donderdag 17 september 2020

Wat heb je toch

Lang, heel lang geleden... ver voordat Facebook, YouTube en Spotify hun intrede deden om ons dag en nacht te overvoeren met beelden en geluiden, vermaakten mensen zich op een andere manier. Mensen die nu pakweg eind-vijftig zijn konden in hun jonge jaren bijvoorbeeld meeluisteren naar langspeelplaten van hun ouders.

Mijn ouders hadden platen van Jim Reeves en verzamel-elpees als Alle 13 Goed, maar ook met conferences van Toon Hermans en Wim Sonneveld. Die platen werden regelmatig opgezet, met als gevolg dat ik op een gegeven moment als jong gozertje alles van voor tot achter kon meepraten of -playbacken. Zonder dat ik overigens begreep waar het allemaal over ging en wat er nou precies te lachen viel. Maar sketches van Toon Hermans over een bal gehakt ('leg neer die bal!') en van Wim Sonneveld over kroketten ('ik denk daar gááán me krokette') of de man achter het loket ('is dat waar wat meneer zegt, Van Deudekom? - Ja m'neer') staan in mijn geheugen gegrift.


Veel leeftijdsgenoten zullen het herkennen (al kennen ze wellicht net deze conferences niet). Jaren later maakten Van Kooten en De Bie zo veel indruk dat ook zij - bijvoorbeeld als typetjes Jacobse en Van Es of Cor van der Laak - werden en nog altijd letterlijk worden geciteerd door mijn generatie (scheurgrâs mevrâ, hou je d'r buiten Kock, en ga zo maar door). En wat te denken van André van Duin? Niet alleen vanwege zijn conferences, maar ook door de Dik Voormekaar-show. Iedereen kent nog de kreet 'Nee nou wordt ie mooi!' van Ome Joop of 'Dat was de koffie!' van Harry Nak. 

Ik nam de Dik voor Mekaar-show vaak op met een cassettebandje en één specifieke sketch is me daarom lang bijgebleven. Dik had zogenaamd een interview met de toen beroemde platenbaas Johnny Hoes; een specialist in smartlappen en soms wat 'ontdeugende' liedjes en de ontdekker van onder meer de Zangeres zonder Naam. In dit flauwekul-gesprek werd (de zogenaamde) meneer Hoes en op een gegeven moment gevraagd naar zijn grootste hits. Met een zwaar aangedikt Rotterdams accent antwoordde die zoiets als 'Aan de muur van het oude kerkhof, Karel pak me nog een keer en natuurlijk de klapper Wat heb je toch een grote (waarop Dik Voormekaar zei 'ja ho maar'), wat heb je toch een gróte ('jaja'), wat heb je toch een gróte blóte póten'. Vraag me niet waarom, maar ik heb de naam van die laatste hit altijd onthouden. Hij was ook een tijdje 'running gag' in onze familie, omdat we het riepen wanneer er iemand op blote voeten liep ofzo.

Afijn, lekker belangrijk allemaal, maar de flauwekul-radiosketch kwam de afgelopen week weer spontaan in me op toen ik in Rotterdam achter de Laurenskerk op de Binnenrotte liep. Op die plek lag ooit de dam in de Rotte, waaraan de stad haar naam te danken heeft. En omdat de Rotterdammers daar dus ooit hun eerste voetstappen zetten heeft een kunstenaar er deze week twee enórme grote blote poten neergezet.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten