donderdag 10 mei 2018

Overgewaardeerd fruit

In eerste instantie dacht ik dat ik de enige was die ermee zat. Ik liep er daarom ook niet echt mee te koop en onderging het stilletjes. En dan gaat het op een gegeven moment toch knagen... Ik was daarom zeer verheugd dat een collega van me, die er al tijden lang ook onder gebukt ging, er voor uit kwam. Hij maakte zijn op z’n bureau liggende attachékoffer open, zei ‘nou daar gaat-ie dan maar weer’ en pakte er een banaan uit. ‘Elke keer weer liggen die dingen bruin te worden op de fruitschaal, dus neem ik ze maar mee naar kantoor. Anders komen ze nooit op!’

Ik herkende het probleem meteen. Ook ik kan er niet tegen dat ik een paar dagen nadat we boodschappen hebben gedaan nog drie of vier bananen op de schaal zie liggen die langzaam van geel naar bruin verkleuren. En ook ik besluit in dat geval regelmatig om ze dan maar een voor een mee te nemen naar kantoor. Nou moet ik eerlijk zeggen dat ze van zo’n woon-werkritje, met een op m’n bagagedrager stuiterende koffer, niet echt opknappen.

‘En weet je nou wat het meest bijzondere is?’ zei m’n collega, waarna hij vertelde dat z’n vrouw steevast wanneer ze zaterdags weer in de supermarkt lopen wéér zo’n tros bananen in het karretje legt en zegt ‘ze zijn weer hard gegaan de afgelopen week!’ 
‘Ja, omdat ik me er aan het eind van de week het schompes aan eet!’ is dan zijn (niet gehoorde of begrepen) reactie.

Niet alleen ikzelf, maar ook andere collega’s herkenden dit verhaal. Mijn conclusie is dan ook dat de banaan het meest overgewaardeerde stuk fruit is dat bestaat. Ik ben niet zo van complottheorieën, maar ik ben er van overtuigd dat de vraag om een of andere reden kunstmatig hoog wordt gehouden. Misschien heeft het te maken met die Amerikaanse handelsverdragen of andere fratsen van die president die het land van onbegrensde mogelijkheden in rap tempo in een bananenrepubliek verandert...

Bovenstaande tekst tikte ik eergisteravond, onderuitgezakt hangend in een tuinstoel. En terwijl ik over het laatste zinnetje zat na te denken ging de bel, want kwam m’n buurman me ophalen voor ons wekelijkse potje volleybal. Dat afsluitende zinnetje moest ik de dag erna dan maar bedenken en tikken. Die dag (gisteren dus) was ik niet op kantoor, maar was ik met m’n vader en moeder de hort op. Thuis had ik nog even snel een banaan van de fruitschaal gepakt. ‘Voor onderweg!’ had ik tegen Wilma gezegd.

Toen ik m’n ouders een paar uur later weer met de auto bij hen thuis afzette wees m’n vader naar het middenconsole tussen de twee voorstoelen. ‘Vergeet je die banaan niet op te eten!?’ zei hij... Even later stond ik stil voor het stoplicht bij het station van Zwijndrecht, pelde ik de schil van m'n banaan en vroeg ik me ineens af of m'n vader soms ook in het bananen-complot zat.
Als dát zo is ben ik pas echt de pisang! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten