donderdag 9 juli 2015

Het is niet m'n broer...

Toen m'n zus op de lagere school zat en mijn toen ongeveer 35-jarige vader haar op een dag kwam ophalen vroeg een klasgenote 'is dat je opa?' Mensen die mijn vader (en zijn zelfspot) een beetje kennen zullen begrijpen dat we dat citaat de afgelopen decennia met enige regelmaat voorbij hebben horen komen.  

Afgelopen zondag liepen we samen richting het pontje tussen Zwijndrecht en Dordrecht, om een bezoekje te brengen aan de grote Boekenmarkt die jaarlijks in Dordt plaatsvindt. Daarbij passeerden we de buurman van m'n ouders; een man die een aantal jaren ouder is dan zij en die elke dag de rommel loopt op te ruimen die de jongeren op de kade laten slingeren. Zeker tijdens dit warme weer hangen daar vaak jongeren rond, die na een duik in de rivier aan de kant wat eten en drinken en vervolgens de troep laten liggen. 

'Is dat je broer Jan?' riep de oude buurman tegen mijn vader, toen we een stukje voor hem liepen. En daarbij doelde hij op mij... 
'Nou wil ik dat verhaal over 'is dat je opa' nooit meer horen hoor!' zei ik meteen tegen m'n pa.
Ach, het zal met het feit te maken hebben dat ik dezelfde 'coupe' heb als mijn vader, dacht ik bij mezelf.  En toen ik me omdraaide zag de zwerfvuil-opruimer aan mijn buitengewoon jeugdige en bijzonder energieke uitstraling natuurlijk meteen dat ik een kwart eeuw jonger ben dan zijn buurman Jan. De blijkbaar slechtziende en hoogstwaarschijnlijk verwarde buurman zag nu dat hij het mis had en zag nu dat ik zoon 'Marco-van-het-boek' was.
We liepen door; mijn vader monter en lachend en ikzelf besloot er maar niet te veel gebukt onder te gaan, al was het maar om te voorkomen dat ik er dan nóg ouder uitzag. 
En na een rondgang langs de vele kraampjes knapten we (volgens mij) zienderogen op van een tosti op het zonnige terras aan de Visbrug.

Weer terug bij m'n ouders thuis vertelden we het voorval tegen m'n moeder, die erom moest lachen.

Vervolgens haastte deze jonge god zich richting Capelle aan den IJssel, om met zijn zoon een kijkje gaan nemen bij het Tour de France-peloton, dat met een noodgang door onze woonplaats zou gaan fietsen. Thuisgekomen sprongen we op onze fiets en reden we naar het parcours. Even had ik nog bedacht om onze hond ook mee te nemen. Zo'n tour-caravaan rijdt normaliter namelijk in een flits voorbij, maar wanneer ik Moos plots zou laten oversteken zou dat het publiek wat meer tijd geven om de (op de grond liggende) fietshelden wat beter in ons op te nemen...



Geintje natuurlijk! Ook wanneer zo'n peloton voorbij-sjeest is het leuk om te zien. En het randgebeuren eromheen maakt het best bijzonder. Dus we hadden een prima middag. En mijn vrees dat we die dag óók nog eens een klasgenoot van Bastiaan zouden tegenkomen die vroeg of ik z'n opa was, was gelukkig ongegrond. Wel kwamen we zijn wiskundelerares tegen, die ook zijn mentor is. Ze groetten elkaar en zeiden dat ze elkaar donderdag zouden zien bij de rapport-uitreiking. 
'En jou zie ik dinsdagavond natuurlijk!' zei ze tegen mij. Ze zit namelijk op dezelfde volleybalvereniging als de jeugdige schrijver van dit stukje. 

Wel weer jammer dat dat een veteranen-team is overigens...