donderdag 29 augustus 2019

De onderstel-beurt

Voor we op vakantie gingen bracht ik onze sleurhut bij Klein Caravans in Nieuwerkerk aan den IJssel voor nieuwe bandjes en een onderstel-beurt (eigenlijk best een vreemd woord, realiseer ik me nu). De receptie-dame noteerde gegevens van mij en de caravan en zei dat ik ‘m ‘s avonds weer kon komen halen. Ik kreeg een kartonnetje met een nummer dat ik achter een raampje moest plaatsen en diende de caravan bij de werkplaats neer de zetten. Daarna moest ik nog even bij haar de sleutels afleveren. ‘Ah, dan kan ik meteen nog wat dingen aanschaffen in de kleine caravanshop ertegenover’, bedacht ik toen.

Maar nadat ik in de werkplaats de monteur had gesproken leek het me toch beter om die spulletjes bij het veel grotere Kampeercentrum Vervat in Rotterdam te kopen, dus reed ik vol gas daarheen. Twintig minuten later verscheen het telefoonnummer van Klein Caravans op m’n dashboard. Nadat ik opnam wees de uiterst vriendelijke receptie-dame me erop dat ik haar de caravansleutels nog niet had gegeven. En zo kon de monteur er niet in!

Ik dus weer terug... En aan het eind van de middag natuurlijk nóg een keer, om de caravan weer op te halen. Op dat moment zat de receptioniste er helemaal doorheen, zei ze me toen ze me m’n sleutels teruggaf. Het was een heel hectische dag geweest en ze keek ernaar uit om bij haar schoondochter frites te gaan eten. Ze maakte de rekening op en ik betaalde, waarna ze iets leek te zoeken. ‘Waar heb ik nou toch uw sleutels gelaten?’, hoorde ik haar zeggen. ‘Die hebt u me net al gegeven!’ antwoordde ik. We lachten erom. Het was me toch wat met die sleutels vandaag...!
Ze wenste mij een fijne vakantie, ik haar smakelijk (patat)eten en ik reed huiswaarts met achter m’n auto de caravan met verse bandjes en een up-to-date onderstel.


Die avond legden we alvast wat spulletjes in ons huisje op wielen, maar toen ik daar de volgende morgen verder mee wilde gaan kon ik met geen mogelijkheid de caravansleutels vinden. Ik besloot voorlopig het reservesetje te gebruiken, in de veronderstelling dat ik de ‘originele’ sleutelbos vast wel weer ergens zou vinden of tegenkomen. Nou niet dus! Er restte niets anders dan het laten maken van een kopie van de reservesleutels...

Even heb ik er nog aan gedacht om die sleutelbos met een piercing aan mezelf te bevestigen zodat ik ‘m nooit meer kan kwijtraken, maar ik kwam er zo gauw niet uit waar. Aan m’n oor misschien, als oorbel...? In ieder geval niet aan m’n onderstel.

donderdag 22 augustus 2019

Het paarden-perplex

In de omgeving van het dorpje Laag Soeren, waarbij ‘onze’ camping ligt, wemelt het van de paarden. Terwijl ik dit tik - zittend voor onze caravan - zie ik rechts van me paarden door een weiland slenteren en hoor ik met regelmaat het kenmerkende kattaklop-geluid van paarden met meisjes op de rug of een rijtuigje erachter.

Middenin het dorp staat een standbeeld van een paard dat op zijn rug over de grond rolt, wat betekent dat hij het naar zijn zin heeft. Het wil aangeven dat het dorp haar draai weer heeft gevonden na de narigheid die ook hier tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft plaatsgevonden.


Het heeft wel wat, al die paarden. Vooral wanneer ik ‘s morgens een wandelingetje maak en de dauw nog boven de velden hangt is het een mooi gezicht. Vanmorgen moest ik ineens denken aan toen ik tijdens een vakantie in Frankrijk als klein ventje, samen met mijn nog kleinere zusje, naast de omheining van een weiland stond. Er kwam een Franse mevrouw naar ons toe die een heel verhaal begon te vertellen. Nadat m’n zus en ik (die nog maar weinig of geen vreemde talen hadden gehoord) een poosje perplex stonden van zo veel onbegrijpelijks reageerde ik met ‘we staan naar het paard te kijken!’ (Misschien had ik uit al die wartaal het Franse woord ‘pardòn’, dat wel erg op ‘paarden’ lijkt, opgevangen?)


Afijn: Het voorval wordt zo af en toe door m’n ouders nog wel eens gememoreerd, zoals dat gaat met grappige gebeurtenissen rondom kleine kinderen. Niet voor niets ben ik deze blogpagina begonnen toen Bastiaan nog klein was. Wel is het sindsdien zo dat wanneer ik perplex sta, ik de neiging moet onderdrukken om ‘we staan naar het paard te kijken!’ te zeggen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als ik op tv bijvoorbeeld stukjes zie van Brexit-debatten in het Britse parlement, of bij een tweet van Trump.

Maar goed, ik dwaal af. Na vandaag zit de vakantie er weer op, en we hebben het hier erg naar onze zin gehad. Misschien had ik eigenlijk uit eerbied voor de paarden ook even op m’n rug op de grond moeten gaan liggen rollen...

woensdag 14 augustus 2019

De bejaardenbuggy

Een paar dagen terug namen we een kijkje in Landal-park Coldenhove bij Eerbeek, omdat ik daar twaalf jaar geleden met mijn schoonfamilie een kleine week doorbracht (zie mijn eerste stukjes op deze site) en we er deze zomer vlakbij kamperen. Op zo’n moment realiseer je je weer dat time flies. Ik herinnerde me alles nog goed en liep vrijwel blindelings naar de huisjes die we toen hadden gehuurd, maar naast me zag ik dat dat jochie van zeven van destijds inmiddels groter is dan ik en dat in de hondenbuggy die hij duwt een hoogbejaarde Moos zit die toen als puppy nog als een idioot achter iedere bal aanrende.


Het voordeel van zo’n hondenbuggy is overigens wel dat niemand moeilijk doet wanneer je ermee gebouwen inloopt waar honden niet zijn toegestaan, zoals eetgelegenheden, winkelcentra of supermarkten. Zo liepen we bijvoorbeeld eerder deze week met z’n drietjes in een grote Jumbo-supermarkt. Wilma liep met de winkelwagen, ik wandelde er achteraan met de buggy en Bastiaan liep overal en nergens. Wel had ik het gazen venstertje van de bejaardenbuggy dichtgeritst, zodat de hondenkop van Moos niet zo opviel en hij ook voor een lelijk wit kind met flinke flaporen kon worden aangezien. Achter Wilma aanlopend betrapte ik me erop dat het net zo voelde als toen Bastiaan nog in z’n buggy zat. Al viel me wel op dat Moos beduidend minder ‘aaah, mag ik...?’ vroeg wanneer we langs de rekken met snoep of boekjes liepen.



Ook dit keer weer was er geen winkelpersoneel dat me erop wees dat er geen honden in de winkel waren toegestaan. Nou was ik daar ook niet bevreesd voor. Maar Moos had ook zo maar een boete kunnen krijgen vanwege het recente burka-verbod...

donderdag 8 augustus 2019

Onzalige fabels

Pal naast de camping waar we deze zomervakantie verblijven ligt Nationaal Park Veluwezoom. Een heerlijk gebied om te wandelen, te joggen of te fietsen. En omdat het nogal heuvelachtig is, is een e-bike erg handig. Een paar dagen terug reserveerden Bastiaan en ik er twee bij de camping-receptie, omdat we een flinke tocht wilden maken. Vóór 5 uur ‘s middags moesten de fietsen weer ingeleverd worden.

Wát een uitkomst bleek die e-bike! Heerlijk zoefden we heuvel-op en heuvel-af, allerlei verschillende soorten landschap (bos, heide, zandverstuivingen) doorkruisend. Totdat we pannenkoekenhuis ‘De  Carolinahoeve’ dreigden te passeren en we daar dus gelukkig net op tijd stopten. Het terras van het pannenkoekenhuis bleek te liggen aan de rand van ‘De Onzalige Bossen’, en dat deed me denken aan het Enge Bos uit De Fabeltjeskrant, waar Bor de Wolf soms verbleef. In deze onzalige bossen verblijven tegenwoordig ook weer wolven, realiseerde ik me terwijl er twee ijscoupes op ons tafeltje werden gezet. De mensen aan een ander tafeltje wezen ineens naar de grasvlakte die grensde aan het terras. Wij keken en zagen in de verte aan de bosrand zand opstuiven bij een groot bruin beest.
Was dat...?
Vlak erna was het van ‘O jee... ga weg... kom we gaan!’, en vluchtten we naar binnen...


Nee, we werden niet aangevallen door een wolf; dat zandverstuivende bruine beest bleek zo’n slome oeros te zijn. Wel hadden we last van fanatieke zwart-geel-gestreepte beesten, die het hadden voorzien op ons ijs! Nadat we dus maar binnen in het praat... pannenkoekenhuis van het ijs hadden zitten smikkelen en smullen als Lowieke de Vos pakten we onze fietsen weer. De volgende stop was De Posbank (niet te verwarren met de Postbank) en na daar van het uitzicht te hebben genoten ‘vlogen’ we op onze e-bikes als Gerrit de postduif richting Velp, om daar een boodschapje te doen.

Toen ik daarna weer op m’n fiets stapte zag ik dat het kwart over 4 was. We hadden nog maar drie kwartier voordat de fietsen moesten zijn ingeleverd. Er zat niets anders op dan als Zoef de Haas de terugweg af te leggen. Iets over vijven kwamen we aan bij de receptie, en nadat we de fietsen hadden afgeleverd werd de deur meteen gesloten. Nèt op tijd!

Toen we ‘s avonds moe maar voldaan voor de voortent zaten hoorden we - diep in het bos - Meneer de Uil. Dat bracht ons op het idee om een uiltje gaan knáppen. Oogjes dicht en snaveltje toe.
Zalig!

donderdag 1 augustus 2019

Over kratten en een worstenbroodje

Nu het vakantie is werkt Bastiaan ook wat vaker bij de Plus-supermarkt, waar hij normaliter (bijna) alleen in het weekend uren maakt. En zo verdient hij een behoorlijk zakcentje extra. Toen ik zo oud was als hij draaide ik in de zomervakantie ook extra uren in de slijterij (‘Impodra’, aan de Dordtse Krommedijk) waar ik al een poosje in het weekend werkte. En de zomer ervoor werkte ik me een  slag in de rondte in een grote hal van waaruit de (toen alom bekende) SRV-wagens werden bevoorraad. Die hal is er al lang niet meer, maar moet in mijn herinnering ergens gestaan hebben waar nu de Dordtse wijk Stadspolders ligt; langs de provinciale weg richting het pontje naar Werkendam.

Het was hard werken daar. Ik kreeg per dag vele bestellijsten in m’n handen gedrukt en moest aan de hand daarvan tientallen rolcontainers volstouwen met allerlei levensmiddelen. Daarbij volgde iedereen dezelfde route, die begon bij het pad met kratten kratten bier en frisdrank. Daarna kwamen de pakken met conservenblikken en gaandeweg werd het steeds wat lichter materiaal dat vanuit de rekken in de containers moest worden geplaatst, om tenslotte te eindigen bij zaken als toiletpapier en keukenrollen.


Het vaste personeel maakte stevig misbruik van de vakantiehulpjes. Het kwam namelijk vaak voor dat een oudgediende mij, net wanneer ik klaar was met het kratten- en conservenblikkensjouwen en reikhalzend uitkeek naar (zegmaar) de categorie chips en eieren, opdroeg om hem de rest van mijn bestellijst te laten afhandelen en dat ik met een nieuwe lijst weer bij de kratten met drank mocht beginnen.

In de pauzes trok ik op met twee mede-vakantiewerkers, die het almaar hadden over een dikke Amerikaanse zanger die zichzelf had vernoemd naar een worstenbroodje. Ik had geen idee over wie het ging totdat ik meneer worstenbroodje en mevrouw hotdog via Hilversum 3 door de hal hoorde zingen, gillen en kreunen over een paradijs bij het dashboardlicht. The rest is history, zal ik maar zeggen.

Nou stel ik mezelf bij zo’n paradijs iets groters voor dan de gemiddelde personenauto, moet ik eerlijk zeggen. Zeker toen ik Meatloaf later op tv zag had mij zo’n SRV-wagen voor hem meer geschikt geleken om ‘ns lekker los te gaan tijdens het verslag van een honkbalwedstrijd.