donderdag 26 november 2020

Lessen missen

Wanneer ik lees of hoor dat leerlingen van de middelbare school in deze corona-tijd zo veel lessen moeten missen heb ik best met ze te doen. In het voorjaar waren de scholen dicht en moesten ze thuis via hun pc of laptop maar lessen zien te volgen en nu zijn de scholen nog wel open, maar vallen er wel erg veel lessen uit omdat er niet genoeg leraren fit zijn.

Tijdens mijn schooltijd miste ik ook weleens lessen. Maar dat kwam niet door zoiets als een virus. In de jaren zeventig - de tijd van de koude oorlog - waren we niet bang om virussen op te lopen, maar dat dé Russen Nederland kwamen binnenlopen. En we misten weleens lessen vanwege ijsvrij, maar vooral omdat we daar zo af en toe zelf voor kozen. We spijbelden!

In de jaren dat ik middenin het centrum op school zat (op een dependance in de Dordtse Vriesestraat) slenterden we af en toe tijdens lesuren door de oude binnenstad of gingen we naar Visser's poffertjessalon op de Groenmarkt. En toen ik in een ander schooljaar in het hoofdgebouw in het Oranjepark zat fietsten we soms met een groepje naar het centrum, waarbij we ons weleens rot-schrokken omdat we een leraar tegemoetkwamen die net van de dependance onderweg was naar het hoofdgebouw. Ook kwam het voor dat ik een uurtje met een van m'n klasgenoten (wiens vader en moeder werkten) mee naar huis ging. En wanneer ik daarna in de hal van de school m'n naam op het bord zag staan betekende dat dat ik me moest melden bij de rector, om daar mijn smoes te vertellen.

Ach ja, dat was toen. En het is vast ergens goed voor geweest. Al is het wel zo dat het thuiswerken in deze corona-tijd me soms - hoe onterecht ook - een beetje dat ouderwetse spijbelgevoel geeft. Het zou zo maar kunnen dat ik binnenkort 's nachts wakker schrik omdat ik droomde dat ik voor het eerst sinds lange tijd weer naar kantoor ging en in grote letters mijn naam op een bord in de hal zag staan... 

donderdag 19 november 2020

De jubilaris

Deze werkweek begon voor mij bijzonder. M'n collega's hadden ontdekt dat ik maandag exact 40 jaar bij de gemeente Rotterdam werkte. Dus toen ik MS Teams 's morgens opstartte om met hen te beeldbellen werd ik geconfronteerd met een aantal (van feestmutsen voorziene) hoofden die me begonnen toe te zingen. Alleen onze teammanager zag ik zo gauw niet op m'n scherm, maar ineens verscheen zij ook in beeld en bleek ze in onze voortuin te staan!

Ik pakte m'n laptop op en liep ermee richting de voordeur, waar ik niet alleen mijn collega zag staan met een doos gebak in haar hand, maar ook een enorme bos bloemen die zij alvast met emmer en al op het tuinpad had gezet. Wat een leuke verrassing! Wel merkte ik dat op zo'n moment die anderhalvemeter-regel normaal gedrag in de weg staat. Want het voelde raar om overeenkomstig 'Het Nieuwe Normaal' afstand te houden en met gestrekte armen de lekkernijen en cadeaus in ontvangst te nemen.

We hadden een leuk gesprek, maar uit m'n (om mijn nek hangende) koptelefoon hoorde ik onze collega's roepen dat ze ons nauwelijks konden verstaan en slecht konden zien. Het leek ons daarom het beste dat zij weer naar haar eigen huis ging om vanuit daar het 'programma' te vervolgen. Ikzelf nam ook weer plaats op m'n werkplek, met de bloemen in het zicht van de camera en gebak voor m'n neus. 

Ik bekeek en las de speciale felicitatiekaart die m'n collega's hadden gemaakt en luisterde naar een mooie speech. En daarna bedankte ik m'n collega's voor hun attenties en mooie woorden én opende ik het kleine doosje dat ik ook nog van hen had gekregen. Daarin zat de in Rotterdam alom bekende Erasmus-speld, die mensen krijgen die veertig jaar in dienst zijn (waarschijnlijk in de veronderstelling dat zij Erasmus nog ongeveer moeten hebben meegemaakt).

Als klap op de vuurpijl (of mag dat in 2020 niet meer) kreeg ik ook nog te horen dat er deze maand een flinke bonus bij mijn salaris zit. Ik hoop dat te merken aan m'n bankrekening aan het eind van de maand. En als dat niet zo is dan ben ik blij gemaakt met een dooie (eras)mus!

donderdag 12 november 2020

Nageaapte namen

Nadat ik mijn wekelijkse stukje op deze pagina heb getikt moet ik het nog een naam geven. Een titel. En gek genoeg dat valt soms echt niet mee. Met enige regelmaat kom ik uit bij een naam die allitereert. Vorige week koos ik voor De Zweedse Zetel, een paar weken ervoor De Bakkelieten Beller en eerder schreef ik over De Bescheiden Betoger, Het Krijt-complot, De Gehaaste Grootgrutter en Het Paarden-perplex. En al in oktober 2010 paste de titel 'De Verderfelijke Vliering' prima bij de inhoud van mijn blog.

Mijn keuze voor dat soort titels is waarschijnlijk het gevolg van iets dat ik heb opgelopen in mijn jeugdjaren en de oorsprong is Vlaams. Willy Vandersteen was een meester in het bedenken van allitererende titels voor zijn Suske en Wiske-boeken. Ik ben schatplichtig aan hem!

En toeval of niet: in deze Corona-tijd pak ik zo af en toe nog wel eens zo'n oude strip met die rode voorkant, waarvan sommige pagina's vaak al spontaan loslaten. Dan lees ik de verhalen nog een keer die ik vroeger zo vermakelijk of spannend vond en probeer ik datzelfde gevoel terug te halen. Dat lukt niet altijd hoor, want de kwaliteit van de verhalen loopt uiteen van meesterlijk en spannend tot verschrikkelijk en kinderachtig. Maar ach.. het is jeugdsentiment.

Waarom ik die oude strips juist sinds enkele maanden weer wat vaker uit de kast pak weet ik niet precies. Maar misschien kwam ik onbewust wel op het idee toen ik foto's bekeek van afgelopen zomer. Bastiaan had z'n behaarde kin een poos niet geschoren en had wel wat weg van Jerommeke. En de haardracht van een andere held uit die stripreeks komt wel enigszins overeen met die van deze aan Vandersteen schatplichtige schrijver.



donderdag 5 november 2020

De Zweedse zetel

'Waarom nou persé IKEA?' vroeg Wilma me, toen ik haar zei dat ik daar naar een lekkere tv-stoel wilde gaan kijken voor bij ons tweede toestel boven. Mijn antwoord was dat ik een geschikte stoel in dat geval meteen kon meenemen en dat je bij veel andere zaken te maken hebt met een levertijd.

En dat IKEA-spullen thuis zelf in elkaar moeten worden gezet vond ik geen punt. Die handleidingen zijn immers hartstikke duidelijk en leveren geen problemen op mits je alles écht in de goede volgorde doet. Het leek me verstandig om even alleen te gaan kijken in deze bijna lockdown-tijd en hield het thuisfront dankzij een beeldverbinding op de hoogte van mijn zoektocht naar een Zweedse zetel in de Scandinavische woongigant. Ik vond een prima stoel en moest nu alleen nog in het magazijn de dozen met de juiste nummers zien te vinden. Want het zou me toch niet gebeuren dat ik thuis erachter kom dat ik de poten of de kussens was vergeten. Zorgvuldig liep ik alle nummers na en sjouwde ik de dozen uit de rekken.

Wilma had me wel gevraagd of ik - nu ik tóch in IKEA was - wat dingen kon meenemen uit de mini-supermarkt voorbij de kassa's. Niet alleen de 'standaard' Zweedse balletjes, maar ook een aantal van die hot-dogs. Als snel ontdekte ik in het vriesvak plastic zakken met een foto van broodjes met een smakelijke worst met mosterd. Het water liep me uit de mond en ik pakte twee zakken voor in de vriezer. Daar konden we een hele poos mee vooruit!

Een paar dagen later openden we een van de zakken en ontdekten we dat er broodjes in zaten... zónder worst! Ik knoop nu in m'n oren dat ik in IKEA tot het laatste moment scherp moet blijven. Niet alleen bij meubels opletten dat je alle dozen hebt, maar ook bij gevulde broodjes. Waarschijnlijk moet ik die worst met zo'n handige inbussleutel aan het broodje bevestigen...