Nu het al zo vroeg in het jaar mooi weer is eten we af en toe in de achtertuin, in het lekkere avondzonnetje. Zo ook afgelopen vrijdag, aan het eind van de dag waarop ik Bastiaan's school had geholpen met de sportdag.
'Mmm', zei Bastiaan op een gegeven moment, 'lekker, die hagelslag in m'n vanillevla'. En toen ik gekscherend antwoordde dat ik dit keer geen hagelslag in de vla had gedaan en dat het dus wel mieren moeten zijn geweest, die hij had zitten wegkauwen, speelde hij het leuk mee. Hij trok een vies gezicht en pakte een hagelslag/mier van z'n lip. Ik gritste het snel uit z'n hand en stopte het in mijn mond. 'Getver!!', riep hij, 'dat had ik in m'n mond!!'.
Ik zei dat dat toch moest kunnen bij m'n eigen zoon en Wilma refereerde eraan dat m'n broer in z'n jonge jaren ook snel vies was van dat soort dingen. Die zou bijvoorbeeld nooit een hapje nemen van iets dat afkomstig was van het bord van iemand anders.
Toen we het daarover hadden kwam onze Jack Russel Moos naar buiten, die blijkbaar iets te gulzig had zitten eten. Hij liep naar achter in de tuin, kotste daar in het gras en at dat vervolgens smakelijk weer op.
Op gepaste afstand en met met enig afgrijzen zagen we dat gebeuren. 'Daar zou je eens een voorbeeld aan moeten nemen', wilde ik bijna zeggen, maar dat leek me toch wat overdreven...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten