donderdag 28 november 2019

Milieubewust reizen

Goed om te zien dat zelfs popsterren en voetbalverenigingen tegenwoordig rekening houden met het milieu. Coldplay gaf aan geen grote tournees meer te doen als signaal dat zij niet overbodig veel willen vliegen en Ajax nam deze week de trein naar Lille, om de plaatselijke voetbalclub aldaar de oren te wassen (al dan niet met milieuvriendelijke zeep).

Dinsdagavond had ons volleybalteam een paar buitenlandse gastspelers en ook die waren een paar dagen daarvoor - helemaal vanaf het Iberisch schiereiland - met de trein gekomen. Het waren behendige types, die strooiden met mooie passes en af en toe een bal smashten in een of andere hoek. Ze waren deze avond met met z’n drietjes, maar we begrepen al snel dat ze professionele begeleiding hadden. We hoorden ze soms praten over een soort managementteam, bestaande uit hun baas en z’n staf.
Toen we ze na afloop van het partijtje vroegen of ze een hogesnelheidstrein richting Nederland hadden genomen bleek dat ze toch niet zo milieuvriendelijk hadden gereisd dan we dachten. Ze waren nota bene met een stoomtrein naar Apeldoorn gekomen! Nu waren ze bij ons omdat ze allerlei filmopnames maakten van sportieve acties om die op 5 december op scholen aan kinderen te laten zien. Eerder in de week hadden ze al gevoetbald en gezwommen.

Gevolg van dat zwemmen was dat we ondanks hun reis met de stoomtrein zelfs geen roetveeg hebben kunnen ontdekken.

donderdag 21 november 2019

Commodore

Alweer een poosje terug hebben we samen met mijn schoonfamilie lootjes getrokken, aan de hand waarvan we straks met de kerst kado’s voor elkaar kopen. En sinds die tijd denken we zo af een toe eens na over wat we op ons wensenlijstje zouden kunnen zetten. Inmiddels heb ik een aantal leuke en handige dingen bedacht, maar ook zie ik al winkelend regelmatig van die producten waarbij ik even twijfel. Van die dingen waarbij ik even stil blijf staan omdat het misschien geinig is om aan te schaffen, maar waarvan ik diep in m’n hart weet dat ik het nauwelijks zal gebruiken.
Zo zagen we laatst in de Media Markt een mini-versie van de aloude Commodore-spelcomputer. En op dat kleine moderne apparaatje zijn veel van de spellen te spelen die we in de jaren tachtig speelden op de échte Commodore. Die Commodore die nog vergezeld ging van een cassettespelertje (niks floppy, CD of harddisk!). In de winkel was de mini-versie verbonden met een scherm, waarop een van mijn favoriete games van destijds te zien was: Boulderdash!; een poppetje dat in een verticaal landschap diamanten moet zien te pakken en daarbij moet voorkomen dat hij geplet wordt door rotsblokken (klinkt sensationeel, toch?).

Nou heb ik (vooral de laatste jaren) vrij weinig met games. Maar toen in de Media Markt eerst Wilma en daarna Bastiaan Boulderdash begonnen het te spelen ging m’n hart open. Niet dat ik de mini-Commodore op m’n wensenlijstje voor de kerst heb gezet hoor. Maar toen we weer thuis waren heb ik wel even onze echte ouwe Commodore van de vliering gehaald om hem eens goed te bewonderen. Ergens op aansluiten had geen zin, want het apparaat en het cassettespelertje werken al lang niet meer.

Maar in gedachten bracht het apparaat me terug naar de jaren tachtig waarin de Commodore me vele lange avonden plezier bezorgde. Niet te verwarren trouwens met de Commodores, die me eind jaren zeventig plezier bezorgden tijdens avonden waarop de schoolfeesten plaatsvonden.

donderdag 14 november 2019

Tijdreizen

Ik besefte laatst dat ik al een fulltime baan had toen ik net zo oud was als Bastiaan nu is. Ik ben na mijn middelbare school niet meteen gaan studeren (zoals zoonlief wél doet), maar heb dat later in de avonduren gedaan. Eind 1980 ging ik werken in het Rotterdamse stadhuis. Ik woonde nog thuis en zei ‘s avonds tegen m’n ouders dat ik al snel carrière had gemaakt, want ik zat al boven de burgemeester. Letterlijk was dat namelijk zo; mijn kamer bevond zich twee verdiepingen recht boven de kamer van toenmalig burgemeester André van der Louw. Ik kijk nog altijd met weemoed terug op die eerste jaren. Het werk stelde niet zo veel voor in vergelijking met wat nu van me wordt gevraagd, maar de werkomgeving en de locatie was top.

Inmiddels zijn we 39 jaar verder, heb ik een flink aantal functieveranderingen en reorganisaties meegemaakt, stond mijn bureau op diverse locaties (Stadskantoor, Europoint, WTC, Schiedamsesingel, Wilhelminakade) maar werk ik nog altijd voor de gemeente Rotterdam. En minimaal een keer in de week moet ik voor overleg met de wethouder in het stadhuis zijn (overigens zeggen we altijd ‘op’ het stadhuis, maar in de praktijk is dat te gevaarlijk). 

Misschien heeft het met de leeftijd te maken, maar steeds vaker geeft me dat een gevoel van melancholie. Hier liep ik ooit als jong broekie rond..! Vorig jaar organiseerde ik een kennismakingsbijeenkomst met onze nieuwe wethouder en vroeg ik zijn secretaresse een vergaderkamer te reserveren, omdat we niet met z’n allen in de kamer van de wethouder zouden passen. Ze had kamer 313 voor me geregeld en op de dag zelf ging ik (als organisator van de bijeenkomst) wat eerder naar die kamer toe dan de anderen. En pas toen ik het stadhuis instapte realiseerde ik me dat 313 de kamer was waar ik destijds (boven de burgemeester) zat, en waar ik al decennia niet meer was geweest. De oude kantoorkamer was omgebouwd tot een vergaderzaal. Toen ik de deur van kamer 313 opende en naar binnen liep voelde het net alsof ik een bezoekje bracht aan m’n oude school, stiekem in m’n eentje. Ik keek vanuit het raam neer op de Coolsingel en het voelde alsof ik was teruggegaan in de tijd.

Terug naar de tijd dat er op de begane grond nog geen beveiligingspoortjes nodig waren. Beveiligingspoortjes die het gevoel van reizen in de tijd overigens alleen maar versterken. Ik ben (in tegenstelling tot mijn gezinsleden) geen fan van Star Trek, maar elke keer dat ik in de ronde cabine stap die ik moet openen met mijn pas, voelt het alsof ik naar vroegere tijden wordt getransporteerd. ‘Beam me up, Scotty!’

donderdag 7 november 2019

Photobomb

‘Zijn er nou nog veel mensen van jouw leeftijd die aan zo’n prestatieloop meedoen?’, vroeg m’n vader toen ik zondagmiddag even bij m’n ouders langsging nadat ik in Dordrecht ‘De Drechtstadloop’ had volbracht. Kletsnat was ik geworden, want de afgelopen jaren was het bij vorige edities van die loop aardig najaarsweer geweest, maar deze zondag verliep zoals een groot deel van deze herfst: uiterst vochtig!

Ikzelf vind het altijd wat treurigs hebben wanneer ik iemand in de regen zie joggen, terwijl ik dondersgoed weet dat een beetje regen tijdens hardlopen best lekker is. Het zorgt voor verkoeling.
Maar toch liep ik dit jaar wat langzamer dan in andere jaren. Want het leek me slim om voorzichtig te zijn, vooral op de gladde stenen van de Dordtse binnenstad, waarop op sommige plaatsen ook nog eens kletsnatte boomblaadjes vastgeplakt zaten. En bovendien had ik m’n bril afgezet, want zonder  bril zie ik meer dan door natgeregende glazen, al blijft het wel een kwestie van goed opletten dat ik m’n nek niet breek over een stoeprandje of een hiel van iemand die voor me loopt.

De loop begint en eindigt in de binnenstad, en in de tijd ertussen lopen we onder meer langs het Wantij en door het Wantijpark. En daarbij lukte het de nattigheid niet om de sfeer te drukken. Op verschillende plaatsen langs het parcours werd muziek gespeeld, er was aardig wat publiek en er werd op de Noordendijk zelfs vuurwerk afgestoken, bedoeld voor iemand die vlak voor me liep. En om toch alvast nog wat meer van die oudjaar-sfeer te proeven heb ik mezelf, nadat ik de 10 kilometer had voltooid, een Berliner bol cadeau gedaan bij de oliebollenkraam op de Spuiboulevard.

Maar om terug te komen op die vraag van m’n vader: ik zie jaarlijks het aantal leeftijdgenoten afnemen, maar er lopen nog genoeg vijftigers, zestigers en zelfs zeventigers mee. Ik verbaas me er telkens weer over dat ik op het laatste stuk nog ‘oudjes’ voor me zie lopen, niet altijd meer even soepel. Ook dit jaar weer, toen ik - vlak voor de finish op het Statenplein - de hoek nam van het Bagijnhof naar de Sarisgang, liep er zo’n ouwe taaie voor me. Het zou me toch niet gebeuren dat hij vóór mij finisht en dat dat dan op beeld wordt vastgelegd! Iedereen wordt immers gefotografeerd en gefilmd bij het passeren van de finish, en die beelden worden op internet geplaatst.

Ik besloot te versnellen, en zo kwam ik - zag ik later - gelijktijdig over de finish met onder meer een paar jonge meiden. Of creëerde ik per ongeluk een ‘photobomb’?, vroeg ik me later af, en hebben zij nog pogingen gedaan om te voorkomen dat ze met déze oude man op de foto staan.