donderdag 19 augustus 2010

Oorlog

Af en toe vertelt mijn vader iets over de Tweede Wereldoorlog. Hij vertelt me dan dat die tijd voor de meeste kinderen niet alleen een periode was die vervelende gevolgen had en ellende met zich meebracht, maar dat het ook best spannend was, in de positieve betekenis van het woord. En ook na de jaren ’40-‘45, toen de Duitse soldaten al lang vertrokken waren, vonden de kinderen nog materiaal uit de oorlog waarmee ze leuke spelletjes konden spelen.

Zo speelde mijn vader in zijn jonge tienerjaren met zijn vriendjes een keer op een weiland waar nog onderdelen van landmijnen lagen. Mijnen die nog konden ontploffen waren al geruimd of onschadelijk gemaakt, maar onderdelen die geen kwaad konden waren blijven liggen.
Tussen al dat onschadelijke materiaal ontdekten de kinderen ook een stuk metaal waar iets van kruid in leek te zitten. Opgewonden over de vondst namen ze het mee naar het schuurtje van m’n vader’s buurjongen. Wie weet konden ze het in de fik steken ofzo…

Toen ze er net mee waren begonnen riep mijn oma mijn vader naar binnen voor de lunch. Dus zat mijn vader even later met z’n rug naar de achtertuin snel zijn boterhammen naar binnen te proppen. Hij kon immers niet wachten om weer verder te gaan met het ontmantelen of in de fik steken van het gevonden voorwerp.

Tot er achter hem een enorme knal klonk, waarna het schuurtje in vuur en vlam stond. Mijn vader’s vriendje en het zusje ervan overleden ter plaatse… Een gebeurtenis die natuurlijk een verschrikkelijke impact had voor de hele buurt en vanzelfsprekend vooral voor de naaste familie van de twee slachtoffers. Toen ik m’n pa er onlangs naar vroeg zei hij dat hij z’n ouders niet verteld had dat hij vlak voor het eten samen met z’n vriendjes in het schuurtje met munitie en kruid wilde gaan klooien. Ze hadden immers al vaker gezegd dat hij voorzichtig moest zijn met dat soort spul.

Raar idee dat ik nu dit stukje kan schrijven alleen omdat mijn oma m’n vader riep om te komen eten. En dat hij toen wel gehoorzaam is geweest…