donderdag 26 juli 2018

Documenteren

Ik hou van het zonnetje, maar zoek de laatste dagen steevast de schaduw op. Ook nu zit ik achterin de tuin, in de schaduw van het schuurtje. Hitte- en droogterecords zijn gebroken. Deze zomer is inmiddels warmer en droger dan die van 1976, hoorde ik vandaag.

Inderdaad kan ik me herinneren dat dat ook zo’n loeihete zomer was. M’n ouders vonden het dat jaar niet logisch om naar Zuid-Frankrijk of Spanje te reizen omdat m’n broertje nog geen jaar oud was, dus brachten we de zomervakantie door in camping Hoeven in Brabant. Ik realiseerde me net dat ik in die zomers van de jaren 70 vaak een dagboek bijhield, dus dook ik boven even een laatje in.
Toen ik het schriftje opensloeg viel m’n oog meteen op een uit de krant geknipt weerbericht uit 1976, waaruit blijkt dat het ook toen inderdaad ‘zeer warm’ was. Verder schrijf ik onder meer dat we gingen zwemmen in het naast de camping gelegen Bosbad Hoeven, dat we - als het iets minder warm was - vele potjes voetbalden en dat we ‘s avonds bingo speelden in de camping-kantine en in de Bosbadhal een concert van de Dizzy Mans Band bijwoonden (wie kent ze nog, van ‘The show’ en The opera’!?).

‘Jij bent echt iemand die alles goed documenteert!’, zei m’n vader een paar dagen terug. Ik moest daaraan terugdenken toen ik het schriftje uit 1976 las. En al helemaal toen ik een paar bladzijden verderop zag staan dat we een dagje naar Antwerpen waren gegaan. Want toevallig vond ik vorige week een oude muziekcassette in ‘n kast, stopte ik die in m’n (een paar jaar terug aangeschafte) cassettespeler waarmee je opnames naar je pc kan kopiëren en hoorde ik opnames die ik als 15-jarige puber in Antwerpen had gemaakt. Ik hoorde ons gezinnetje praten in een eettentje en hoorde m’n vader (op mijn verzoek) onze auto met piepende banden de bochten nemen in een parkeergarage.


Ik sloeg een bladzijde van het dagboek-schriftje om en ja hoor: zelfs het kaartje van de parkeergarage had ik erin geplakt! Over documenteren gesproken...
Maar inmiddels ben ik 42 jaar ouder en wijzer. En ik gebruik geen schriftjes meer waarin ik dingen opschrijf. Nee, dat ben ik wel ontgroeid. En ik zou anno 2018 toch wel gek zijn om op te schrijven wat me tijdens deze hete droge zomer zoal bezighoudt. Toch?

donderdag 19 juli 2018

Onverwacht ongemakkelijk

Mijn vader en moeder hebben beiden gerookt, maar toen zij zelf al een poosje gestopt waren zat in een restaurant vlak naast hen iemand te roken. In die tijd mocht dat nog. Ikzelf heb nooit gerookt, maar begrijp dat gestopte rokers soms nog kunnen verlangen naar een sigaret wanneer ze er een ruiken. In dit geval was dat niet zo. M’n ouders hadden er zelfs een beetje last van, terwijl ze zaten te eten. De rookpluim dwarrelde over hun tafeltje heen; zo dichtbij zat de vrouw. Vriendelijk vroeg mijn moeder daarom of ze de sigaret niet in haar andere hand kon houden. “Dat kan helaas niet”, antwoordde de vrouw. “Want ik héb maar een arm...!”

Tja, dat zijn van die situaties die je van te voren niet ziet aankomen.

Afgelopen zondag stonden Bastiaan en ik in het eettentje “De Eekhoorn” in het Kralingse Bos te wachten op het Sundae-ijsje dat voor ons werd gemaakt, toen er een jochie van een jaar of vier kwam binnenlopen.
“Mag ik naar de wc?” vroeg hij aan de vrouw waarbij ik net m’n bestelling afrekende.
“Nee, kleine kinderen mogen niet alléén naar de wc!”, antwoordde ze. “Waar zijn je pappa en mamma?”
“Ik héb geen pappa en mamma!”, reageerde het ventje.
Dat antwoord werd niet echt serieus genomen. “Kom je dan uit het het weeshuis?”, vroeg de ijsverkoopster gekscherend. Maar het kleine mannetje hoorde het niet, want was alweer op weg naar buiten.
Bastiaan en ik pakten onze ijsjes aan toen het gozertje weer naar binnen kwam, gevolgd door een jonge vent. “Ik heb twee páppa’s!”, riep hij monter. De ijsmevrouw stamelde iets van “O, euh, ja... euh, ik dacht, euh”, terwijl de twee naar de wc liepen.

Wijzelf liepen het kleine eethuisje uit en zochten op het loeihete terras een bankje in de schaduw. Aan het tafeltje tegenover het bankje waar we gingen zitten zat een man wat op z’n smartphone te tikken, met naast hem twee lege stoeltjes. Bas en ik knipoogden naar elkaar en moesten lachen om de ongemakkelijke situatie die de ijsverkoopster ongewild had gecreëerd. 

Één arm, twéé vaders... Op zich niks om om te lachen natuurlijk. Maar de onbedoelde en onverwachte ongemakkelijke situaties maken het wel... bijzónder.

donderdag 12 juli 2018

Strand

Als alles volgens plan verloopt brengt de Rotterdamse metro de mensen vanaf volgend jaar rechtstreeks naar het strand van Hoek van Holland. Eigenlijk had dat al dit jaar het geval moeten zijn, maar de werkzaamheden blijken langer te duren dan vooraf gedacht. Het klinkt misschien gek, maar ik vind het wel wat hebben; met het openbaar vervoer naar het strand. Ik heb niet zo veel met lang file-rijden en lang zoeken naar een parkeerplaats in de hitte. Voor zo ver ik me kan herinneren gingen we in m'n jonge jaren in Nederland niet vaak naar het strand. En als we dan eens een keer naar Renesse of een andere Zeeuwse kustplaats reden bleek het ter plaatse vaak geen geweldig strandweer te zijn. "Ik wil in de auto zitten met alle ramen dicht" hoor ik m'n neef Peter nóg antwoorden op de vraag of hij het naar z'n zin had."

Eind jaren 80 op het strand van Bakkum
Tijdens de zomervakanties kozen m'n ouders vaak een camping uit aan de Middellandse Zee, maar het Nederlandse strand ben ik eigenlijk pas gaan waarderen toen Wilma en ik veel zomerse weekendjes doorbrachten bij m'n schoonouders op de camping in Bakkum.

In m'n jeugd waren we tijdens die zomerse weekenden veel op camping Hoeven in Brabant. En als we in onze woonplaats Dordrecht bleven gingen we wel eens naar de Dordtse Biesbosch.


Ik vond daar laatst nog een leuk - maar enigszins beschadigd en niet zo scherp - filmpje van uit 1979.

Maar dat was allemaal 'toen'.
Afgelopen zondag pakten we, omdat die metro richting het zoute water in het westen nog niet reed, de metro maar naar het zoete water in het (noord)oosten. In Nesselande - Rotterdams nieuwste stadsuitbreiding - is sprake van een heuse boulevard en een groot strand aan de rand van de Zeverhuizer
plas. Zeker nu er veel dagen zijn waarop de temperatuur zuideuropese waarden bereikt is daar sprake van Mediterraanse sferen. Volle terrassen, een druk strand en zelfs het gras was voorzien van een zuideuropese gele kleur.

Grappig was dat we op de Nesselandse boulevard een bankje zagen dat vol zat met oudjes, allemaal kijkend naar het strand. "Kijk, zelfs de Benidorm Basterds zijn er", zei Bastiaan. Ik keek ze zo 'ns aan en antwoordde "Volgens mij zijn dit de Nesselande Nastys". 

donderdag 5 juli 2018

Trots

De stukjes die ik op deze pagina schrijf zijn in een aantal categorieën te verdelen. Soms gaan ze over herinneringen aan vroeger tijden of over dingen die we nu als gezin (inclusief huisdieren) meemaken, af en toe koketteer ik met m’n klunzigheid en/of verstrooidheid en zo nu en dan laat ik zien hoe trots wij zijn op onze zoon. En wie schrijft over zichzelf of z’n gezin stelt zich kwetsbaar op. Dus voordat lezers van dit stukje gaan denken ‘daar komt ie weer met een stukje over hoe trots hij wel niet is op z’n zoon’ zeg ik jullie hierbij toe dat dit - hoe trots ik in de toekomst ook zal zijn - de laatste keer is dat er er zo mee te koop loop. Eeuh, voorlopig dan...

Gisterenavond vond op het Capelse Comenius-college de uitreiking van de VWO-diploma’s plaats. Dit jaar zaten ook de paps en mams van Bastiaan tussen vele andere ouders gepropt in de loeihete aula. Toen de geslaagden kwamen aanlopen werden ze met luid applaus ontvangen en na wat inleidende presentaties werden ze een voor een in het zonnetje gezet door een van de leraren.

Bastiaans mentor vergeleek daarbij een aantal leerlingen met een boom en noemde hem daarbij een eik. In haar toelichting hierop had ze het onder meer over ‘tijd nodig hebben, overvloedige wijsheid, wortels die zich verdiepen en takken die zich uitspreiden’. Ze had het ook kunnen hebben over ‘groot’ (want het is een boom van een vent) en ‘stoer’ (want dat was hij zeker in zijn samen met zijn moeder gekochte pak). In plaats daarvan noemde ze ook nog ‘bescheidenheid’, ‘humor’ en ‘veel online (!)’; dingen waar ikzelf niet zo gauw aan denk bij een eik. Maar ach, ‘wees blij dat ze je een eik noemt in plaats van een eikel’, zei ik achteraf tegen ‘m.

Na een muzikaal intermezzo werden de geslaagden (inclusief de bonsai, de palmboom en onze hoge eik) met vier tegelijk naar voren geroepen om het diploma te ontvangen en te ondertekenen, onder belangstelling van een horde fotograferende ouders. En toen dat achter de rug was, werd een groepje ‘high potentionals’ gevraagd om nogmaals naar het podium te komen. Ook de eik boomde desgevraagd naar voren, waar hij te horen kreeg dat dit selecte groepje was uitgenodigd om lid te worden van de ‘Socrates International Honour Society’; een netwerk voor Nederlandse topstudenten. Tja, en toen kwam bij ons toch weer die trots opzetten...

Na afloop spraken we verschillende leraren en leraressen, die het natuurlijk leuk vonden om ook nog even met Bastiaan voor Wilma’s camera-lens te gaan staan. Na een van die fotosessies zei z’n scheikundeleraar tegen me dat hij zojuist een cadeautje van een leerlinge had gekregen dat hij eigenlijk te danken had aan Bastiaan. Ik liet blijken dat ik niet wist waar hij het over had. Net als vrijwel iedere achttienjarige vertelt onze zoon thuis niet zo veel over wat hij op school uitspookt en meemaakt. De docent vertelde dat een klasgenote een tijd lang niet goed in haar vel zat, maar dat ze was opgefleurd nadat Bastiaan naast haar was gaan zitten en haar was gaan helpen. Uiteindelijk was scheikunde haar zó goed afgegaan dat ze haar leraar nu met een cadeautje had bedankt. En het klinkt waarschijnlijk gek, maar dat verhaal over die hulpvaardigheid vervulde mij bijna nog meer van trots dan de goede cijferlijst of persoonlijke uitnodigingen van Socrates, Plato of Aristoteles. 

Maar over trots ga ik het dus sowieso niet meer hebben. Voorlopig dan...