donderdag 28 januari 2010

Over de brug

Als kind denk je dat je vader alles kan. Dat hoort volgens mij ook zo. Het geeft vertrouwen; zo’n gevoel van ‘mij kan niets gebeuren’. Als klein mannetje droomde ik ooit dat de Moerdijkbrug het begaf, net terwijl wij erover reden. Mijn vader stapte uit en tilde de brug op, zodat iedereen veilig de oever bereikte. Laatst vertelde hij me dat dat ‘m nu niet meer zou lukken (wat ik overigens al eerder vermoedde..).

Ik weet het niet zeker, maar ik denk (en hoop) dat Bastiaan nu nog de leeftijd heeft waarop hij denkt dat zijn vader alles kan. Nou hoeft hij me niet persé te zien als een soort Superman die treinen tegenhoudt en bruggen optilt, maar wel als iemand waarop hij kan rekenen en die hem (natuurlijk samen met z’n moeder) de goede richting op stuurt.

Probleem is wel dat dit laatste ernstig wordt verstoord door de Wii-spelcomputer. Wanneer ik met mijn zoon 'Mario Kart' speel en in een fantasie-autootje als een idioot door een stad, woestijn, supermarkt of kasteel race, straal ik als vader niet bepaald een ‘mij kan niets gebeuren-gevoel’ uit.

Bastiaan zelf scheurt over smalle bruggen, springt over schansen en overleeft ‘aanslagen’ van de meest verschrikkelijke vijanden. Ik volg op ruime afstand, met het zweet op mijn voorhoofd en een onverantwoord hoge hartslag. Onderweg sta ik dan op de stomste plekken tegen muurtjes aan te botsen zonder dat ik weet hoe ik verder moet of sodemieter ik regelmatig van een wiebelende brug af in een kolkende rivier.

Maar ach, we hebben lol en da's ook wat waard. Bastiaan heeft veel geld gekregen met z'n verjaardag en kan daarvan de dure wii-spellen zelf kopen. Mooi zo, want vaak is het zo dat wanneer er geld nodig is vaders wel goed genoeg zijn om 'over de brug te komen'.

donderdag 21 januari 2010

Tien

Eergisteren werd Bastiaan 10 jaar. Op zo'n moment denk je weer terug aan tien jaar terug. Aan de avond ervoor, toen we TV zaten te kijken en ik zag dat Wilma aantekeningen maakte op een hoekje van de krant (wat later de tijden tussen de eerste weeën bleken te zijn). Aan onze telefoontjes naar de verloskundige, die vond dat Wilma nog zo rustig klonk dat er voorlopig nog niets zou gebeuren (en daar achteraf ongelijk in had).

Aan ons nachtelijke telefoontje aan m'n schoonouders, die het gebeuren wilden meemaken maar de telefoon niet hoorden en daarom door hun buurman (die hun huissleutel had) uit bed werden geroepen. Aan de autorit naar het ziekenhuis, omdat thuis bevallen toch niet lukte en aan Wilma, die bij het ziekenhuis aangekomen vanaf de achterbank - doodmoe na het 'tegenhouden' van de weeën - zei 'laat me hier maar liggen...'. Aan het wonder van de geboorte zélf natuurlijk.

Aan de trotse grootouders. En aan de rit van het ziekenhuis naar huis, waarbij ik in m'n achteruitkijkspiegel keek en ik het zo onwerkelijk vond om op de achterbank een 'nieuw' klein mannetje in een maxi-cosie te zien liggen.

En dat allemaal op het moment dat deze eeuw pas een paar daagjes oud was. Soms lijkt het nog heel kort geleden, maar soms ook alweer een eeuwigheid...

donderdag 14 januari 2010

Winters van vroeger

En wij maar denken dat we met onze verhalen over de winters van vroeger indruk maakten op onze nakomelingen. Want net zoals onze ouders ons vertelden over de echt ijskoude winters van vroeger, toen auto's de rivier overstaken van Dordrecht naar Zwijndrecht, zo kon onze generatie het hebben over de toch ook wel strenge winters uit de jaren zeventig en tachtig.
Verhalen over sneeuw die wekenlang op straat bleef liggen. Over door de vele sneeuw van de buitenwereld afgesloten dorpen en steden. Over het over de straat helemaal naar Dubbeldam schaatsen, omdat het zo had geijzeld. En over de melkboer die vroeger melk aan huis bezorgde, maar met zijn wagentje bij ons niet de besneeuwde dijk opkwam. Over kilometers lange schaats- en kluuntochten in de polder en over de sneeuwpoppen die we maakten.

We dachten dat er nooit meer van die winters zouden komen... Maar die van 2010 kan er ook wat van! Al wekenlang is onze straat één grote ijsplaat, de half december gemaakte sneeuwpop hield het wekenlang uit (hoewel het nu wel een zielig hoopje is geworden) en regelmatig worden de schaatsen ondergebonden.
Dus kunnen ook onze kinderen later indrukwekkende verhalen vertellen over de winters aan het begin van de 21ste eeuw, toen winters nog echt winters waren. Dan moeten ze er ook bij vertellen wat een geklooi het is om met ijskoude vuurrode handen de bevroren veters van je schaatsen los te maken terwijl je met je kont op een plastic zakje op de sneeuw zit en je langzaam de berm afzakt richting ijs. En hoe lekker het is om na al dat gedoe weer je gewone schoenen aan te kunnen doen... Want dàt was ik vergeten!

donderdag 7 januari 2010

Menigte

M’n collega en ik waren allebei gaar aan het eind van de middag. Een paar vervelende vergaderingen en lastige klussen achter de pc hadden er flink ingehakt. En nu werden we verwacht op een ‘kennismiddag’ van een organisatie waar we mee samenwerken.
We hadden er weinig zin in, maar hadden ons nou eenmaal aangemeld en dan is het niet netjes om verstek te laten gaan. Omdat we op de deelnemerslijst tientallen namen hadden zien staan, sprake we af om ‘op te gaan in de menigte’... Vooral niet te prominent aanwezig zijn en als het effe kan er weer snel tussenuit-piepen.

Ter plaatse bleek dat men flink had uitgepakt. Achter allerlei 'kraampjes' zaten medewerkers die de genodigden uitgebreid wilden informeren, er was volop foldermateriaal en de directeur stond klaar om alle gasten welkom te heten. Probleem was echter wel dat mijn collega en ik de énige gasten waren. Van al die andere genodigden was niemand komen opdagen... Wat nu te doen met ons voornemen om op te gaan in de menigte en 'm vroeg te smeren? Wij wáren de menigte!

We voelden ons behoorlijk opgelaten, werden wat lacherig (ook door het goedbedoelde 'welkom allemaal' van de directeur) en besloten uit goed fatsoen ons toch maar te laten informeren door verschillende mensen. Na telkens een kwartier bij weer een ander kraampje te zijn aangeschoven besloten we dat het mooi was geweest en liepen we richting garderobe. Dat werd ons niet in dank afgenomen. Gesmeekt werd of we niet nog wat langer konder blijven. Er zouden zo meteen nog hapjes komen ook!

Vlak voor de garderobe werd mijn collega hartelijk aangesproken door een vroegere werkrelatie. Maar na een 'hoe is het nou?' begon hij ineens allerlei inhoudelijke informatie te spuien. Het duurde even voor we ons realiseerden dat hij ons bij de kapstok had aangeschoten om zo die middag in ieder geval nog één klant gesproken te hebben...

Tjonge, wat een vertoning. Dit was niet genant meer, maar hilarisch. Lachend en proestend verlieten we het pand. Thuis vertelde ik Wilma over onze wonderbaarlijke kennismiddag, maar niet voordat ik me ook daar eerst even had laten opgaan in de menigte...