Afgelopen zaterdag nam Wilma deel aan een in Rosmalen georganiseerde 'haak-marathon'. Zo'n veertig vrouwen fabriceerden in een kerk aldaar haakwerkjes en -werken, om met de opbrengsten ervan een Roparun-deelnemer te sponsoren.
Dat was voor Bastiaan en mij een goede gelegenheid om het nabijgelegen Den Bosch te bezichtigen. Na een wandeling door de oude binnenstad brachten we ook een bezoekje aan de Sint Janskathedraal, alwaar juist een mis plaatsvond. We schoven ergens halverwege in de kerk op een kerkbankje en lieten de galm van de woorden van de predikant en de enorme omvang van de ruimte op ons inwerken.
'Ik denk niet dat Jezus destijds het idee heeft gehad dat men vele eeuwen later dit soort enorme gebouwen zou gaan bouwen en dat we daarin 2014 jaar over hem, zijn wonderen en de hemel zouden spreken', zei ik op een gegeven moment zachtjes tegen mijn zoon.
'Ik denk het ook niet nee', antwoordde hij. 'En ook niet dat iedereen hem er zou zien op z'n slechtste moment', voegde hij toe, wijzend naar het kruisbeeld dat een eindje voor ons aan een pilaar hing...
Om mijn lach te onderdrukken keek ik omhoog naar de gewelven in het dak van de kathedraal. 'Wat een werk moet het zijn geweest om dat allemaal te maken', dacht ik bij mezelf... 'En dat op die hoogte!'
'Wat een hoogte!', dacht ik een paar dagen later ook toen ik een korte rondleiding kreeg door 'De Rotterdam', het gigantische gebouw dat onlangs is verrezen op de Wilhelminapier. Met ingang van augustus wordt dat de nieuwe werkplek van veel werknemers van de gemeente Rotterdam. De lift - die omdat het gebouw een 'Verticale Stad' is 'metro' wordt genoemd - had ons razendsnel naar de 38ste etage gebracht. En vanaf dat punt hadden we een meer dan geweldig uitzicht op Rotterdam en de wijde omgeving. Ik besloot alles nu meteen maar zo goed mogelijk in me op te nemen. Want als ik er straks werk heb ik als ambtenaar meteen weer de schijn tegen wanneer ik naar buiten kijk... En dat terwijl we er op een plek zitten die zorgt voor werk van een hoog niveau.
Al moet je daar ook weer niet te veel van voorstellen. Want ook al zitten we dicht bij de hemel, wonderen zullen er vast niet worden verricht.