donderdag 6 maart 2014

Inspiratie

Ik kijk regelmatig naar het programma College Tour, waarin Twan Huys samen met tientallen studenten spraakmakende gasten uit binnen- en buitenland interviewt. Een paar weken terug was het de beurt aan Dan Brown, die werd ondervraagd in het Rijksmuseum (pal voor De Nachtwacht).

Terugkerend gespreksonderwerp was de inspiratie die Amsterdam en het Rijksmuseum hem leverde voor een spannend volgend boek. De beroemde schrijver vertelde onder de indruk te zijn van het een en ander en werd door de directeur van het Rijksmuseum verder geïnspireerd toen deze hem attent maakte op een klein ‘geheimzinnig’ detail op De Nachtwacht. 
Op de kleding van een van de belangrijkste mannen had Rembrandt namelijk stiekem minuscuul de drie kruisjes van het Amsterdam-logo aangebracht. Men was er jaren later achtergekomen en niemand wist waarom. Enfin: wie weet komen we er via een (fictie)boek van Dan Brown ooit nog een keer achter…

Tja, en hoe maak ik nu in dit stukje tekst de stap van zo’n wereldberoemde schrijver naar mijn eigen penneroerselen? Want ik kan natuurlijk niet in de schaduw staan van de schrijver van De Davinci Code, Angels and Demons en Inferno (al zijn de schaduwen in dit jaargetijde nog best groot). Ondanks dat besef ben ik zo’n driekwart jaar geleden begonnen een Dan Brown-achtig boek te schrijven over mijn geboorteplaats Dordrecht. En zonder dat ik te veel uit de school wil klappen, kan ik daar al wel wat over zeggen. Allereerst dat ik het hartstikke leuk vind om zoiets te doen. Omdat ik het een en ander zo veel mogelijk wil laten aansluiten op de werkelijkheid struin ik eens in de zoveel tijd in m’n eentje met m’n (iPad)camera door Dordrecht of de Biesbosch en blader ik door allerlei boeken en internetpagina’s. Er zijn weken dat het voor geen meter opschiet omdat ik totaal geen zin heb, maar er zijn ook tijden dat ik aan de huiskamertafel of m’n bureau druk zit te typen en te verzinnen.

Bovendien stuit ik regelmatig op frappante zaken. Vorig jaar juni kreeg ik het idee om de Dordtse Grote Kerk een belangrijke rol te laten spelen. Ik zou iets mystieks moeten ‘ontdekken’ dat zich daar had afgespeeld als inspiratie voor m’n verhaal. Ik googelde en zag dat over drie weken (op 30 juni 2013) voor het eerst in 441 jaar een processie zou worden gehouden met het Heilige Hout. Dit zou afkomstig zijn van het kruis waarop Jezus destijds was genageld en was onbeschadigd gebleven tijdens de grote brand die in de 15e eeuw een groot deel van Dordt in de as had gelegd. Wat toeval dat dit in de belangstelling stond net nu ik op zoek was naar zoiets mystieks. Ik ben met m'n vader naar de processie gaan kijken en kreeg het er verder niet warm of koud van, maar met het gegeven kon ik wel wat!

Ook de legende van Sint Sura kwam ik tussen mijn Google-zoekresultaten tegen. Op de plek waar deze stichter van de kerk zou zijn vermoord (vlak voor de kerk) was vele jaren lang een geneeskundige bron en een kapel. Omdat de restanten van die kapel nog in het metselwerk te zien zijn, besloot ik m’n inmiddels 20 jaar geleden overleden opa een van de hoofdpersonen in het boek te laten zijn. Hij was immers aannemer/metselaar en zou - in mijn fantasie - restauratiewerkzaamheden aan de restanten van de kapel van Sint Sura kunnen verrichten.

En terwijl mijn boek inmiddels zo’n 135 bladzijden telt, keek ik deze week naar wat oude foto’s in een schoenendoos. Ik ontdekte daarbij een groepsfoto, waarop opa Piet duidelijk herkenbaar was (bovenste rij, derde van links). Het was van een toneelvereniging en links van de groep mensen stond een groot vaandel op een stok. Wat stond daar nou? ‘R.K. Toneelvereniging St. Sura’. Gek genoeg geeft het me het gevoel dat ik op de goede weg zit met m’n boek.

Andere bijzonderheden vertel ik te zijner tijd wel wanneer ik voor het programma College Tour wordt geïnterviewd…