zondag 18 juli 2021

Belachelijke bladblazers

Tijdens de coronacrisis is extra duidelijk geworden dat een gezonde, liefst groene, leefomgeving belangrijk is voor ons welzijn. Thuiswerken blijkt voor veel mensen een blijvertje en wandelen is het afgelopen jaar voor m’n gevoel voor velen uitgegroeid tot hobby nummer één. Tel daar nog bij op dat er ook dit jaar nog veel minder buiten onze landsgrenzen vakantie wordt gevierd en duidelijk is dat we het vooral dicht bij huis aangenamer moeten maken.

Wanneer ik thuis een route plan om te fietsen, joggen of wandelen probeer ik altijd zo veel mogelijk stukken bos of park te doorkruisen. Na werkdagen vol telefoontjes of MSteams-discussies is het heerlijk even alleen te luisteren naar kwetterende vogeltjes, spetterende fonteintjes of het ruisen van de bomen. Mits die geluiden niet overstemd worden door die belachelijke bladblazers! Want o, wat wordt de rust in parken en groenstroken onevenredig veel verstoord door mensen die zich lijken te voortbewegen alsof ze de Ghostbusters zélf zijn maar feitelijk niets meer doen dan lucht verplaatsen. Heel terecht pakt de politie steeds vaker de verkeersaso’s aan die door de binnensteden scheuren en enorme geluidoverlast veroorzaken, maar de bladblaas-aso’s zijn wat mij betreft hierna aan de beurt. 

Afgelopen week zat ik op mijn thuiswerkplek en was het weer zo ver. Ik hoorde ‘m al aankomen ver voordat hij in m’n gezichtsveld was (in het gemeenteplantsoentje achter ons huis). Ik vind het te gek voor woorden dat een apparaat dat blaadjes wegblaast is voorzien van een benzinemotor die zo veel lawaai maakt dat de gemiddelde Harley Davidson-rijder er jaloers op is. En wie heeft ooit verzonnen dat de bediener ervan elke twee meter het gaspedaal indrukt om het blaadje hooguit twintig centimeter de goede kant op te blazen? 

Blazer toch op met die herrie-apparaten! En laten we snel zoiets als een bezem uitvinden...

zondag 4 juli 2021

Feesten en keten

Ik 'bladerde' net door m'n oude blogs en zag dat ik het op 5 maart van vorig jaar voor het eerst over corona had. Inmiddels zijn we 16 maanden verder en pas nu voelt het alsof de Nederlandse samenleving weer van het slot gaat. Al baren de berichten uit sommige andere landen over de ook in Nederland oprukkende Deltavariant me wel zorgen.

Maar familieleden trekken met hun camper door Zuid-Europa, 's avonds hoor ik weer gepraat en gelach van tuinfeestjes in de omgeving, ik volleybal sinds een paar weken weer en ook mijn collega's zie ik sinds kort af en toe in het echie. Anderhalve week geleden hadden we een bijeenkomst in de open lucht op het Eiland van Brienenoord en afgelopen donderdag sprak ik er een paar in een gebouwtje dat ze 'De Gele Keet' noemen. Het is voor ons immers improviseren, omdat we waarschijnlijk nooit meer zullen terugkeren naar het kantoor waar we vóór de coronacrisis zaten, op de Kop van Zuid.

In kranten en op tv vergelijken deskundigen op het gebied van gedrag en economie de situatie met die van precies een eeuw geleden, toen na de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse Griep de 'Roaring Twenties' aanbraken. Mensen wilden na de ellende hun zorgen vergeten en gingen dansen, feesten, lol maken en (zoals ze dat toen noemden) keet trappen. Ook wordt de term 'slutty summer' gebruikt, omdat verwacht wordt dat deze zomer vooral de jongeren alle remmen los gooien op verschillende gebieden. 
Dat laatste laat ik maar even aan me voorbij gaan, maar morgen heb ik wel weer een afspraak met m'n collega's in De Gele Keet, vlakbij de ooit vanwege de straatprostitutie beruchte Keileweg. Omdat ik nog niet graag met de metro reis en de afstand is niet zodanig is dat ik even naar dat gele keetje tippel stap ik morgenochtend op m'n fiets, waarop ik dan ouderwets naar de keet ga trappen.

Laat de roaring twenties maar komen!