zondag 28 maart 2021

Ons roetmonster

Ik werk inmiddels een jaar thuis, zoals zoveel mensen. Wie had dat gedacht, toen we in maart 2020 hals over kop het kantoorpand moesten verlaten? Na een paar weken (hooguit maanden) zouden we ons oude leventje toch wel weer kunnen oppakken? We weten inmiddels beter... 

Maar goed ‘het einde van de tunnel is in zicht’ zeggen de deskundigen. Maar omdat we zo langzaam door die tunnel rijden hebben we voorlopig nog te maken met lockdowns, avondklokken, anderhalve meters en mondkapjes. 

Al schrijvende zie ik ineens weer voor me hoe Wilma en ik meer dan dertig jaar terug tergend langzaam reden in die lange tunnel in Lyon. Het zweet stond op m'n (destijds nog wat minder hoge) voorhoofd en in de achteruitkijkspiegel zag ik dat de mensen in de auto achter ons sjaaltjes voor hun mond hielden. 

Wat was het geval? Die morgen waren we vertrokken vanaf camping 'Les Prairies de la Mer' aan de baai van Saint Tropez. We waren daar met m'n ouders, maar gingen een week eerder richting huis dan zij. We gingen immers een maand erna trouwen en wilden centimes overhouden om tijdens onze wittebroodsweken Frankrijk nóg een keer aan te doen (noemen ze dat daar misschien croissant-weken?).

Maar vrij snel na ons vertrek begon de auto te stotteren, sloeg de motor een paar keer af en kostte het telkens meer moeite om ‘m weer aan de praat te krijgen. Ergens ter hoogte van Avignon zette ik onze rode Mazda 323 op de vluchtstrook en regelden we een hulpdienst. Die kon ons ook niet verder helpen en omdat de garages dicht waren besloten we toch maar - zo goed en kwaad als het ging - de verdere reis naar het noorden te vervolgen. Gaandeweg vond ik een manier waarop de motor bleef lopen, met als enige nadeel dat onze uitlaat standaard een flinke roetpluim uitbraakte. Ook tijdens ons filerijden in de tunnel van Lyon! Volgens mij was onze terugrit van destijds de aanleiding om deze weg door Frankrijk de 'Autoroet du Soleil' te gaan noemen...

Wonder boven wonder lukte het ons om ‘s avonds aan te komen bij een camping in het Noordfranse Langres. Prompt sloeg net vóór de camping-ingang de motor af en kreeg ik ‘m niet meer aan de praat. Na dat bij de receptie te hebben gemeld hebben we onze roet-Mazda naar het eerste nog vrije plekje op de camping geduwd. We zetten de tent op en spraken onze camping-buurman, die automonteur bleek te zijn en met wat kunst- en vliegwerk het manquement van onze voiture wist te verhelpen. Zo konden we de volgende ochtend gelukkig de thuisrit maken.

Ach ja, mensen maakten nog wel ‘ns wat mee, in de tijd dat ze nog konden reizen. De tijd dat we de avondklok associeerden we met de Tweede Wereldoorlog en we mondkapjes raar vonden en alleen van het straatbeeld van Azië kenden vanwege de luchtkwaliteit. Die mensen in de auto achter ons in de Lyon-tunnel hadden ze wel kunnen gebruiken. Al was een gasmasker nóg handiger geweest...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten