geluiden maken die ik tot voor kort niet voor mogelijk had gehouden. Wat de oorzaak van het ongemak is weet ik niet. Waarschijnlijk komt het door een ongelukkige beweging die ik een poos terug tijdens het volleyballen maakte. Maar in ieder geval wees ze me deze week ook op het belang om tijdens het kantoorwerk af en toe van houding te veranderen. En beter nog: af en toe even iets anders gaan doen. Even een loopje naar de koffieautomaat en - als gevolg daarvan - even later naar het toilet. En in plaats van die collega te mailen of te bellen even naar hem of haar toelopen; dat soort dingen...

Nou let ik daar altijd al wel op, maar het kan natuurlijk altijd beter. Onlangs was ik op bezoek in 'the Rotterdam Science Tower', een van de hoge kantoorgebouwen op het Marconiplein waar ik tot drie jaar terug werkte. In die toren zitten tegenwoordig jonge, dynamische 'start-ups'; nieuwe nog kleine dynamische bedrijfjes die gehuisvest zijn in een flitsende werkomgeving die onvergelijkbaar is met het saaie kantoor dat het tot voor kort nog was.

Ik keek m'n ogen uit. Zo was er een heuse glijbaan die de mensen in sneltempo naar een lagere verdieping bracht, en waren er vergaderkamers waar geen stoelen stonden, maar schommels aan het plafond hingen. Het voelde alsof ik in een absurde sketch van Monty Python was terechtgekomen. Maar dit was niet de werkplek van The Ministry of Silly Walks, dit was wel speels maar toch echt serieus bedoeld.

Begrijp me goed; ik vind het allemaal best hoor, die glijbanen en schommels om de werksituatie te verbeteren of op te leuken. Als het maar niet zo is dat je carriëre afhangt van een stevige wip met de baas.

donderdag 5 oktober 2017

Beestenboel

Net als iedereen wilden ook wij erbij zijn. Het moment meemaken dat die zon opkomt. Het moment dat de hele beestenboel in beweging komt. Rennend, sierlijk lopend of vliegend. Hele kuddes die van verre zijn gekomen.

Omdat ikzelf niet zo'n kudddedier ben liet ik me leiden door een stem, die ons over stillere weggetjes van de asfaltjungle leidde en zorgde dat we op tijd op het plein aankwamen waar het spektakel zou plaatsvinden. Ik zette vrouw en zoon af en ging m'n stalen ros in een stalling te zetten. Dát viel niet mee. De dichtstbijzijnde stallingen waren vol of er stonden lange rijen voor te wachten. 
Er restte me niets anders dan een jaguar te volgen die ook op zoek was naar een overdekt plekje. En even later stond ik me op te vreten voor een zebra, terwijl ik werd gepasseerd door een aantal gazelles (maar ook batavussen en unions). Uiteindelijk slenterde ik weer een poos erna een overdekte stalling binnen, vlak achter een lelijke eend (of waren het twee paarden; ik weet het niet meer precies).  


Nadat ik m'n stalen ros daar had achtergelaten liep ik in een draf terug naar mijn vrouw en zoon, die vast al een plekje vlakbij de rots zouden hebben bemachtigd en die elk moment de springbokken, kafferbuffels en giraffen daar zouden kunnen zien aankomen. 
Pfff... de afstand tussen de stalling en die rots viel me tegen. Ik ben niet anti-lope(n), maar dit was best een eind. Ik arriveerde nog net op tijd, al zweette ik door het gehaast als een otter.

Daar kwam de zon op... "Nants ingonyama bagithi Baba" klonk het in het Circustheater. Het was het begin van zo'n drie uur genieten van een spektakelstuk voor oog en oor. Dat de muziek van sir Elton deugde wisten we al, maar ook visueel was de musical The Lion King zeer de moeite waard.

Gek was wel dat toen we na de pauze terug kwamen bij onze stoelen er per ongeluk een domme gans en een kafferbuffel op onze plaatsen waren gaan zitten. Ze bleken de plaatsnummers op hun tickets niet goed te hebben gelezen. Toen ze dat eenmaal doorhadden besloten wij om van een mug geen olifant te maken.
Na afloop reden we terug naar Capelle en zochten we een eethuisje op. Met honger als een paard en trek als een vogel...