donderdag 27 september 2018

Geurtjes

Vrijwel elke zomervakantie lopen we wel een of ander zaakje binnen waar allerlei van die kleurige zeepjes worden verkocht. Of we nou in een toeristisch plaatsje aan de Cote d’Azur lopen of in een of ander bergdorpje in de binnenlanden, zo’n winkeltje zuigt ons naar binnen. Hoewel... ons? Vooral op Wilma oefent het een enorme aantrekkingskracht uit. Lang heeft een plankje boven ons toilet ook volgestaan met zeepjes in allerlei kleuren en geuren (maar zeg eens eerlijk: bij wie niet eigenlijk?).

Deze zomer bleven we gewoon in Nederland, maar in het toeristische Thorn in Limburg viel ons toch weer zo’n gezellig ‘zeep-shopje’ op. Ik stapte met Wilma naar binnen en ging - zoals gebruikelijk - quasi-geïnteresseerd naar rekken vol zeep staan kijken. Tót mijn oog viel op een paars exemplaar waar ik met grote letters ‘Patchouli’ op zag staan.
In een keer schoten mijn gedachten terug naar zo’n veertig jaar geleden, naar mijn schoolkameraad Jos. Hij droeg altijd - of het nou zomer of winter was - hetzelfde afgeleefde (dus toen modieuze) spijkerjack, waarop hij met enige regelmaat enkele druppels patchouli aanbracht.
Ik woonde destijds nog bij mijn ouders, en wanneer Jos bij me was langsgeweest en z’n jas aan de kapstok had gehangen bleef het daar lang naar patchouli ruiken. En ondanks het feit dat hij váák bij me kwam buurten en die geur daar dus bij wijze van spreken bijna constant moet hebben gehangen heb ik m’n ouders er gek genoeg nooit (erg) over horen zeuren.

Achteraf gezien vonden ze dat jack aan de kapstok in de hal misschien zo gek nog niet in vergelijking met de alcohol- en shoarma-met-knoflook-dampen die met enige regelmaat opstegen uit mijn in het 'onderhuis' gelegen slaapkamer, nadat er wat vrienden waren blijven hangen na een avondje stappen.

Maar van de smerige dampen uit de jaren zeventig en tachtig terug naar de geurzeepjes in het winkeltje van deze zomer... Ik pakte het paarse stuk patchouli-zeep op, rook eraan en... vond het best lekker ruiken. Echt veel lekkerder dan dat spijkerjack van destijds. Sterker nog: ik stootte Wilma - die met een rijtje zeepjes in haar hand stond - aan en zei dat ík voor de verandering ook een zeepje had uitgekozen. Niet voor op een plankje in het toilet of waar dan ook, maar (dat klinkt misschien gek) om in de badkamer te gebruiken. En dat bevalt inmiddels prima. Alsof het ervoor gemaakt is!

Misschien toch eens kijken waar al die oude zeepjes van het toiletplankje zijn gebleven.... Of kunnen geurzeepjes bederven en zijn het meurzeepjes geworden en ruiken ze inmiddels net zo als dat jack van vroeger?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten