donderdag 19 april 2012

Haagse bluf

Sinds de Rotterdamse metro doorrijdt tot in Den Haag brengen we wat vaker een bezoekje aan die stad. Vorige week bijvoorbeeld gingen we er naar de bioscoop.
Ik heb wel wat met die stad achter de duinen. Ik zat er in militaire dienst en toen ik als kind met mijn ouders in zomerse weekeinden naar onze camping in het Brabantse Hoeven ging, hadden we daar een aantal vriendjes uit Du Haag.

Die kwamen uit een kleurrijke familie; ontzettend gastvrij en smijtend met geld. Het kwam regelmatig voor dat wij als kinderen met ze meegingen naar een bingo in de kantine, waar ze enorme rijen bingokaarten kochten (en blij verrast waren dat ze daardoor soms ook wat wonnen) en ons uitgebreid trakteerden op frites, snacks en frisdranken. Het kon niet op... Terug bij de caravan zeiden mijn vader en moeder dan dat ik niet altijd alle traktaties moest aannemen (wat ik nu wel begrijp, maar toen niet).
Onze Haagse vrienden hadden in de jaren zeventig al een mega-kleurentelevisie in de caravan staan terwijl de meeste mensen het in die tijd in hun huiskamer nog met een klein zwart-wit toestelletje moesten doen en eens in de zoveel tijd organiseerden ze in hun camping-tuin een openlucht filmvoorstelling, met films van Laurel en Hardy en Batman.
De Haagse artiest Harry Touw (destijds beter bekend en berucht als Fred Haché) kwam er (veel) bier drinken in de tuin en als de barbecue aanging werden de kippepootjes aan het hele laantje uitgedeeld. Ik herinner me nog goed dat ik als klein jochie al in het stapelbed lag en er op de caravandeur werd geklopt met de vraag 'wil er hier nog iemand een kippepootje?' Dat voelde als een feestje!

Het was (in Den Haag) de tijd van de matjes in de nek en later van het permanentje en ook ons taalgebruik werd verrijkt met uitdrukkingen als 'Kappu nah', 'onwais gaaf' en 'as je nah nie oppleurt kraig je een penantie'.

En dan was er nog de Haagse bluf. De heer des huizes had een tegelzetbedrijf en wanneer men hem vroeg hoe de zaken gingen zei hij dat hij de hele Maasvlakte had betegeld. Ook vertelde hij altijd dat hij met zijn oranje Mercedes de afstand van Den Haag naar Roosendaal in een half uurtje overbrugde (wat iedereen toch wel erg snel leek). Totdat een paar jaar later - tussen Moerdijk en Bergen op Zoom - een nieuwe snelweg werd aangelegd. 'Dat is voor mij echt een stuk sneller joh', zei hij. 'Het scheelt me zowat een half uur..'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten