Ik was gevraagd deel te nemen aan een estafette-team dat de Rotterdamse Marathon ging lopen. En op zo'n vraag zeg ik geen nee!
Vrijwel ieder jaar wanneer ik het marathon-festijn aanschouw denk ik 'zal ik volgend jaar dan toch nog een keer?'
Inmiddels al weer lang geleden, in 1998 en 1999, liep ik de marathon; een keer alleen en een keer met m'n zus Nicole. Het blijven onvergetelijke ervaringen, maar het lukte alleen dankzij maandenlang serieus trainen. Hoeveel respect ik ook heb voor de eigenlijk te zware of ongetrainde mensen die 'm net binnen de limiet lopen; zo zou ik het nooit willen.
En omdat zo intensief trainen me waarschijnlijk niet meer lukt zal dat rennen van die lange 42 km er wel nooit meer van komen.
Maar de estafette komt wél in de buurt van 'het eggie'. Ook in 2011 liep ik de laatste 12 kilometer al eens met zo'n doorgeef-lint in m'n hand.
Zaterdag ging ik vrij vroeg naar bed, om de volgende morgen goed uitgerust te zijn. Maar midden in de nacht werd mijn slaap wreed verstoord. In de hal was onze kat aan het spelen met een plastic zak met Bastiaan's gymschoenen. Met een knal zwiepte hij de tas telkens tegen de huiskamerdeur.
Slaapdronken stapte ik uit m'n bed en opende ik onze slaapkamerdeur. Maar die deur ging niet - zoals de bedoeling was - vlak voor m'n blote voet langs, maar over m'n grote teen heen. Ik heb op dat moment de hele wereld vervloekt, maar kan dat blijkbaar heel zachtjes.
Laat ik het zo zeggen: wanneer mensen mij wel gehoord zouden hebben zou ik definitief nooit meer in aanmerking komen voor een lintje.
Het was weer een mooie ervaring. Maar zo euforisch als na het destijds lopen van die échte marathons was het natuurlijk niet.
Nu had ik een lint, maar toen ging ik na de finish door het lint...