donderdag 19 februari 2015

Zwaarden en stokken op sokken

Een van de redenen waarom ik er lol in heb om een roman te schrijven en in eigen beheer uit te geven is dat het zo'n enorm contrast is met mijn dagelijkse werk in een grote organisatie als de gemeente Rotterdam. Want bij zo'n boek doe ik alles in m'n eentje (schrijven, vormgeven, promoten) en in zo'n grote organisatie moet alles met de juiste mensen worden afgestemd. Met communicatie-afdelingen, met juristen, met een vormgever, met diverse managementlagen, met wethouders, en ga zo maar door... Burgers en bedrijven klagen regelmatig (terecht) over de bureaucratie, maar beseffen vaak niet dat ook degenen die in een overheidsorganisatie werken zélf soms gek worden van de regeltjes waaraan moet worden voldaan.

Samen met een aantal andere mensen binnen de gemeente Rotterdam zit ik in een clubje dat beziet hoe we ondanks al die regeltjes en paraafjes tóch slagvaardig kunnen werken. We zijn per slot van rekening wel de stad van 'geen woorden maar daden...' Vandaag had ik daarom een discussie georganiseerd in Japans cultureel centrum Shofukan in Rotterdam-Zuid en daarbij een begeesterd spreker uitgenodigd. 

Onze leraren van vandaag in de dojo
En zonder nou die hele discussie te kunnen en willen samenvatten had een van de conclusies te maken met zodanig 'bewegen' in een organisatie dat je zaken voor elkaar krijgt. 

Aan het einde van de middag was een speels element aan het officiële deel van het programma toegevoegd waarbij we letterlijk moesten bewegen. In de 'dojo' van het Japans cultureel centrum kregen we les in Japanse gevechtskunsten. Na een korte demonstratie moesten we met stokken en zwaarden het gevecht aangaan. 

Jaren geleden in het echte Japan: bij de Todaiji shrine in Nara
Toen ik voor het betreden van de houten vloer van de zaal mijn schoenen moest uitdoen en het rijstpapieren schuifdeurtje passeerde gingen mijn gedachten terug naar de week die ik jaren terug in Japan doorbracht. In Kyoto en Nara mochten we destijds sommige oude houten tempels ook alleen op sokken betreden. Maar ik stopte snel met dagdromen, want moest met mijn houten zwaard mijn tegenstander tegemoet treden. En daar had ik mijn volle aandacht bij nodig. Vechten is nou eenmaal niet mijn ding. Ik ben dan misschien wel een held, maar wel een op sokken...