Ik deed het nog net niet letterlijk in mijn broek, maar gilde en rende zo hard als ik kon terug naar onze caravan.
Toen ik
daar het verhaal vertelde zeiden mijn ouders dat het waarschijnlijk de 'papiertjesprikker'
was geweest die ik was tegengekomen; een geestelijk en lichamelijk zwaar
gehandicapte goeierd die op de camping wat simpele klusjes deed (en dus
blijkbaar ook in de avonduren). Inderdaad kwamen we hem ook in de weken erna
wel eens tegen op het kampeerterrein. Hij kon niet praten en had een gezicht
dat leek op het engste griezelmasker, maar hij deed inderdaad geen vlieg kwaad.
Wanneer ik mensen wel eens 'zo, die moet je ook niet in het donker tegenkomen'
hoorde zeggen, wist ik uit eigen ervaring dat ze gelijk hadden.
Ik moest
aan dit voorval denken toen we een paar werken terug op de boot naar Engeland
zaten en Bastiaan toen we net in onze hut waren aangekomen nog even terug naar
het autodeck wilde om nog wat te gaan halen. Ook hij kwam toen weer snel terug
gelopen, omdat hij onderweg was aangesproken. Een flink dronken Engelsman had hem
'where can I find my way to the boat?' gevraagd, waarop Bastiaan had geantwoord
'you are ON the boat'. Hoewel dat de man enigszins gerust stelde, bleef de
waggelende kerel mijn zoon aanspreken waarop deze besloot maar vlug naar onze
hut terug te keren. Dat vonden wij een wijs besluit, want statistisch is
bewezen dat een Engelse bierdrinker eerder een vlieg kwaad doet dan een
goedaardige papiertjesprikker...