En daarom reed ik op maandagavond met een noodgang door de Duitse duisternis. Wanneer ik door de achterruit van de ambulance naar buiten keek zag ik de koplampen van campingbuurman Jurgen, recht tegenover me zag ik de monitor met hartslag en bloeddruk en iets daaronder de pijnlijke grimas van Ard. Een Duitse meneer stelde me allerlei vragen. Wat was er gebeurd en wie waren wij eigenlijk?
Z'n elleboog deed zeer en z'n nek ook, maar toen we later bij de caravan aankwamen werden nek en hoofd steeds pijnlijker, werd hij dizzy en kon hij op een gegeven moment niet meer op zijn naam komen. We besloten daarom onmiddellijk een arts te bellen en nadat ik de 'noodknop' naast de deur van de camping-receptie indrukte werd - nadat ik kort vertelde wat was gebeurd - aangegeven dat er zo snel mogelijk een ambulance zou komen.
Toen ik in het 40 kilometer verder gelegen ziekenhuis in Mechernich de dokter sprak vroeg ook hij me uit te leggen wat er was gebeurd. Dus vertelde ik dat Ard op het springkussen was gevallen toen hij richting de kant liep en lelijk op de grond was terecht gekomen met z'n kin, waardoor z'n nek een flinke klap had gekregen waarbij hij iets had horen kraken...
Omdat de doktoren in het ziekenhuis vreesden dat er iets met zijn nekwervels aan de hand was of dat er bloedingen waren werd snel een ct-scan gemaakt. Later hoorde ik dat er volgens de scan niks mis was. Waarschijnlijk was het 'gewoon' een zware hersenschudding. 's Avonds om kwart voor 12 belde ik Ard's ouders in Nederland en vertelde ik rustig (nu eens in het Nederlands) het verhaal. Zij raakten niet in paniek maar constateerden toch dat het het beste zou zijn wanneer ze meteen naar Duitsland zouden afreizen. Een kleine vier uur en driehonderd kilometer later stapten ze de ziekenhuiskamer binnen, waar ze hun zoon, camping-buurman Jurgen en mij aantroffen.
Samen met de ouders sprak ik nogmaals met de afdelingsarts en om kwart voor 5 's morgens lieten Jurgen en ik Ard met z'n ouders achter in het ziekenhuis. Het werd om half 6 langzaam licht toen we op de camping arriveerden om te proberen nog een paar uurtjes te slapen.
Hoewel Bastiaan erg van streek was geweest vanwege de zorgen om zijn vriendje en er enorm tegenop zag hem in het ziekenhuis te moeten zien, zijn we die middag Ard's spullen naar het ziekenhuis gaan brengen. Gelukkig had het slachtoffer al weer praatjes en had hij geen pijn meer. Toch bleek later dat hij vanwege de duizeligheid helaas pas vrijdag naar huis mag...
We hebben camping-buurman Jurgen uitgebreid bedankt voor zijn hulp en het feit dat hij samen met mij Ard een nacht lang heeft vergezeld in het ziekenhuis. En dat terwijl hij ons nauwelijks kende. Super hoor, zo iemand verdient een medaille! Ard's vader heeft als dank een bedrag op de rekening van Jurgen gestort dat de benzinekosten plus de mogelijke hardrij-boete (we werden onderweg geflitst!) zeker dekt.
En zo ging dit stukje dan wel over springen (en vallen), super-hulp, muntjes en medailles, maar niet over fictieve animatiefiguurtjes met meerdere levens. Dit was real life... Gelukkig zit Ard naar verwachting weer snel op het juiste level!