donderdag 30 oktober 2014

Het lot van Artis

Loterijen geven minder grote geldprijzen maar meer kleine prijzen, stond vorige week in de krant. Dat verklaart dus waarom Gaston Starreveld nog nooit voor onze deur heeft gestaan maar dat we in plaats daarvan prijzen van het kaliber Ben & Jerry-ijs en duurzame anemonebollen winnen. Inmiddels hebben we de bollen opgegeten en het ijs in de grond gestopt (of was het nou andersom?) en nu resteerden alleen nog de onlangs gewonnen kaartjes voor een pretpark of dierentuin.

Afgelopen zaterdag togen we daarom naar Artis. Het was voor Wilma als geboren Amsterdamse een mooie gelegenheid om jeugdherinneringen op te halen en jaren terug waren we er ook al eens met haar ouders geweest. 
Het was droog en niet te druk dus prima condities om op ons gemakkie langs alle verblijven te slenteren en hier en daar wat te eten en drinken. 
Het viel ons daarbij wel op dat Artis een flinke opknapbeurt kan gebruiken. Niet alleen omdat veel ijzer- en betonwerk zijn beste tijd had gehad, maar vooral omdat ons echt opviel dat dieren soms in vrij kleine (lees: te kleine) ruimtes zitten. 
Daar waar in Blijdorp de afgelopen decennia veel grote dierverblijven zijn verrezen voor bijvoorbeeld olifanten, vogels, tijgers en zeedieren blijft Artis op dat punt echt achter. Wel was er (net als in Rotterdam) een savanne voor giraffen, maar ik heb me staan 'verbazen' over de olifanten die in een te kleine ruimte stonden te wiebelen en haaien die in de tien minuten dat we er onze boterham opaten noodgedwongen tientallen keren hetzelfde te kleine rondje moesten zwemmen.

Vlak voor we de dierentuin verlieten kregen we te horen dat Artis gelukkig plannen heeft voor een veel groter olifantenverblijf. 
Ik hoop dat dat een eerste stap is. Wij hebben voor we naar huis gingen nog even een bezoekje gebracht aan Wilma's oude wijk en keken toen we onderweg een hapje aten terug op een geslaagde dag, mede dankzij 'het lot van' de Postcodeloterij. 

Maar het moet me dus wel van het hart dat veel dieren in Artis eigenlijk een beter lot verdienen...

donderdag 23 oktober 2014

Bond

'Waar is James Bond wanneer de wereld 'm nodig heeft?' denk ik wel eens wanneer ik kijk naar de nieuwsuitzendingen van de laatste tijd met berichten over terreur, ebola en andere ellende. Nou, in de Rotterdamse Kunsthal dus. In alle soorten en maten; van Sean Connery tot Daniel Craig.

Sinds een paar weken worden onder de naam Designing 007: Fifty Years of Bond Style allerlei attributen uit de James Bond-films ten toon gesteld in het museum waar twee jaar terug nota bene een kunstroof werd gepleegd door een paar boeven die zo uit de Bassie en Adriaan-reeks leken te zijn weggelopen.
Ik ben sinds ik in 1974 'The man with the golden gun' in de bioscoop zag een liefhebber van de films van 007 en heb sinds een poosje alle DVD's in m'n bezit. 


Ook Bastiaan heeft inmiddels aardig wat delen van de serie gezien en daarom schuifelden we vandaag saampjes langs bijvoorbeeld de originele hoed die schurk Oddjob in Goldfinger als wapen gebruikt, het metalen gebit van Jaws (de onlangs overleden Richard Kiel) en de sensuele bikini's van Ursula Andress (uit Dr. No) en Hale Berry (uit Die Another Day). Ook de originele Aston Martin die vooral in de eerste Bond-films voorkwam was te bewonderen. 

En niet te vergeten de vele gadgets die Q iedere film weer aan Bond meegaf. In de vitrines lagen onder meer levensgevaarlijke pennen, horloges, koffers en een gipsen poot.

We vonden het zeer de moeite waard en sloten de middag af met een exotisch hapje in hotel Bazar aan de Witte de Witstraat. Terwijl ik daarna moe maar voldaan in de metro zat uit te buiken installeerde Bastiaan op m'n nieuwe gsm een paar handige apps. Eigenlijk heb ik ook m'n eigen Q, dacht ik toen. En ik beschik mede dankzij Samsung over gadgets waar de James Bond van twintig jaar terug nog niet van had durven dromen...

donderdag 16 oktober 2014

Autocorrectie

Het valt me mee dat tot op heden nog niet de pleuris is uitgebroken omdat ik een van m'n familieleden, vrienden of collega's grof heb beledigd. Niet mondeling, maar via een sms, whatsapp of mailtje. Dankzij de autocorrectie op m'n telefoon of tablet stuur ik soms de meest wonderlijke berichtjes en vervorm ik allerlei namen. Zo noemde ik iemand van een organisatie met wie ik samenwerk onlangs 'de heer Croissant' (omdat zijn echte achternaam met een 'c' begon), noemde ik een ander mannelijk werkcontact Marion en las een van mijn collega's 'Hoi Marinade' als eerste woorden van mijn mail. Ik troost me met de gedachte dat ook anderen er last van hebben. Een poosje terug verwees een vrouwelijke collega me in een whatsappje naar 'waar we het gisterennacht over hadden gehad'. Dat 'nacht' had de autocorrectie er voor het gemak zelf maar even bij verzonnen. Zoiets kan toch zo maar tot flink wat ongemak leiden bij mij thuis...

Terwijl ik dit (hopelijk zonder al te veel gekke woorden) tik bedenk ik dat die autocorrectie ook z'n vóórdelen heeft. Je kan het namelijk ook 'omdraaien'; eens lekker allerlei frustraties botvieren in gemene, lelijke berichten aan een ieder en achteraf de schuld geven aan die autocorrectie!

Nu we op kantoor het werken met papier tot een minimum moeten beperken schrijf ik geen aantekeningen meer op een blocnote tijdens een gesprek of vergadering, maar tik ik die ook op m'n tablet. En ook daarbij gaat het vanwege de autocorrectie nog wel eens mis.

Wanneer ik dan later m'n aantekeningen er nog eens bij pak kom ik woorden tegen die kant noch wal raken en die ik in sommige gevallen ook niet meer kan herleiden tot wat ik heb bedoeld.
Ik noem die autocorrectie-functie danook liever de 'Gilles-de-la-Tourette-functie'.

Ik moet trouwens eerlijk zeggen dat het in het verleden ook niet altijd meeviel om mijn handgeschreven aantekeningen achteraf te ontcijferen. Vroeger kreeg ik vaak te horen dat ik best een mooi handschrift had, maar daar is in de loop van de jaren flink de klad in gekomen. 

Alleen als ik er goed m'n best op doe mag het resultaat er nog zijn. Zo gingen we een paar jaar terug met mijn schoonfamilie op vakantie naar Zuid Frankrijk en kwamen we er nog voor de Belgische grens achter dat m'n zwager Frans geen nummerplaat had op zijn gehuurde aanhanger. 

Dus pakten we een stuk karton en schreef ik er met mooie, duidelijke blokletters zijn kentekennummer op. We waren er zeker van dat Frans onderweg door een ijverige agent zou worden aangehouden, maar hij heeft in totaal zo'n 2600 kilometer zonder problemen met mijn handschrift achterop z'n aanhanger gereden. Blijkbaar leek die nummerplaat vanaf een afstandje toch 'net echt'. 

Samengevat kan je stellen dat ik problemen heb met de autocorrectie, maar dat een aanhangercorrectie me wél goed afgaat.

donderdag 9 oktober 2014

Aan de bomen

Net nadat ik m'n tablet pak om dit stukje te schrijven sms't onze zoon ons dat hij op dit moment in de Pizza Hut in Londen op zijn bestelling wacht. Bastiaan stapt deze week een aantal dagen met zijn klasgenoten door Londen. Ze zijn al voor de derde keer in Engeland en bezoeken onder meer Trafalgar Square, the National Museum en de Shakespeare Globe en lopen vanzelfsprekend langs de wereldberoemde bezienswaardigheden. Bijzonder is dat ze in the National Gallery (vooraf ingestudeerde) uitleg gaan geven aan bezoekers over schilderijen van onder meer Rembrandt en Vermeer. En dat allemaal in het engels natuurlijk. De toehoorders zullen vast onder de indruk zijn van deze bijdehandte 14-jarige Nederlandse jochies en meiden.

Nou is onze zoon niet altijd zo bijdehand hoor. Zo vroeg hij een tijdje terug 'groeien komkommers serieus aan een struik?'.
Oké, dit is flauw.
Ik geef toe: het is op zich helemaal niet zo'n rare vraag, maar wel een die mij een soort van deja-vu bezorgde.

Als klein ventje vroeg ik mijn vader en moeder namelijk ooit waar de kroketten eigenlijk vandaan kwamen. Ik vroeg me af wat die blubberige toestand in dat krokante korstje nou eigenlijk was.
Ook geen gekke vraag volgens mij; zelfs vandaag de dag vraag ik het me nog wel eens af nadat ik een hap heb genomen.
Later herinnerden mijn vader en moeder me een beetje plagerig aan die vraag en maakten ze ervan dat ik vroeger had gedacht dat kroketten aan een boom groeiden.
Het is inmiddels een leuke 'running gag' geworden en ik laat het ook maar zo...

Misschien dat ik later ook wat plaagstootjes kan uitdelen aan onze komkommer-geïnteresseerde zoon die op dit moment lekker geniet van een kort weekje buitenland terwijl de herfst zijn intrede doet. De temperatuur, regen en wind zorgen ervoor dat de bomen nu snel verkleuren en hun blad verliezen. Met een beetje fantasie kan je de rijpe kroketten zo zien hangen!

Pas nadat ik dit stukje heb geschreven lees ik overigens dat het vandaag Nationale Krokettendag is. Toeval bestaat niet...

donderdag 2 oktober 2014

Nog een keer gisteren

'Wat zit er ookalweer in die dikke ordner?' vroeg ik me af toen ik vorige week wat zocht op de vliering. Ik opende hem en herontdekte tientallen in de jaren zeventig en (begin) jaren tachtig zelf samengestelde hitparades. In sommige gevallen op zo'n gelig kladblokblaadje geschreven, maar in de meeste gevallen als onderdeel van een wekelijks volgeschreven 'boekwerkje'.

Net als zo veel jonge gozertjes (en meiden?) uit die tijd speelde ik deejay op een niet-bestaande radiozender en daar hoorde nou eenmaal een hitparade en een 'nét-echt weekblad' bij. Een paar jaar later startten mijn 'partner in crime' René en ik daadwerkelijk piratenzender 'Transistor' in Dordrecht, maar verder dan een paar uurtjes in de week veel plezier hebben met het zo maken van radioprogramma's die door wat bekenden (en anderen?) werden beluisterd én een paar 'Drive-in shows' in wat clubgebouwtjes is het nooit gekomen (zie ook mijn eerdere blogs....).

Vele herinneringen kwamen terug toen ik bladerde door de stapel hitparades. Natuurlijk zag ik m'n idolen van destijds (Queen, ELO, Eagles, Supertramp) telkens hoog in de lijstjes staan. En ook nummers die ik nu nog regelmatig beluister op Spotify of een Greatest Hits-cd kwam ik vaak tegen. Maar m'n nostalgische buien werden eigenlijk nog het meest versterkt door de namen van liedjes en artiesten die ik helemaal vergeten was.

Ik pakte m'n tablet met YouTube erbij en tikte de langvergeten namen in. Pareltjes zaten er tussen, maar ook verschrikkelijke rotzooi. En eigenlijk waren die verschrikkelijke liedjes net zo leuk om te horen dan het betere materiaal.
'Fout' noemen ze die muziek tegenwoordig, of 'guilty pleasures'. 

Ik ontdekte dat wat vroeger stoer leek nu vaak uiterst lullig overkomt (kijk bijvoorbeeld maar eens naar Slik met 'Forever and ever'). En muziek die toen al lullig leek (maar toch in 'mijn hitparade' stond?) blijkt dat nu inderdaad te zijn geweest. Maar wat leuk vond ik het om zo door het verleden te bladeren...

Terwijl Wilma schuin tegenover me op de hedendaagse TV allerlei koks, modellen en misdaadbestrijders bekeek en Bastiaan aan de hoge tafel Minecraft speelde op zijn laptop dwaalde ik dankzij YouTube, m'n tablet en m'n koptelefoon af naar de jaren tachtig en zeventig. Ik herontdekte synthesizer-band Space met 'Magic fly' (Daft  Punk, eat your heart out) en het romantische 'Painting my lovesongs' van Henry Gross. En zo kan ik nog tientallen in de vergetelheid geraakte singeltjes noemen. Uiteindelijk kwam ik op het niveau 'Ik ben Gerrit' van Gerrit Dekzeil uit...
O ja, ook bij 'Yesterday once more' van the Carpenters bleef ik even hangen. Goede stem had die meid eigenlijk. En mooie nummers toch ook wel hadden die broer en zus, al schijn je dat eigenlijk niet hardop te mogen zeggen...
Ik luisterde naar de tekst en ontdekte dat 'Yesterday once more' precies beschrijft wat ik met dit stukje bedoel te zeggen. Achteraf gezien had ik dat nummer eigenlijk alleen maar hoeven te vertalen en in deze blog te plaatsen.

Ver voordat YouTube en Spotify bestonden sloegen broer en zus Timmerman de spijker al op z'n kop!