zondag 31 januari 2021

Mezelf niet

Tot een klein jaar geleden bracht mijn werk me op allerlei plaatsen. Natuurlijk was ik het meest te vinden op mijn werkplek in Rotterdam, maar vaak bracht ik dagdelen door in Schiedam en met enige regelmaat bracht ik bezoekjes aan bijvoorbeeld Den Haag, Utrecht of Breda. Dankzij het Europese forum waarvan ik lid ben bezocht ik door de jaren heen allerlei Europese steden, van Athene tot Stockholm en van Helsinki tot Palermo. En het geven van een presentatie tijdens het Milieucongres in het Japanse Osaka was toch wel het meest bijzonder!

Hoe anders is dat nu! Vrijwel al m'n werkzaamheden en contacten voltrekken zich op het schermpje van m'n thuiswerkplek. De wereld is heel klein geworden, al mogen we nog 'blij' zijn dat de pandemie zich niet pakweg een kwart eeuw geleden voltrok. Hoe hadden mensen met administratieve functies hun werk destijds in vredesnaam moeten doen zonder internet, zonder email, zonder MS Teams of Zoom?

Want dankzij de hedendaagse technologie is het meeste werk prima te doen. Vanaf m'n thuisplek overleg ik met ik weet niet hoeveel mensen. Wel hoor en lees ik vaak de terechte opmerking dat het informele, sociale contact veel minder plaatsvindt. Dat er geen recepties zijn om je netwerk te onderhouden of te verbreden en geen toevallige ontmoetingen bij de koffieautomaat (die regelmatig heel nuttig blijken) en dat je niet even een collega op z'n schouder kan tikken om iets te vragen.

Op dat laatste hebben we in ons team de afgelopen week iets gevonden. Nu we allemaal over twee beeldschermen beschikken kunnen we af en toe ook onze camera's aanzetten op momenten dat we elkaar niets te zeggen hebben. Zo samen voelt het werk minder saai. Allemaal hebben we als achtergrondje een foto van de etage waar we tot vorig jaar werkten, dus wanneer ik dan vanaf m'n 'werkscherm' opzij kijk naar het scherm met mijn werkende collega's voelt dat heel vertrouwd. De koptelefoons leggen we op onze schouder en als we elkaar roepen horen we dat. Dát hadden we veel eerder moeten doen!

Al langer heb ik wekelijks met m'n collega's een digitaal koffie-halfuurtje, waarin we proberen het niet (te veel) over werk te hebben. Vaak is het dan een moment om wat ongein uit te halen. Onze jongste telg wist ons vorige keer bijvoorbeeld in een handomdraai niet achter een bureau maar in een koraalrif te plaatsen. Het voelde alsof ik meespeelde in 'Op zoek naar Nemo'!

De organisatoren van de nieuwjaarsreceptie van onze organisatie waren dit jaar ook creatief, omdat deze bijeenkomst niet in het WTC-gebouw kon plaatsvinden, maar 'virtueel' was. Na wat toespraken en een korte film kon iedereen voor zichzelf een avatar (poppetje) selecteren om daarna op het laptopscherm door digitaal Rotterdam te lopen en daar collega's tegen te komen. Ikzelf koos in de gauwigheid voor een vos als avatar en stapte zo een Rotterdams plein op. 'Hé Marco', hoorde ik ineens achter me, en toen ik me omdraaide zag ik een collega die moest lachen om m'n grote rode staart. Ik had nooit gedacht dat ik dát ooit nog zou mogen beleven!

Eerst Nemo en nu een vos... Geen wonder dat 'ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest' de laatste tijd almaar in m'n hoofd zit.

zondag 17 januari 2021

Ff een dingetje

Bastiaan kwam de keuken in en zei grappend met een rare stem 'a fork, a fork, a fork' omdat hij een vork nodig had om de kat eten (uit blik) te geven. Als vanzelf haakte ik erop in met 'a knife, a fork, a vodka and a corck, that's the way we spell New York!', waarna ik raar werd aangekeken.

Ik vertelde dat die wat merkwaardige tekst uit de hit ‘Cocaine in my Brain’ van ene Dillinger uit halverwege de jaren zeventig kwam. Tja, als het om muziek gaat heb ik wel vaker dat ik soms de neiging heb om me te gedragen als 'pop-professor' Leo Blokhuis, omdat ik het blijkbaar belangrijk vind om de generatie na ons iets van de muziekgeschiedenis mee te geven. Daarmee doel ik op muziekhelden als The Beatles, Stones, Elvis en Bowie, maar soms verlaag ik me ook tot mindere goden, zoals (met alle respect) bijvoorbeeld Dillinger.

Sterker nog: ik herinnerde me ineens weer dat van 'Cocaine in my Brain' destijds ook een Nederlandse parodie is gemaakt. 'Ik ga weg Leen (ik weet nog niet waarheen)' heette het. Maar wie was die gast ookalweer die dat zong? Eeeh... dinges, eeeh... Dingetje heette die vent!

Toen ik later op de avond op YouTube eerst op 'Cocaine in my Brain' en daarna op 'Ik ga weg Leen' klikte moest ik glimlachen om de gekkigheid en knulligheid, maar besefte ik ook dat ik met mijn muzieklesstof nu toch wel naar een zeer bedenkelijk niveau was gezakt.

En dat ik over zoiets onzinnigs ook nog een stukje schrijf is toch wel het toppunt! Alsof er geen belangrijkere zaken gebeuren in de wereld! 

Maar ja, over die belangrijke zaken worden al kranten en websites volgeschreven en vele praatprogramma's gevuld. En van het alleen maar lezen en nadenken over die zaken knapt een mens echt niet op. Zo bezien is het helemaal niet zo gek om het een keer te hebben over een bijzonder onzinnig en volstrekt onbelangrijk... dingetje.