donderdag 30 januari 2014

Denkend aan brood

'Wat wil je morgen op je brood?' is de vraag die ik vrijwel elke zondag- tot donderdagavond stel, ongetwijfeld net zoals dat in vele andere gezinnen met kinderen plaatsvindt. Meestal is het antwoord van mijn veertienjarige zoon iets als 'twee met salami en kaas (en mag dat cheddar zijn?) en twee met pinda- of smeerkaas', maar soms ook hoor ik iets als 'maakt niet uit'. Ik smeer 's avonds mijn eigen boterhammen voor de volgende werkdag en dan is het een kleine moeite om een paar (maar wel steeds meer) boterhammen te smeren voor m'n zoon die voor tussen de middag ook brood nodig heeft.

Toen ik een paar dagen terug de bovenstaande vraag stelde kwam Bastiaan naast me staan en zei hij 'Weet je pap, als ik op school m'n boterhammen eet, denk ik er eigenlijk nooit bij na dat jij die de avond ervoor hebt staan smeren...' Ik moest erom glimlachen en zei dat ik dat logisch vond, en zeker voor een kind. Want zeg nou zelf: hoe vaak denken we als volwassene over dat soort dingen na? Ja, wanneer ik een vers gestreken (en lekker ruikend) overhemd in m'n tas stop om later - na mijn fietstocht en douche - op kantoor aan te trekken denk ik aan Wilma die 'm gestreken heeft. Maar er zijn zo veel dingen die door een ieder als vanzelfsprekend gedaan worden.

Ik denk ook niet aan het sjouwen van de zware boodschappentas wanneer ik een fles frisdrank uit de koelkast pak. Of aan de kip die zo heeft moeten persen wanneer ik een eitje kook of bak. Of aan de lange wachtrij bij de kassa wanneer ik van iemand een kadootje krijg. Nou zijn dit natuurlijk wat 'onschuldige' en lullige voorbeelden, maar als we wat verder kijken...
Ik denk geen moment aan de aardbevingen in Groningen wanneer ik het gas aanzet, of aan de kinderen in de lage lonen landen wanneer ik m'n iPad gebruik, of aan de verschrikkelijke toestanden in de brandgevaarlijke textielfabrieken in Bangladesh wanneer ik een spijkerbroek koop.

Raar eigenlijk, hoe mijn hersenen naar aanleiding van een simpele vraag over broodbeleg de stap maakten naar dit soort complexe mondiale vraagstukken. Maar toch: is het niet hartstikke nodig dat we wat meer over dat soort dingen nadenken?
'Brood-nodig' is het enige juiste antwoord.
Denk ik..

donderdag 23 januari 2014

Verkeerde auto

Toen ik laatst een foto tegenkwam van de Ford Corsair die m'n ouders eind jaren zestig hadden schoot me een anekdote uit die tijd te binnen. M'n vader had die auto ooit gekocht van m'n opa en toen die een keer bij ons op visite was geweest liep hij 'auto'-matisch naar de verkeerde (namelijk zijn oude) auto.
Hij opende de deur met z'n nieuwe sleutels, ging zitten en bemerkte zijn vergissing pas nadat hij z'n volle boodschappentas voor de passagiersstoel mistte. Hilariteit alom!

Bijzonder was het overigens wel dat opa zijn oude auto kon openen met de sleutels van z'n nieuwe wagen. Het was natuurlijk ver voordat de auto's op afstand met een 'bliep-bliep' konden worden geopend en autosloten stelden in die tijd blijkbaar weinig voor. Ze waren zo ongeveer met een wattenstaafje open te krijgen. Een paar jaar later kwam ik daar zelf ook achter. Een vriend van me belde mij op m'n kantoor in Rotterdam, omdat hij op de parkeerplaats van het treinstation van Dordrecht een vreemde vent mijn auto had zien openmaken en hem had zien instappen. Het was hem gelukt de indringer te verjagen maar ik was er niet gerust op en besloot vanuit Rotterdam de trein terug te nemen om te kijken of alles in orde was. Dat bleek gelukkig het geval en ik heb mijn Ford Taunus er nog jarenlang zonder problemen geparkeerd.

Een tijdje erna maakte mijn zwager op datzelfde Dordtse treinstation iets soortgelijks mee, maar toen ging het over zijn eigen auto. Een vreemde vent maakte het autoslot open en stapte erin. M'n zwager besloot vanaf een veilige afstand dingen te roepen als 'Hé, wat moet dat? Ga uit die wagen!'. Steeds dreigender en harder roepend probeerde hij de onverstoorbare onverlaat te verjagen met waarschuwende en dreigende teksten. 

Totdat hij opmerkte dat een paar auto's verderop precies zo'n zelfde wagen stond. Zíjn wagen..!

donderdag 16 januari 2014

Goed gezien

Bastiaan was best nerveus toen we dinsdagochtend naar de oogarts van het Sint Franciscus Gasthuis reden. We gingen erheen omdat hij soms wat vage hoofdpijn boven een oog heeft en af en toe - wanneer hij moe is - een beetje wazig ziet. Maar onze zoon zag daar tegenop en vond het allemaal niet nodig.

Onderweg melde hij danook opvallend vaak dat die vrachtwagen ver voor ons een leuke reclame achterop de aanhanger had staan, dat de navigatie aangaf dat we er zo af moesten en dat hij het bord van de snelwegafslag die we moesten nemen al kon lezen...

Op zijn vraag aan mij wat zo'n oogarts gaat doen antwoordde ik dat hij waarschijnlijk zou vragen (steeds kleinere) letters te lezen. En dat de arts misschien een druppeltje in z'n ogen doet om de pupillen te vergroten waardoor hij het een en ander beter kan bestuderen.

Dat bleek even later inderdaad het geval. Na de oogdruppels moesten we een half uurtje in de wachtkamer zitten, waarna we zouden worden teruggeroepen voor de bestudering van de ogen. Toen Bastiaan met steeds groter wordende pupillen naast me zat adviseerde ik hem maar even niet te gamen met z'n telefoon of Nintendo, omdat het licht waarschijnlijk te fel zou zijn.

Wél leek het me leuk even een foto te nemen van die grote ogen. Ik hield m'n GSM vlak voor hem, drukte af en... was vergeten m'n flits uit te zetten. FLITS!
O wat stom, we konden er samen om lachen, maar wat voelde ik me lullig...

Even later bekeek de arts de resultaten van de test en gaf hij - kort gezegd - aan dat Bastiaan's ogen op zich prima zijn. Maar de ooglenzen van kinderen passen zich aan aan de omstandigheden (ver weg, dichtbij etc.), wat tot vermoeidheid van de spieren en hoofdpijn kan leiden. Er wordt binnenkort voor de zekerheid nog een testje op een tijdstip later op de dag gedaan, maar de arts wist te melden dat m'n zoon meer dan 100% zag. Dat laatste snap ik overigens niet, maar ik ga er maar van uit dat de arts hiermee niet bedoelde dat dat betekent dat je dingen ziet die er niet zijn.

Ach, dat z'n ogen best goed zijn wist ik eigenlijk al wel. Toen ik bij de balie van de polikliniek de papieren aan de dame erachter wilde geven zei hij 'eeh, iets zegt me dat we hier niet goed zijn hoor pap!' en hij wees me op het bordje 'Polikliniek Gynaecologie & Verloskunde'.
Ik ben blij dat hij dat goed en tijdig had gezien. Want als je even niet goed uit je doppen kijkt kan je zo maar - op een onbewaakt eeh... ogen-blik - worden blootgesteld aan allerlei heel andere onderzoeken.

donderdag 9 januari 2014

Oude gadgets

In het RTL Nieuws van zojuist werd veel aandacht besteed aan een grote beurs waar alle elektronische gadgets van vandaag de dag en vooral de (nabije) toekomst centraal staan. Het ging daarbij vooral om gadgets die je op het lijf draagt, zoals Sony smartwatches die niet alleen je hartslag meten en in verbinding staan met je smartphone, maar die ook dag en nacht precies bijhouden hoeveel je beweegt, zweet en weet ik veel wat al niet meer. Ook was er een kleine gadget die op het rompertje van een baby moet worden bevestigd en die dan kan constateren dat de baby bijna wakker wordt en alvast een seintje geven aan de flessenwarmer.

Tsja, volgens mij heeft het verleden bewezen dat niet alles dat technisch mogelijk is en handig of leuk lijkt, ook in de praktijk een 'hit' wordt. We zullen zien wat de toekomst ons brengt...

Over het verleden en de toekomst gesproken: zaterdag bezochten Bastiaan en ik de expositie Da Vinci The Genius in het oude postkantoor aan de Rotterdamse Coolsingel.
De tentoonstelling maakte flink indruk op ons. In het fantastische gebouw kwamen alle kwaliteiten van het genie (uitvinder, schilder, anatomist, architect, natuurkundige en filosoof) uitgebreid aan de orde.

Het gaf de mogelijkheid al zijn ingenieuze bedenksels uit het eind van de 15e en begin van de 16e eeuw tot in detail te bekijken, omdat veel van zijn tekeningen 'tot leven' waren geroepen. Er stonden bijvoorbeeld enorme vliegmachines en katapulten, maar ook oorlogsmachinerie als een een houten ronde tank en een soort machinegeweer (bestaande uit een 'waaier' van zo'n tien lopen).

Ook was er de gelegenheid om de Mona Lisa nauwkeurig te bestuderen (tot aan de achterkant van het schilderij aan toe) en kwamen we alles te weten over Leonardo's beroemde Laatste Avondmaal.

Maar vooral zijn (vaak pas veel later daadwerkelijk gerealiseerde) uitvindingen maakten indruk.

Eigenlijk maakte hij destijds ook een soort gadgets en applicaties. Veel van die 16e eeuwse gadgets en apps waren geniaal, maar sommigen ook te mal.
'Ik ben malle appie niet', dacht Wilma trouwens de dag ervoor. Toen zouden we met z'n drietjes de expositie bezoeken maar troffen we een enorm lange rij voor de deur van het gebouw. Het zou zo maar meer dan anderhalf uur geduurd hebben voor we het gebouw in konden (om daarna vervolgens overal in slakkengang langs te schuifelen). Daarom besloten mijn zoon en ik de volgende morgen vroeg te gaan. Wilma durfde het risico niet te nemen om én vroeg te moeten opstaan én alsnog aan het einde van een lange rij te moeten aansluiten. Ikzelf heb trouwens ook een hekel aan wachten. Wanneer ik mezelf van ongeduld sta op te vreten in een lange rij wordt in onrustig, breekt het zweet me uit en gaat m'n hartslag omhoog. Ik heb echt geen moderne gadget nodig om dat te constateren!

donderdag 2 januari 2014

Lange tenen en blote benen

Hoewel we niet kunnen stellen dat we 2013 geruisloos hebben afgesloten, gezien al het geknal van de laatste dagen, ben ik toch blij dat we de decembermaand achter de rug hebben. Ik was namelijk even bang dat de VN ook in de bres zou springen voor keukenpersoneel dat zich achtergesteld voelde en gillende keukenmeiden om die reden zou willen verbieden. Of dat we een Facebook-petitie zouden moeten gaan tekenen om de chinezen aan te geven dat 'oliebollen' geen grappig of kwetsend bedoelde uitspraak van het oud-nederlandse 'orieborren' is.

Het jaar van de lange tenen zit er op (waarbij ik hoop dat er nu niet een bevolkingsgroep met lange tenen in de genen zich beledigd voelt overigens) en we beginnen aan een maagdelijk 2014.

Na allerlei hapjes, spelletjes en Tv-kijken op Oudjaarsavond waren we gisteren bij m'n ouders om de familie het beste toe te wensen.

Onze nichtjes Jasmijn en Veerle (van respectievelijk 4 en 2 jaar) grepen de kans om te stoeien met grote neef Bastiaan, wat een leuk schouwspel opleverde.

M'n schoonzus vertelde trouwens dat een van de favoriete Duplo-mannetjes van de jongste mij schijnt voor te stellen.
Het van een flinke bos haar voorziene poppetje is een stoere groenteman die met z'n bestelwagen de stad rondrijdt. En ook al komt dat beeld niet echt overeen met de werkelijkheid, ik vind het prima zo. Niks meer aan doen, zou ik zeggen!

Deze stoere groenteman hoopt overigens dat het nog wel een beetje gaat winteren de komende tijd. Vorige week zijn we gaan schaatsen op de nieuwe overdekte ijsbaan hier in de buurt, maar het haalt het toch niet bij echt natuurijs.

Nou denken we bij koude winters altijd aan die van vroeger, maar of dat ook zo was is maar de vraag. Een paar dagen terug trof ik namelijk in een oud fotoboek een foto aan van Oud en Nieuw 1966-1967.

Het is bij m'n opa en oma in de Dordtse Soembastraat en m'n zus en ik zitten bij m'n ouders op schoot. Wat me opvalt zijn de champagneflessen en een volle asbak op tafel en dat ik daar net zulk haar had als het Duplo-poppetje, maar vooral dat ik daar als vierjarig jochie in een korte broek zit in de laatste minuten van het jaar..!

Mijn conclusie: ofwel de winters waren vroeger niet koud, of m'n ouders voedden me destijds Spartaans op in de hoop dat ik later bijvoorbeeld een stoere groenteman zou worden.