Afgelopen maandag waren Wilma en ik 25 jaar getrouwd. Zaterdag vierden we dat, samen met familie en vrienden, met een gezellig etentje in De Soete Suikerbol in Pijnacker.
De cadeau's stonden in het teken van de toekomst, het nu en wat is geweest. Zo kregen we een Buddah die ons geluk zal brengen, geld achter een ruitje (met een 'noodhamertje') om te gebruiken wanneer we het nodig hebben (nu!) en een zelfgemaakt servies met tekeningen van gebeurtenissen uit het verleden. Ook het reisje naar Londen dat in het verschiet ligt zorgt er voor dat we wat leuks hebben om naar uit te kijken.
De cadeau's stonden in het teken van de toekomst, het nu en wat is geweest. Zo kregen we een Buddah die ons geluk zal brengen, geld achter een ruitje (met een 'noodhamertje') om te gebruiken wanneer we het nodig hebben (nu!) en een zelfgemaakt servies met tekeningen van gebeurtenissen uit het verleden. Ook het reisje naar Londen dat in het verschiet ligt zorgt er voor dat we wat leuks hebben om naar uit te kijken.
Op de uitnodiging voor het etentje van zaterdag hadden we een foto geplaatst die in 1988 was genomen in het toen net geopende Tropicana aan de Rotterdamse Maasboulevard. Naast het tropisch zwemparadijs zat in dat gebouw namelijk een (draaiend) restaurant en een soort grote binnentuin met een terras, waar we destijds een koffietafel hadden bedacht tussen de huwelijksplechtigheid en het diner door.
Inmiddels is Tropicana alweer opgedoekt en wacht het op de slopershamer. En ook het gemeentehuis van Capelle aan den IJssel waar we elkaar destijds het ja-woord gaven wordt al lang niet meer door de gemeente gebruikt en staat regelmatig leeg.
Dit alles zegt toch wel wat over de lengte van vijfentwintig jaren en het doet je denken aan de vergankelijkheid van spullen en het voortschrijden van de tijd.
Toen ik maandag met een taart en een bos met 25 rode rozen richting onze voordeur liep schoot me automatisch de spreuk 'bloemen verwelken en schepen vergaan...' te binnen, al is het nu meer zoiets als
'Gemeentehuizen verhuizen en zwemparadijzen worden afgebroken, maar wij zijn samen zoals destijds is afgesproken.'