Op weg naar het zuiden of naar huis overnachten we de laatste jaren regelmatig in zo'n goedkoop hotelletje vlakbij de snelweg in plaats van op een camping. Vorige week deden we zo'n hotel aan in Les Ulis (vlak onder Parijs) en kregen we bij het in een parkeervak duwen van de caravan spontaan hulp van een man die z'n auto net had geparkeerd. Een man met een smal doorgroefd gezicht, lang vettig haar en een grote hoed. We bedankten hem en hij vertrok met z'n maat.
Ik pakte het metalen disselslot (dat voorkomt dat de caravan op iemands trekhaak te plaatsen is) en realiseerde me dat het sleuteltje ervan vorige keer was afgebroken toen ik het van de dissel afhaalde. Maar gelukkig had Wilma nog een reservesleutel. Ik klikte het slot vast, pakte de reservesleutel en merkte toen pas dat het restant van de afgebroken sleutel in het slot was blijven zitten... Shit dus, ik had net m'n caravan zo op slot gezet dat ik 'm zelf ook niet meer kon gebruiken. Wat een sufkop was ik toch!
'Hé, hier ligt een portemonnee!' hoorde ik Wilma op dat moment zeggen. Hij bleek van de man te zijn die ons net had geholpen. Ze liep naar de hotelreceptionist, maar die zei haar dat hij de man niet kende.
Ondertussen brak ik m'n hoofd over hoe ik het metalen slot kon verwijderen. Na het een en ander te hebben geprobeerd dacht ik erover om om dan maar de ANWB te bellen toen Bastiaan ineens 'daar loopt die man van de portemonnee!' riep. Wilma gaf hem z'n portemonnee terug en hij was super-dankbaar.
'Weet u misschien hoe we dit slot kunnen openen?' vroeg ik hem daarna. Want ik schatte (met mijn al dan niet terechte vooroordelen) in dat hij wel wist hoe je sloten kon openen zonder sleutel.
Hij vertelde inderdaad dat hij het metalen slot gemakkelijk kon openrammen, maar dat zijn maatje er beter gereedschap voor had.
Maar die (ik noem 'm voor het gemak even B2) stond nu binnen onder de douche.
Mij schoot te binnen dat ik 20 centimeter lange metalen spijkers had, die ik soms als tentharingen gebruik. En in plaats van een hamer had ik een schuttersput-schepje uit militaire dienst, dat ik op kampeervakantie altijd bij me heb.
B1 reageerde enthousiast. Meteen begon hij te rammen op het slot, maar al snel gaf hij aan dat het niet lukte en we toch maar moesten wachten op zijn handige maatje. Pas nadat hij wegliep om 'm te halen zag ik dat z'n geram op het slot wel degelijk effect had gehad. Het slot was stukje losgeschoten. Een heel klein stukje, maar toch! Na wat gepeuter ging het verder open en kon ik het disselslot verwijderen. Tot onze grote opluchting!
Eenmaal terug in het hotel zochten we B1 en B2 op om te vertellen dat de hulp genoeg was geweest en het probleem was opgelost. Ik zei nog dat we elkaar vandaag drie keer hadden geholpen en dat wij de eerstvolgende keer weer aan de beurt zouden zijn.
Maar dat is niet meer nodig geweest. Bovendien denk ik dat deze twee maatjes wanneer ze ergens hulp bij nodig zouden hebben meer hebben aan vlugge Japie dan aan sufkop Marco.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten