In 1984 ging ik op kantoor samenwerken met een jongedame die een enorme fan van Roxy Music en Bryan Ferry bleek te zijn. Ze vertelde me dat ze met een vriendin regelmatig naar hun concerten ging en dat ze vrijwel alle platen van Roxy en Ferry had. 'Ik heb er geloof ik maar één' zei ik: 'The Price of Love'.
Daarop gaf mijn nieuwe vrouwelijke collega aan dat ze dié nou net niét had en dat ze hem graag van me zou willen overnemen om haar verzameling compleet te maken. Ik wilde haar best een plezier doen, maar kon er niet makkelijk afstand van doen. Het was een van m'n favoriete plaatjes en niet zo maar een singel: het was een EP met vier nummers met een hoesje van stevig karton in plaats van papier. Maar uiteindelijk ging ik overstag en verkocht ik het aan haar.
Jaren later waren we geen collega's meer, maar hadden we inmiddels wél 'Let's Stick Together' tegen elkaar gezegd. Wilma zei me toen dat ze het destijds een beetje flauw had gevonden dat ik geld had gevraagd voor het singeltje, dat inmiddels immers onderdeel was van onze gezamenlijke platencollectie. Ik antwoordde dat we destijds collega's waren en ik nog niet wist dat het 'More Than This' zou worden. Dat begreep ze wel.
Jaren later waren we geen collega's meer, maar hadden we inmiddels wél 'Let's Stick Together' tegen elkaar gezegd. Wilma zei me toen dat ze het destijds een beetje flauw had gevonden dat ik geld had gevraagd voor het singeltje, dat inmiddels immers onderdeel was van onze gezamenlijke platencollectie. Ik antwoordde dat we destijds collega's waren en ik nog niet wist dat het 'More Than This' zou worden. Dat begreep ze wel.
Op het moment dat ik dit tik zit Wilma, nog altijd met dezelfde vriendin, in Carré te genieten van Bryan Ferry. Net zag ik op Facebook nog een stukje live-film van de zanger die ze gisteren 'de man van mijn dromen' noemde. Dat laatste is voor mij trouwens geen probleem hoor. Ik ben niet zo'n 'Jealous Guy'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten