donderdag 23 november 2017

Maffiosi

Een paar dagen terug meldden de kranten dat de 87-jarige Sicilliaanse maffiabaas Salvatore 'Toto' Riina - ook wel bekend als 'Het Beest' - was overleden. Hij zat sinds de jaren negentig in de gevangenis. Het deed mij meteen denken aan een bijzondere bijeenkomst van een internationale milieucommissie die ik in die jaren bijwoonde in Palermo; een stad die problemen heeft met groeperingen uit een bepaald milieu (om het zo maar eens uit te drukken).

Ik was de avond ervoor in de Sicilliaanse hoofdstad aangekomen en had na aankomst in het armoedige Hotel Sole aan de Via Vittorio Emanuele een rondje in de omgeving gelopen. Wat een drukte! Wat een scooters! Wat een idioot rijgedrag! Maar ook: wat een armoe... Ook weet ik nog goed dat ik mezelf af en toe wat breder maakte en rechtop liep, wanneer ik door de oude smalle straatjes richting het haventje liep en in donkere portiekjes een paar hang-maffiosi vermoedde.

De bijeenkomst zelf vond plaats in de raadszaal van het gemeentehuis van Palermo. Een indrukwekkende ruimte, met muren die behangen waren met grote stenen ornamenten met voor mij onbegrijpelijke teksten en jaartallen. Toen de loco-burgemeester aan het begin van de bijeenkomst vertelde dat in deze ruimte historische overleggen hadden plaatsgevonden over de strijd tegen de Cosa Nostra, associeerde ik die ornamenten onbewust met grafstenen en ging er een rilling door me heen. En om het nog wat unheimischer te maken kregen we aan het eind van de middag de mededeling dat we hier de volgende dag niet zouden kunnen vergaderen in verband met een spoedzitting van de gemeenteraad over de maffia.

Dus was de volgende dag een andere locatie geregeld: een oud landhuis ergens buiten Palermo zelf, dat als buitenverblijf van de burgemeester fungeerde. We vergaderden in een ruimte die leek op het decor uit een film over een maffia-familie. Een ruimte met overdadig veel grote schilderijen, met veel rode bekleding en met stoeltjes die in een gemiddeld paleis niet zouden misstaan (maar bijzonder oncomfortabel bleken te zitten).


De lunch vond plaats op een groot balkon met uitzicht op een heuvelachtig en zonovergoten SicilliĆ«. Het leek zomer, maar het was pas begin maart. Terwijl ik dit stukje tik zie ik een grijze novemberlucht en verlang ik terug naar dat soort momenten. Ik zou er een moord voor doen om daar weer even in het zonnetje rond te kunnen lopen! Of is dat in dit geval een ongelukkige woordkeuze?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten