donderdag 30 januari 2020

Handgranaten, fietsbellen en e-bikes

Deze week begin ik mijn wekelijkse schrijfsel met een verwijzing naar een krantenartikel, waarin wordt aangegeven dat een fietsbel in eerste instantie werd aangezien voor een handgranaat. Wat ik met dat bericht te maken heb? Helemaal niets! Maar het leek er even op van wel...
'RRRRRRRRRRRRRRRRRRR', klonk het boven ons, steeds luider. En het zweet brak me uit. 'Het zál toch niet!?' zei ik tegen degene die naast me zat. We zaten in overleg bij de wethouder, in het Rotterdamse stadhuis. En boven het gebouw hing nu een helikopter...  M’n buurvrouw opende voor de tweede keer de site 112 Meldingen op haar iPad, waarna ze 'Nee hoor, er schijnt een handgranaat te zijn aangetroffen' tegen me fluisterde. Pfoe, daar had ik niks mee te maken! Met de sirenes van de politie en ambulance van een half uurtje daarvoor namelijk wel...

Aan het begin van de middag was ik de straat overgestoken tussen het Timmerhuis en het Stadhuis, op weg naar dit overleg bij de wethouder. Een niet drukke straat, en zowel voor als achter me liepen mensen te genieten van hun lunch. Halverwege de straat hoorde ik links een vrouw gillen. Ik keek op en zag haar e-bike op me af komen. Snel stapte ik naar voren, maar het lukte haar niet om me te ontwijken. Haar trapper raakte m'n kuit, ik keek om en zag haar een enorme smak maken. Zelf verloor ik ook m'n evenwicht, maar ik stond snel weer op. Zelfs m'n kleding bleek onbeschadigd.

Ik stond wat versuft om me heen te kijken en was verbaasd over hoeveel mensen de vrouw te hulp waren geschoten. 112 werd gebeld en al snel was een dekentje geregeld. De vrouw lag stil op haar zij. 'Hoe gaat het met u? Kijk me aan!' en dat soort dingen hoorde ik een van de mannen tegen haar zeggen. Hij bleek een EHBO-diploma te hebben, net als een andere toegesnelde omstander.

'Kan ik iets betekenen?', vroeg ik. Iedereen was zo op de vrouw gericht was dat men geen erg in mij had. Niet dat ik iets mankeerde, maar ik was natuurlijk wel bij de aanrijding betrokken geweest. 'Die mevrouw is aangereden!' hoorde ik iemand zeggen. 'Eeh, nee', zei ik. 'Ík ben aangereden!'. Dat werd beaamd door een andere vrouw. 'Ik zag het inderdaad gebeuren' zei ze. Nadat ik mijn collega's had ge-appt waarom ik wat later bij ons overleg zou zijn voelde ik me er gek genoeg wat verloren bij staan. Ik leek wel onzichtbaar voor iedereen die bezig was, behalve voor de vrouw die zei dat ze het had zien gebeuren. 'U kunt best uw weg vervolgen hoor', zei ze me, tot mijn verrassing. 'Als u mij uw naam en telefoonnummer geeft zorg ik wel dat u op de hoogte wordt gehouden'. Het voelde heel raar, maar nadat ik haar vroeg om de gevallen e-bikster alle goeds te wensen ging ik naar m’n vergadering. 
Het enige wat ik daarna nog over het ongeval heb gehoord was een agent die op m’n voicemail had ingesproken dat hij m’n telefoonnummer aan de gevallen vrouw had doorgegeven en dat ik nog wel gebeld zou worden. Verder bleef het stil, in groot contrast met de herrie van de helikopter boven het stadhuis, die er hing vanwege een melding van een handgranaat, die later een fietsbel bleek te zijn. 
Een fietsbel?? Toch niet van...?
Weer checkten we snel website 112 Meldingen. En gelukkig zagen we dat die fietsbel in een andere straat was gevonden. Zo’n harde smak had die e-bike nou ook weer niet gemaakt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten