donderdag 29 oktober 2015

Een verzameling

Als kind spaarde ik in de jaren 70 Asterix-poppetjes, die je toen kreeg bij kauwgum. Elke keer wanneer m'n moeder naar de supermarkt was geweest had ze een paar zakjes Asterix-poppetjes voor me meegenomen, zodat ik beetje bij beetje bijna de hele serie compleet kreeg. 
Ik had er lol in om zo langzaam maar zeker stapjes verder te komen. Die lol was vervolgens in een keer weg toen een camping-vriendje uit Den Haag - die mijn gestaag groeiende verzameling ook érg leuk vond - in een keer tientallen zakjes tegelijk kocht waardoor hij in een klap de hele serie compleet had. Dat ik de vele 'dubbelen' die hij had van 'm kreeg om mijn verzameling ook weer wat completer te maken veranderde daar niets aan.
Sterker: ik heb er misschien wel een verzameltrauma aan overgehouden, realiseer ik me nu...

En toch: als er dan iets is dat ik vandaag de dag nóg verzamel zijn dat juist de Asterix-strips. Als jong gozertje verslond ik die boeken, al begreep ik er - achteraf bezien - maar weinig van. Het was op dat moment blijkbaar leuk genoeg dat die kleine en die dikke galliër Romeinen in elkaar sloegen. Maar naarmate ik de boeken op latere leeftijd vaker ging lezen zag ik steeds meer dubbele bodems, karikaturen, woordgrapjes en verwijzingen naar andere gebeurtenissen van vroeger of nu. 

Sinds de schrijver (Goscinny) is overleden ging de tekenaar (Uderzo) de verhalen zélf schrijven en holde de kwaliteit van de verhalen achteruit. 
Maar twee jaar terug nam een nieuw duo (Ferri en Conrad) de reeks over en zijn de verhalen weer terug op het oude niveau.

Vorige week verscheen nummer 36, 'De Papyrus van Caesar' en die had ik dus nog dezelfde dag in huis. Net als vroeger...

Zoals ik al eerder aangaf verbleven we deze zomer op een camping in Bretagne, vlakbij de plek waar (zogenaamd) het dorpje van de onoverwinnelijke galliërs zou zijn geweest.  Maar eerlijk gezegd zagen we nergens bossen met everzwijnen, gedeukte Romeinse helmen of gezonken piratenschepen. 

Eigenlijk deed niets aan de strip denken. 
Tot die avond dat op de camping een traditionele Bretonse avond was georganiseerd. Dat betekende namelijk niet alleen dat er allerlei lekkere Bretonse hapjes werden gebakken en geroosterd (zoals aan het eind van ieder boek gebeurt), maar ook dat een muziekorkest uit de omgeving een traditioneel Bretons concert ten gehore bracht. En zo kwamen we er door (gehoor)schade en schande achter dat het geluid dat gallische barden meer dan 2000 jaar geleden produceerden zich onverkwikkelijk heeft genesteld in de genen van Bretonse muzikanten.

Het blijft een verzameling rare jongens, die Bretonnen!