donderdag 2 juni 2016

Neven en nichten

Toen ik nog bij m'n ouders woonde waren de contacten met de familie 'van m'n moeders kant' heel intensief. Met de familie van m'n vader hadden we ook frequent en goed contact, maar we zagen elkaar minder vaak. Een deel van die familie woonde ook niet in Dordrecht, maar in plaatsen als Nieuw Vennep, Etten-Leur en Bolnes. Dat was toen - zeker in de ogen van een kind - ver weg; bijna exotisch... Hen zien was niet alleen leuk, maar zelfs een soort van spannend, omdat je elkaar niet zo vaak trof.

'Van m'n moeders kant' waren m'n neven en nichten daarentegen bijna broers en zussen. We woonden niet alleen (vrijwel) allemaal in dezelfde wijk en zagen elkaar tijdens verjaardagen, maar zaten ook bij elkaar op school en zagen elkaar met sporten, in de kerk (toen we jong waren) en tijdens het uitgaan (toen we niet meer naar de kerk gingen). En bovendien bracht vrijwel de hele familie zomerse weekends door in Brabant, op camping Hoeven.

Maar tijden veranderen. Ieder van ons bouwde een eigen leventje op waardoor we elkaar veel minder frequent gingen zien. Bovendien sloeg onze generatie haar vleugels wat verder uit dan onze ouders ooit deden. We wonen niet meer bij elkaar om de hoek. Al is er maar één écht ver weg gaan wonen, in Australië. Piet was dan ook de enige die afgelopen weekend niet aanwezig kon zijn bij de neven- en nichten-reünie, die we organiseerden op en bij de camping waar we tot 35 jaar geleden (!) veel zomerse weekends doorbrachten.

En wat is tijd dan een gek iets... 35 jaar is natuurlijk idioot lang, en alleen al daarom vond ik het zo bijzonder dat we gelijk de draad weer oppakten. Meteen was er weer dat sfeertje van vroeger. De anekdotes, de zelfspot, de grappen...

We hadden bedacht dat een bezoek aan een doodgewone snackbar een passend einde zou zijn van een 'retro-dag' die in het teken stond van kamperen in de jaren 70, ondanks dat een aantal van ons moest afhaken vanwege andere verplichtingen.
Een uiterst vriendelijke Brabantse had een tafel voor ons gereserveerd pal naast het toilet, waar vlak ervoor blijkbaar een wc-eend fanatiek was misbruikt.
Dat de lucht ervan het aroma van onze goulashkroketten en loempia's ruimschoots oversteeg kon de pret niet drukken.
Het zorgde alleen maar voor nog meer hilariteit...
We leken wel een stel melige pubers. Maar eerlijk is eerlijk: tijdens onze wandeling werden we regelmatig geconfronteerd met de vergankelijkheid. Juist het vroegere toonbeeld van sportiviteit en beweeglijkheid stond er nu versleten en aftands bij.

Voor de goede orde: ik heb het over de speeltoestellen en de tafeltennistafels, en niet over een familielid.
Want natuurlijk zijn we zelf ook allemaal ouder geworden, maar op een of andere manier voelde het toch alsof we nauwelijks veranderd waren.
Ook ik niet, volgens m'n nicht Edith. Al was dat vooral omdat m'n blikje cola spontaan leegspoot terwijl die in m'n tas zat én omdat ik mijn OV-chipkaart verloor bij het uit m'n broekzak halen van m'n smartphone.

Onzin natuurlijk: ik had vroeger helemaal geen OV-chipkaart en smartphone!