Wát een uitkomst bleek die e-bike! Heerlijk zoefden we heuvel-op en heuvel-af, allerlei verschillende soorten landschap (bos, heide, zandverstuivingen) doorkruisend. Totdat we pannenkoekenhuis ‘De Carolinahoeve’ dreigden te passeren en we daar dus gelukkig net op tijd stopten. Het terras van het pannenkoekenhuis bleek te liggen aan de rand van ‘De Onzalige Bossen’, en dat deed me denken aan het Enge Bos uit De Fabeltjeskrant, waar Bor de Wolf soms verbleef. In deze onzalige bossen verblijven tegenwoordig ook weer wolven, realiseerde ik me terwijl er twee ijscoupes op ons tafeltje werden gezet. De mensen aan een ander tafeltje wezen ineens naar de grasvlakte die grensde aan het terras. Wij keken en zagen in de verte aan de bosrand zand opstuiven bij een groot bruin beest.
Was dat...?
Vlak erna was het van ‘O jee... ga weg... kom we gaan!’, en vluchtten we naar binnen...
Nee, we werden niet aangevallen door een wolf; dat zandverstuivende bruine beest bleek zo’n slome oeros te zijn. Wel hadden we last van fanatieke zwart-geel-gestreepte beesten, die het hadden voorzien op ons ijs! Nadat we dus maar binnen in het
Toen ik daarna weer op m’n fiets stapte zag ik dat het kwart over 4 was. We hadden nog maar drie kwartier voordat de fietsen moesten zijn ingeleverd. Er zat niets anders op dan als Zoef de Haas de terugweg af te leggen. Iets over vijven kwamen we aan bij de receptie, en nadat we de fietsen hadden afgeleverd werd de deur meteen gesloten. Nèt op tijd!
Toen we ‘s avonds moe maar voldaan voor de voortent zaten hoorden we - diep in het bos - Meneer de Uil. Dat bracht ons op het idee om een uiltje gaan knáppen. Oogjes dicht en snaveltje toe.
Zalig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten