donderdag 29 oktober 2020

Smullen op de hoek

Toen mijn broer Raymond vijf jaar geleden als blogger een stukje schreef over de vroeger in Dordrecht beroemde snackbar Huug haalden die herinneringen het Algemeen Dagblad en was het zelfs de aanleiding om de inmiddels in Zeeland wonende patatbakker uit te nodigen voor een comeback in het stadion van FC Dordrecht. Bijzonder toch waar het schrijven van een stukje op je blogpagina toe kan leiden.

Voor de duidelijkheid: ik heb niet de ambitie om hetzelfde te bereiken met déze blog. En het realiseren van een comeback is sowieso al niet aan de orde, want die ándere bekende Dordtse snackbar bestaat nog. Ik heb het over 'De Smulhoek' bij de spoorwegovergang op de Krommedijk.

We woonden er vroeger vlakbij en een tijd lang werkte ik in de weekends in de slijterij er schuin tegenover. Dus vooral zaterdag was de verleiding zeer groot om er een patatje en frikandel speciaal te scoren. Maar ook spraken we er soms af met wat klasgenoten en wisten we De Smulhoek te vinden na avondjes stappen, als concurrent Huug net effe wat te ver fietsen was.

Maar hoe kwam ik nou op het idee om nu over deze snackbar te schrijven? Omdat ik erbij in eerste instantie denk aan die keer dat m'n ouders op vakantie gingen. Als 19-jarige was ik de avond ervoor de stad in geweest en had ik daarbij te veel gedronken (wat wij in die tijd overigens 'te weinig gegeten' noemden). Toen m'n ouders zich 's morgens klaarmaakten om met de auto richting Zuid-Europa te vertrekken deed ik m'n uiterste best om niet te laten merken dat ik me hondsberoerd voelde. Nadat ik ze daarna had uitgezwaaid strompelde ik naar m'n bed en viel ik er languit op neer. En toen wist ik ineens hoe ik een eind kon maken aan die misselijkheid: met een patatje pindasaus!

Zodra de Smulhoek open was ging ik erheen zo snel als ik kon. Maar dat was niet snel, want ik bewoog me voort als een soort zombie. En dáár moest ik gisteren aan denken toen ik een flauw grapje van stripfiguur Dirkjan achterop het AD las.

Maar mijn voorgevoel had me niet bedrogen. Binnen no-time was de misselijkheid weg en kon ik plannen voor de avond maken. Zou het De Doedel of  Het Dolhuys worden..?

donderdag 22 oktober 2020

De bakelieten beller

Wanneer ik bij m'n ouders ben haalt m'n moeder altijd wel een keer haar smartphone tevoorschijn en vraagt ze mij bijvoorbeeld om een of andere melding (zo'n wit cijfertje in een rood cirkeltje) te verwijderen. En dat doe ik natuurlijk graag. Want het is ook voor mij soms best even puzzelen, laat staan voor iemand van de generatie die in hun jonge jaren nog niet eens een 'vaste' telefoon in huis had. 

Vorige week zag ik dat m'n vader zo'n oude zwarte bakelieten telefoon uit de kelderbox had gehaald en was in een oogopslag zichtbaar wat voor ontwikkeling de telefoon de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Uit m'n vroege jeugd weet ik nog wel dat bij mijn opa en oma zo'n ouderwetse telefoon in de gang hing, naast de trap naar boven. Maar of wijzelf al telefoon hadden in mijn eerste levensjaren en hoe die eruit zag konden we ons geen van allen meer precies herinneren. Wel wist m'n moeder nog dat ons nummer destijds uit slechts vier cijfers bestond. Dat deed mij denken aan die sketch van Herman Finkers, waarin hij zegt dat elke abonnee in Almelo een ééncijferig nummer had toen de telefonie nog in de kinderschoenen stond. En dat een archivaris had uitgezocht dat de familie Ten Cate telefoonnummer 1 had, Scholten 2, Van Heek 3, de Katoenmij 4. Schuttersveld had 5, Bendien 6, Spaanjaard 7, Nijhuis had een geheim nummer en Dijkers had nummer 9. 

Een paar dagen terug zag ik op mijn TV vanuit mijn Google-account een foto voorbij komen met op de voorgrond ikzelf als tweejarige met mijn vader en zusje en op de achtergrond... een grote zwarte bakelieten telefoon! 

Dus in 1963 hadden we al zo'n apparaat, weet ik nu. Trouwens een leuke tip voor wie zich verveelt tijdens de gedeeltelijke lockdown: bekijk eens wat oude foto's van het huiselijk leven van vroeger en let op de achtergrond. Je ziet dan misschien een telefoon, maar in ieder geval allerlei attributen (schilderijtjes, beeldjes, souvenirtjes) waarvan je ook het bestaan niet meer wist.

donderdag 15 oktober 2020

Koninklijk vrolijk

Wat was het contrast groot gisterenavond. Onderweg naar het Rotterdamse stadhuis fietste ik om een uur of zes door de Rotterdamse studentenwijk en passeerde ik volle terrassen. Maar toen ik vier uur later terugfietste naar huis was het er muisstil. De gedeeltelijke lockdown was inmiddels van kracht.

Met m'n hoofd was ik nog bij de bijzondere - door mijzelf georganiseerde - bijeenkomst die ik net had bijgewoond. In de (gelukkig grote) vergaderkamer van burgemeester en wethouders waren we met 13 mensen bijeen om dankzij een beeldverbinding contact te hebben met pakweg honderd verontruste en boze Rotterdammers. Waar het over ging doet er nu niet toe, maar de setting was surreëel. Want het zag er uit als een slechte film, toen ik de heren en dames de kamer zag binnenkomen met allerlei varianten van mondkapjes op, om daarna onwennig op afstand om elkaar heen te draaien op weg naar het flesje waarmee ze hun handen moesten desinfecteren voordat ze hun op hun veilige plek aan de tafel mochten plaatsnemen. 

Pas toen konden de mondkapjes af en leek alles weer een beetje normaal. Voordat de beeldverbinding werd gestart heette de wethouder iedereen welkom in de imposante B&W-kamer en vertelde hij enkele bijzonderheden over deze ruimte  Ik vroeg me af of ook dat 'weetje' aan de orde zou komen dat altijd tot wat gegniffel leidt. En ja hoor: de wethouder gaf aan dat achter de deur linksachter in de kamer zich het Koninklijke toilet bevond! Iedere toehoorder ziet dan toch een momentje in gedachten enkelen van onze oranjes eeeh... in een bijzondere pose, daar vlak achter die deur...

De bijeenkomst zelf verliep vervolgens goed en ook de techniek liet ons niet in de steek. Thuis konden mensen vragen stellen die door de verschillende aanwezigen werden beantwoord. En na afloop deed iedereen weer keurig zijn of haar mondkapje op, om daarna op anderhalve meter van elkaar de kamer te verlaten en weer huiswaarts te gaan. 

Weer voelde dat vreemd en niet-vrolijkmakend, zoals alles rondom Corona. Vlakbij de achter-uitgang van het stadhuis is een herentoilet en ik besloot daar toch nog even gebruik van te maken voor ik weer op de fiets stapte. Daar trof ik iets aan dat met corona te maken had en dat me wél vrolijk maakte. Om mensen lang genoeg hun handen te laten wassen stond er een bordje met het advies om tijdens het handen wassen vrolijk ABBA's Mamma Mia te zingen.

 
Bij mij werkte het, al koos ik ervoor het zachtjes te neuriën in plaats van luidkeels te zingen. Wel vroeg ik me af of er op het Koninklijk toilet ook zo'n bordje zou staan. En dan met de tekst van een ander ABBA-liedje. Ik zie Maxima al tijdens het handen wassen swingen op 'Dancing Queen'! Of zou onze koning liever vrolijk 'Money money money' meezingen ?



donderdag 8 oktober 2020

Gebeurt er, gebeurt er?

 Het was al flink aan het schemeren en ik was nog maar net binnen na m'n dagelijkse avondwandeling. 'Boem, boem, boem' hoorden we ineens! Hard gebonk op de deur. Vlak ervoor had ik het ook al bij de buren gehoord.

Ik opende de voordeur en zag aan het begin van de voortuin een overbuurman staan. 'Er is brand, doe alle ramen dicht! Het stinkt enorm!' riep hij, waarna hij snel verder liep, op weg naar andere buren. Inderdaad zag ik grote zwarte rookwolken over het woonerf trekken, komend uit de richting van het dichtbijgelegen bedrijventerrein. Nadat ik snel Wilma vertelde wat er aan de hand was stoof ik naar boven om de ramen van de slaapkamers en de zolder te sluiten. Inmiddels hoorden we brandweerauto's arriveren en toen ik op weg naar zolder de badkamer passeerde hoorde ik Bastiaan daaruit 'wat gebeurt er, wat gebeurt er?' roepen, net zoals dat beestje uit die vroegere tekenfilmserie Brigadier Dog. Pas later had ik overigens door dat dat beestje een mol was, die dat natuurlijk vroeg omdat hij weinig of niets zag.

Gelukkig duurde het niet lang voordat de zwarte rookpluim verdween en toen ik even later vanaf een afstand de brandweer iets zag nablussen kon ik niet duidelijk zien wat het was. Pas de volgende morgen zag ik dat een aantal elektrische Felyx-leenscooters, die daar 's avonds blijkbaar worden opgeslagen, vlam had gevat.

Zo zie je maar: ook die nieuwe elektrische vervoermiddelen zijn niet zonder gevaar. Ik heb dat zelf ook ervaren. Een paar weken terug had ik namelijk heel plotseling ook een 'gebeurt er gebeurt er?'-momentje. Gelukkig was na de knal alleen mijn Ebike flink beschadigd en ikzelf niet... Het was niet mijn schuld, maar moet in het vervolg blijkbaar toch beter uitkijken. Want een niet-kijkende mol redt het niet in het hedendaagse verkeer!

donderdag 1 oktober 2020

Beetje raar

Het pand waar het diner werd opgediend en waar daarna de receptie plaatsvond heette destijds ‘De Dorsvlegel’, maar is sindsdien al zeker vier keer van naam veranderd en van eigenaar gewisseld. Het destijds gloednieuwe subtropisch zwembad ‘Tropicana’ waarop we uitkeken toen we ‘s middags een drankje en hapje nuttigden met familie en vrienden is alweer jaren geleden drooggelegd en omgebouwd tot een ruimte waar duurzame ‘startups’ zich hebben gevestigd. 

In het huis waarvan ik ‘s morgens vertrok en het huis waar ik Wilma daarna ophaalde wonen al vele jaren andere mensen. En ook de plek waar we in het bijzijn van een ambtenaar van de burgerlijke stand ‘ja ik wil’ tegen elkaar zeiden heeft al jaren lang een heel andere functie dan toen. En dan heb ik het nog niet gehad over de mensen die er destijds nog bij waren maar we vandaag de dag helaas moeten missen...

Ik realiseerde me dit toen ik gisteren naar de bloemist liep voor een boeket voor Wilma omdat we 32 jaar geleden in het huwelijksbootje stapten. Die klok die maar doortikt en de vergankelijkheid als gevolg daarvan... Al met al dus ‘wel een beetje raar, tweeëndertig jaar’, zoals Doe Maar al zong (nóg langer geleden).