donderdag 17 november 2016

De bel

Wanneer ik met ons witte hondje Moos wandel voelen we ons soms een beetje Samson en Gert (al heeft onze Samson soms ook wel wat met K3: kakken, kabaal maken en keihard rennen). En sinds kort voel ik me nog sterker verwant met deze Belgische kindervrienden, want de standaard-opmerking in hun serie 'ik moest kloppen, want de bel deed het niet' slaat nu ook op de situatie bij ons thuis. Wilma hing een paar dagen geleden een papiertje naast de voordeur met 'Als de bel het niet doet, werkt kloppen op het keukenraam goed!'.

Inderdaad horen we de laatste tijd de bel soms niet. Soms lijkt hij het echt niet te doen, maar het komt ook regelmatig voor dat Bastiaan vanuit zijn kamer 'DE BEL GAAT!!!' roept. Het zou dus ook zo maar kunnen dat Wilma en ik wat minder goed horen dan vroeger. In ieder geval moeten we er binnenkort iets aan doen.

Dat doet me denken aan dat mijn vader vertelde dat hij toen hij nog bij zijn ouders woonde zo'n 'uitslaande' richtingaanwijzer die vroeger op auto's zat achter de tv had gemonteerd. Omdat ook zij vaak de bel niet hoorden veerde die verlichte richtingaanwijzer naast de tv op wanneer er buiten iemand op de voordeurbel drukte. Hij vertelde me laatst wel dat zijn vindingrijke idee niet lang is gebruikt. M'n grootouders schrokken zich waarschijnlijk telkens het apezuur wanneer middenin een spannend programma de felverlichte richtingaanwijzer opveerde.
Nou hadden wij tot enkele maanden geleden ook iets vlakbij onze tv dat bij het horen van de bel opveerde (en blafte), maar onze Samson-kopie is inmiddels hoogbejaard en hoort de bel waarschijnlijk alleen nog wanneer we hem zouden vervangen door een kerkklok.

Over kerkklokken gesproken. Een paar dagen terug lag ik zo ongeveer achterstevoren en ondersteboven voor en in de kledingkast op Bastiaans kamer. Ik was bezig met het meten, zagen en klikken van laminaat en plintjes in allerlei onmogelijke hoekjes. Dat ging niet ín een vloek en een zucht, maar wel mét een vloek en een zucht, zal ik maar zeggen. Ineens hoorde ik de deurbel (!) en omdat ik alleen thuis was kroop ik kreunend uit de knoop en liep ik de trap af, naar de voordeur.
Daar stond een man die zei het graag met mij te willen hebben over hoe ik met God kan communiceren. Ik vertelde hem dat ik geen interesse had, maar had hem eigenlijk moeten zeggen dat ik daar toevallig net mee bezig was tijdens mijn laminaat-klus.

Maar dat soort dingen denk ik dus alleen en zeg ik natuurlijk niet. Overigens kom ik in de praktijk niet veel verder dan het (liefst twee keer) hardop uitspreken van het bijvoeglijk naamwoord 'gloeiende'. Ondanks dat hoop ik dat degene die ik aanroep me net zo slecht hoort als ik de voordeurbel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten