donderdag 29 augustus 2013

Mañana mañana

Morgen gaat zoonlief z'n boeken voor het tweede jaar op de middelbare school halen en dat lijkt me een geschikt moment om onze zomervakantie officieel ten einde te verklaren. Ik ben zelf weliswaar al weer enige weken aan het werk, maar mede dankzij het fraaie weer en omdat diverse familieleden en collega's nog met vakantie waren, lukte het me prima om de vakantiestemming nog enige tijd te verlengen. Af en toe met mooi weer een dagje vrij nemen helpt ook mee om het zuideuropese mañana mañana-gevoel vast te houden.

Vorige week vrijdag was zo'n op-en-top vakantiedag op het Scheveningse strand, afgesloten met een etentje op de boulevard.

Sweet dreams are made of euh... this...

Daarnaast probeer ik ook op werkdagen optimaal van de vrije tijd en het mooie weer te profiteren. Zo lang het nog kan 's avonds buiten eten, veel fietsen en hardlopen enzo.

En ik vind het genieten geblazen wanneer ik - voor ik naar kantoor ga en als de anderen nog slapen - even met 'n krantje, hapje en glaasje jus buiten in het prille ochtendzonnetje kan zitten.
Ik weet het: Het woord genieten staat in schril contrast met wat over het algemeen in die krant te lezen is, maar waarschijnlijk zorgt zo'n vroeg zonnetje voor een zodanige relativering van alle wereldellende dat ik de dag desondanks vol goede moed (en met de mañana mañana-gedachte) kan beginnen.

Wanneer ik m'n ontbijtje op heb en halverwege de sportkrant ben hoor ik dan boven meestal een luxaflex opengaan en vraagt Bastiaan iets als 'he pap, zit je buiten?' waarop ik 'm de 'opdracht' geef om mamma wakker te gaan maken. 
En als ik dan 's avonds de weerman of -vrouw hoor zeggen dat de volgende dag begint met een zonnetje kan ik me al verheugen op het morgenochtend weer volgen van het bovenstaande ritueel.
Maar nu het eind augustus is merk je al wel dat de dagen weer korter worden en dat de zon steeds later opkomt. 

Aan alles komt een eind. Mañana slaat ook Bastiaan het grote vakantieboek dicht en komen schoolboeken in de plaats.

donderdag 22 augustus 2013

Voetbalmatjes

Gisteren zag ik een uitzending van Bureau Sport, waarin Frank Evenblij oud-voetballers van ADO Den Haag interviewde over hun kenmerkende kapsel: het matje.

Centraal in deze rapportage stond Michel Adam, die nog altijd rondloopt met lang haar in de nek.

Ik heb Michel al vele jaren niet meer gezien, maar toen wij in de jaren 70 vele zomers op Camping Hoeven doorbrachten kwam ik vaak bij familie Adam over de vloer.

Toen al was, ondanks het feit dat hij jaren jonger was dan de rest waarmee ik voetbalde, duidelijk dat Michel het grootste voetbaltalent was van allemaal. Michel's oudere neef Roelie trapte een aardig balletje en liep en sliep in (toen nog vrij unieke) Barcelona-shirts en z'n broers Ronald en Roberto deden ook leuk mee, maar Michel kon er echt wat van. Ook mij liet hij, ook al was hij jaren jonger dan ik, regelmatig alle hoeken van het veld zien.

Naast het voetbaltalent was ook de gastvrijheid, het taalgebruik en de Haagse tongval opvallend bij de familie Adam. Alles was 'onwès gaaf', iemand die niet deugde was een 'tiefus-leăh' en als Michel of z'n tweelingbroer weer eens iets hadden uitgehaald riep hun vader 'kappuh năh, andags kre j’n punantie'.
Voor ons Dordtenaren was het omgaan met de familie Adam een geweldige manier om ons saaie vocabulaire aan te vullen met hun kleurrijke uitspraken.

Dus we deden ze graag na. Jammer genoeg lukte het me niet Michel's voetbalkunsten na te doen. En ook dat matje zal er bij mij wel nooit meer van komen.

donderdag 15 augustus 2013

De muis en de kater

Vorige week was ik met Bastiaan en z'n vriendje Melvin drie dagen in het Magic Kingdom van de beroemdste muis ter wereld, in het filiaal in Parijs om precies te zijn. Het werden drie zonovergoten en warme, maar ook fijne dagen. We zaten in het Newport Bay-hotel, dus profiteerden ook optimaal van het zwembad en het uitgebreide ontbijt (waarvan bij de jongens de kleine Danoontje-toetjes de hoofdmoot vormden).

Omdat het hotel zo dichtbij het pretpark ligt, had ik het idee om af en toe - na Space Mountain, de Indiana Jones-mijnkarretjesrit en de Big Thunder Mountain railroad - even nieuwe energie op te doen in het hotel. Maar in het hotel aangekomen wilden de jongens al snel naar het zwembad, en daar werd ook niet echt uitgerust... En zo werden het lange dagen, waarvan elke minuut 100% werd benut. De middelste dag waren we 's morgens vroeg al op het park omdat wij als hotelgasten eerder het park in mochten dan 'gewone' bezoekers (en je dus in een kwartiertje jezelf twee keer de ruimte in kon laten schieten!) en stonden we 's avonds om half 12 nog te kijken naar Disney Dreams, een spektakel op en bij het sprookjeskasteel, met veel muziek, vuurwerk, licht-, laser- en watereffecten.
De derde dag vertrokken we om kwart voor zeven 's avonds, om Bastiaan's vriend eerst in Ossendrecht af te zetten en precies om middernacht de sleutel weer in onze eigen voordeur te steken.

Floris vorig jaar, bij Bastiaan op schoot
Eerder die dag had Wilma me al gebeld om te zeggen dat het niet goed ging met onze kat Floris en dat de dierenarts zojuist nierfalen had geconstateerd. 

Het ging al een paar weken niet zo 'florissant' met het beestje, die de afgelopen jaren hoofdrolspeler was in m'n blogs 'Aandacht' en 'Mep'. Hij kwam weinig binnen en was lusteloos. Maar dat zou ook met het warme weer van de afgelopen tijd te maken kunnen hebben gehad, dachten we.

Toen we na de lange autorit binnenkwamen troffen we de zieligerd onder een dekentje in een mandje aan, waar Wilma 'm eerder keurig had ingelegd. 
Wilma en Bastiaan besloten bij hem in de huiskamer te blijven overnachten en 's morgens bleek het arme beestje stilletjes het tijdelijke voor het eeuwige te hebben ingewisseld.

Die avond heb ik een diepe kuil gegraven in een gemeenteperkje achter onze tuin en hebben we hem, na de nodige plichtplegingen, met z' drietjes een mooie plek gegeven bij een rozen- en een braamstruik.

Tja, that's life... Zo sta je de ene dag nog in het pretpark van de muis en de avond daarna in het treurplantsoen van de kat...

donderdag 8 augustus 2013

Boodschap in drukletters

Op de camping waar we deze zomer verbleven heb ik het laatste boek van Dan Brown, Inferno, gelezen.
Net als de eerdere boeken van hem waarin Robert Langdom de hoofdrol speelde gaat het ook dit keer weer om een zoektocht door mooie steden en langs mooie gebouwen (nu Florence, Venetië en Istanboel) aan de hand van allerlei verborgen en gecodeerde raadsels en boodschappen.

Helemaal in die sfeer liep ik naar het toiletgebouw van de camping (voor een kleine 'boodschap', overigens).
Het grote en (zeker voor een toiletblok) mooie gebouw werd altijd keurig onderhouden.

Elk moment van de dag was een helft ervan afgesloten wegens schoonmaakwerkzaamheden en zodoende hebben we alleen maar schone wc's gezien.

En toch trof ik - met allerlei 'Inferno-raadsels' nog in m'n hoofd - nu een briefje op de deur van het gebouw aan, dat zo maar door 'de Nederlandse Dan Brown' geschreven zou kunnen zijn.
'Wij verzoeken u vriendelijk doch dringend om uw behoeften op het toilet te doen! Wanneer wij constateren dat het nogmaals gebeurd zullen er maatregelen getroffen worden' stond er.

Ik verplaatste mij in een hoofdrolspeler in een Dan Brown-boek en trachtte deze boodschap te ontcijferen (waarbij ik ervan uitging dat de spelfout bij 'gebeurd' erin is opgenomen om de lezer te misleiden).
Uiteindelijk kwam ik niet verder dan dat ik constateerde dat iedere toiletbezoeker een maal van het toilet gebruik moet maken, maar dat hij de klos is wanneer hij het nog een keer doet.

Ik vraag ik me af of dit literaire meesterwerkje van Daan Bruin geschikt is om te verfilmen. Ik verwacht dat Tom Hanks in ieder geval geen interesse heeft in de hoof-drol. Ook is er - als ik het tenminste goed begrijp - geen belangstelling voor een tweede druk

donderdag 1 augustus 2013

In het groen

Onze tuin wordt het hele jaar door goed bezocht door allerlei gevederde vrienden. We krijgen niet alleen bezoek van duiven, mussen, merels, roodborstjes, eenden, reigers en kauwtjes, maar ook van Vlaamse gaaien en niet zo lang geleden zelfs een heuse buizerd (die door Wilma op de gevoelige plaat werd vastgelegd toen hij een spreeuw ter plekke ontleedde).

Nu we tijdens deze zonovergoten en warme julimaand op een camping op de Utrechtse Heuvelrug zijn neergestreken herinnert ons veel aan dat gefladder in onze tuin. Ik heb het dan niet alleen over de mussen die vanwege de hitte dood van het dak vallen en over de roodborstjes in het zwembad omdat er te weinig gesmeerd wordt, maar ook over vogels die om ons heen hippen terwijl we zitten te eten. Een aantal duiven en merels kwam Wilma zo bekend voor dat ze ze ervan verdacht dat ze onze caravan vanaf ons huis waren gevolgd. Op een gegeven moment zat er een ons onbekend exemplaar voor de voortent. Na een grondige studie besloten we dat dit waarschijnlijk een vink was.

Meer nog dan thuis hoor je hier vooral 's morgens en 's avonds al die verschillende vogels fluiten en kwetteren. Als waren we zelf trekvogels, gaan we er hier tussen al het groen regelmatig op uit om te genieten van alle flora en fauna. Dat doen we soms met de auto, maar ook wandelend of (in m'n eentje) hardlopend. Een paar dagen terug gingen Bastiaan en ik weer eens een eindje fietsen. Omdat onze vorige fietstocht was bekroond met een heerlijk ijsje op een terras in Leersum was het voor mij niet moeilijk geweest hem over te halen om weer mee te gaan. Dit keer koos ik echter een richting waar weinig tot geen terrasjes waren. Om niet als een stel blinde vinken de weg kwijt te raken had ik (naast GPS op m'n smartphone) een ouderwetse kaart gekocht. 

Na een klein uur fietsen dacht ik een goede terugweg naar de camping te hebben gevonden. Het pad dat we in fietsten bleek heel zanderig en heuvelachtig, maar we zetten door. Bastiaan had er alle vertrouwen in dat z'n pa de weg kende, maar ik moest m'n best doen om m'n twijfels (of moet ik zeggen lichte wanhoop) te verbergen. Hoe verder we kwamen, hoe beroerder het zandpad. Teruggaan was naarmate we verder liepen ook steeds minder een aantrekkelijke optie. Lange stukken legden we lopend af, onze fietsen door het mulle zand duwend. Maar tot mijn aangename verrassing mopperde mijn 13-jarige puberzoon nauwelijks. Zware kilometers verder kwamen we een meisje te paard tegen, die vertelde dat er in de wijde omtrek geen fietspad was, maar dat een stuk verderop een klein paadje door het bos richting de camping ging.

'Op de camping trakteer ik op een extra groot ijsje', beloofde ik m'n zoon. 'Pap, als ik het logo van de camping zie, zoen ik het!' antwoordde hij.
'Je moet maar zo denken Bastiaan' zei ik. 'Zo hebben we niet alleen een fietstocht, maar ook meteen een natuurwandeling gedaan'.
'Mooi, dan kan ik die ook van m'n lijstje afvinken' zei hij adrem.