donderdag 24 februari 2011

Dimensies

Ik zit tegenwoordig bij ieder bioscoop-bezoek met zo'n 3D-bril op m'n snufferd naar het doek te staren. Animatiefilms als Megamind, Toy Story 3, het Regent Gehaktballen, UP, Verschrikkelijke Ikke; ik heb ze met zoonlief allemaal vanuit alle hoeken kunnen bekijken.

Gelukkig is de kwaliteit heel wat beter dan begin jaren tachtig. Om driedimensionale probeersels als Jaws3D van destijds te kunnen bekijken moest je zo'n brilletje met één rood en één groen glas opzetten. Nou was dat ook in twee dimensies al een beroerde fim, maar het 3D maakte het bepaald niet beter... Ik kwam vaak meer geradbraakt uit de bioscoop dan het gemiddelde slachtoffer van de reuzenhaaien uit de Spielberg-films. Het zal wetenschappelijk wel niet te onderbouwen zijn, maar volgens mij zijn er destijds heel wat ogen verpest met dat rood-groene brilletje.

Anno 2011 werkt die techniek gelukkig een stuk beter en kom ik niet met schele hoofdpijn uit de bios. En Bastiaan zet de bril hooguit even op z'n voorhoofd als de film spannend dreigt te worden (en het in 3D wel érg dichtbij komt) maar ook zijn ogen hebben geen last van het driedimensionale beeldspektakel.

Vorige week had hij een ogentest bij het gezondheidonderzoek dat alle 11-jarigen moeten ondergaan en hij kon de rijtjes met de kleinste lettertjes foutloos oplezen. Hij kreeg een brilletje op waarvan de arts eerst het ene en daarna het andere glas blindeerde. 'Ik zie de letters met één oog wel goed, maar ik zie geen diepte', zei hij, 'dit is eigenlijk een 2D-bril'.

De arts moest erom lachen. Dat heeft nou nog nooit iemand zo gezegd, zei ze. En dat verbaast ons niks; hij bekijkt dingen wel vaker vanuit een andere dimensie...

donderdag 17 februari 2011

Vrouwenpraat

Ik heb op mijn werk veel te maken met vrouwen. Bijna al m’n naaste collega’s, mijn directeur en ook mijn wethouder behoren tot wat we vroeger nog het zwakke geslacht durfden te noemen.

Ik vind dat prima hoor, maar het vergt enig aanpassingsvermogen mijnerzijds. Ik moet maandagmorgen echt niet aankomen met de prestaties van Feyenoord (of het gebrek daaraan) en heb gelukkig van huis uit toch al niet zo de behoefte om te praten over auto’s, motoren en andere mannendingen. In plaats daarvan domineren vrouwen-gespreksonderwerpen de wandelgangen en krijg ik bijvoorbeeld regelmatig goed bedoelde kledingadviezen (sommige dingen kunnen in 2011 nu eenmaal écht niet meer), waar ik me overigens slechts ten dele iets van aantrek.

En ik zie dat vrouwen veel meer naar elkaar kijken dan dat mannen dat doen. Zo stond onlangs een foto van de wethouder in de Volkskrant. En hoewel ze over het algemeen best fotogeniek wordt gevonden (ook door mijn vrouwelijke collega’s) werd nu toch geconcludeerd dat ze er niet zo voordelig op stond. De nek leek te kort, weer andere delen leken iets te dik… ik weet het niet meer.

Ik probeerde als man voorzichtig mee te doen in dit typische vrouwengesprek en zei dat het leek alsof de fotograaf bij het maken van de foto op z’n hurken had gezeten. Dus stelde ik dat de blijkbaar niet zo geslaagde foto van de wethouder het gevolg was van het feit dat de fotograaf haar van onderen had gefotografeerd.

Alom hilariteit was het gevolg…. De fotograaf had ‘haar van onderen’ gefotografeerd!

Blozen doe ik niet zo snel meer, maar ik voelde me toch wel wat opgelaten door deze ongelukkige woordkeuze. Da’s toch wel een beetje de omgekeerde wereld. Blijkbaar zijn dubbelzinnigheden tegenwoordig niet meer exclusief voorbestemd voor de mannen-werkvloer. Waar is de tijd dat wij mannen dubbelzinnige woordspelingen konden maken en dat vrouwen niets in de gaten hadden…

donderdag 10 februari 2011

Slaatje

Vorige week stond in de krant dat in de Frederikkazerne in Den Haag wordt gehandeld in drugs, laptops en auto-onderdelen en dat dienstauto's worden meegenomen voor privégebruik, zoals vakanties of voor de carnavalsvereniging. Er stond nog bij dat deze cultuur in de hand gewerkt wordt doordat hogere militairen en burgerpersoneel elkaar dekken.

Ik vervulde mijn militaire dienstplicht in die bewuste Frederikkazerne. D’as alweer enige tijd geleden inmiddels en volgens mij was van al die misstanden toen nog geen sprake. Wel was het een verschrikkelijk luilekkerland… Ik was er slechts een klein jaar met nog een aantal dienstplichtvervullers en verdiende er natuurlijk nauwelijks een cent, maar het werk stelde werkelijk niks voor. Niet qua niveau, maar ook niet wat de werktijden betreft. Tijdens ellenlange pauzes hobbelden we wat over het kazerneterrein of wandelden we naar het strand en terug. En maar eten, drinken en snoepen. Als soldaat viel ik nooit aan, maar ik viel ook zeker niet af. Wel kwám ik aan…

Standaard eindigden we elke tussen-de-middag-wandeling bij de kruidenier, een paar straten verderop. De grap was dat die man onze bestelling altijd letterlijk herhaalde.
Dus het was van ‘wat zal het zijn heren?’
Wij: ‘een gevulde koek’. Hij: ‘een gevulde koek’,
Wij: ‘twee Marsen’ (altijd goed voor een militair). Hij ‘twee Marsen’,
‘Een pak chocomel’ … ‘een pak chocomel’,

En we moesten altijd al een beetje lachen wanneer we eindigden met ‘en een slaatje’ (je weet wel, zo'n klein bakje met zo'n plat plastic lepeltje) waarop de kruidenier steevast reageerde met ‘ennnnnnn... een slaatje’. Een jaar lang, elke werkdag weer…

Goed beschouwd hebben wij er op de Frederikkazerne toen al een slaatje uitgeslagen.

donderdag 3 februari 2011

Slijterij op de hoek

In mijn jonge jaren werkte ik een poosje bij een slijterij, niet ver van waar ik woonde op de hoek van de Krommedijk en de Balistraat in Dordrecht. Toen ik nog op school zat verdiende ik zo wat centjes bij op de woensdag- en vrijdagmiddag en op zaterdag, en na het behalen van m'n Havo-diploma heb ik er een paar maanden 'vast' gewerkt.

Slijterij Impodra, hoek Krommedijk/Balistraat Dordrecht
Een van de leuke dingen van zo'n buurtwinkel is dat je er veel bekenden treft. Zo brachten m'n opa en oma er regelmatig een bezoekje en kwam ook m'n zus regelmatig met een van d'r vriendinnen binnenhuppelen. Maar ook leerde ik er veel andere mensen en hun eigenaardigheden kennen.

Op een gegeven moment betrapten m'n baas en ik de moeder van een ex-klasgenoot als kleptomaan. In eerste instantie had ze alleen de schijn tegen, maar toen ik haar vanuit achterin de winkel stiekem observeerde zag ik hoe ze een fles jenever in de dubbele bodem van haar tas stopte. Ik seinde mijn baas, die achter de kassa stond, in en nadat ze had afgerekend vroeg hij haar of hij toch nog even in haar tas mocht kijken...

Ook was er een wat simpele ziel die een paar keer per dag een biertje kwam kopen en het lege flesje enkele uren later terug kwam brengen voor statiegeld. En dan was er nog de postbode, die steevast voor hij vanaf de Krommedijk de Balistraat inliep, op de hoek onze slijterij instapte voor een zakflaconnetje whiskey. Ik kan me niet herinneren dat hij ooit 'onze' hoek passeerde zonder even binnen te komen.

Toen we hem al een poosje niet meer hadden gezien, stapte op een gegeven moment een wat bedrukte dame de winkel binnen. Het bleek zijn vrouw te zijn. Nadat ze ons haar verhaal had verteld was ons duidelijk dat hij dit keer wel het hoekje was omgegaan zonder dat wij het wisten...