donderdag 2 mei 2019

Agressie en devotie

‘Wat een ellende en paniek was er vroeger toch altijd!’, zei Bastiaan tegen me toen we samen de vele grote schilderijen in de Basislica di Santa Maria Novella bekeken. Dit jaar bracht onze vader-zoon trip ons naar Florence en Pisa, waar we niet alleen wandelden, aten, dronken en sliepen maar ook musea en kerken bezochten.
‘Alweer gelazer en paniek!’ werd de running gag tijdens onze bezoekjes aan de bezienswaardigheden in Florence (het Palazzo Vecchio en de Cattedrale de Santa Maria del Fiori met de beroemde Koepel) en Pisa (de Duomo Santa Maria, met de volgens heel-velen fotogenieke toren ernaast). Op vrijwel alle (vaak enorme) schilderijen zagen we wenende (vaak halfblote) vrouwen, vechtende mannen, paarden die mensen vertrapten, alom bekende scenes van gekruisigden en brandende gebouwen, vaak vanuit de lucht gadegeslagen door hele hordes engelen. 
‘Vroeger was alles beter’, plegen mensen vaak te zeggen. Maar als Facebook en Instagram in die tijden hadden bestaan waren de meeste destijds gemaakte afbeeldingen niet langs de censuur gekomen. Wat een agressie!


Tijdens de treinreis van Florence naar Pisa las ik het ebook Sapiens over het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid, waarin wordt uitgelegd dat ‘wij als Homo Sapiens’ dankzij sluwheid en agressiviteit de andere mens-soorten (zoals neanderthalers) honderdduizenden jaren geleden naar de eeuwige jachtvelden hebben gestuurd. 

Terwijl ik dit las ging aan de andere kant van het gangpad een monnik zitten. Langzaam, rustig en devoot pakte hij wat uit zijn tas. Het was een oude bijbel met een leren omslag. Hij sloeg het open en ik kreeg een binnenpretje. Hij ging dus ook lezen over de geschiedenis van de mensheid. Maar het was wel het andere verhaal. De dunne bladzijden van zijn bijzondere boek bevatten fantastische, maar soms ook gruwelijke verhalen, die in groot contrast staan met wat ik in mijn ebook las. 

Een paar minuten voor de trein stopte op Pisa Central stopte de monnik zijn bijbel weer in zijn tas, stond hij op en liep hij weg. En toen de trein uiteindelijk stopte en Bastiaan en ik waren uitgestapt hoorden we iemand achter ons een fiets uit de trein tillen en op het perron zetten. Het was onze buur-monnik. Hij zette een honkbalpetje op, stapte op zijn fiets en zigzagde over het perron tussen de mensen door richting de station-trappen.
‘Tja, onze lieve heer heeft nou eenmaal rare kostgangers’, zou m’n moeder in zo’n geval zeggen. Dát is waar, maar staat volgens mij noch in zijn bijbel noch in mijn ebook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten