Als 19-jarige reisde ik per trein naar Rotterdam voor een sollicitatiegesprek bij de gemeente. Hoewel m'n geboortestad Dordrecht op een steenworp afstand ligt van Rotterdam kende ik die grote stad nauwelijks. Dus toen ik het Centraal Station van destijds uitliep vroeg ik me af waar ik was beland.
Aan de overkant van een brede weg zag ik een hertenkamp en links van me was een soort park met wat kleine gebouwtjes en in de verte zag ik boven de bomen een grijs gebouw uitsteken met het Shell-logo. Was dit nou het centrum van de tweede stad van Nederland? En welke kant moest ik in godsnaam op?
Ik besloot de brede weg over te steken en liep langs het hertenkamp naar een plein met grote, ondiepe waterbassins. Vlakbij een gebouw waar 'De Doelen' op stond - een naam die me wel bekend voorkwam - stond een grote frietkraam. Ik vroeg de fritesbakker waar het stadhuis was en hij antwoordde dat ik de winkelstraat moest inlopen waar ik nu met m'n rug naartoe stond en dat ik aan het eind ervan het stadhuis vanzelf zou vinden.
Het waren andere tijden. Sinds het bombardement van 40 jaar voor mijn sollicitatiegesprek was men flink aan de slag gegaan met de wederopbouw, maar het lukte daarbij niet om een gezellig uitgaans-centrum te creëren. Op weg naar het stadhuis liep ik door een van de modernste winkelgebieden in Europa, maar echt bezienswaardig en voor toeristen aantrekkelijk was Rotterdam niet. Vooral na werktijd en 's avonds kon je in het centrum een kanon afschieten zonder iemand te raken.
Nadat Duncan Laurence in 2019 het Eurovisie Songfestival won en Rotterdam werd aangewezen als organisator in 2020 was er dé kans om de wereld te laten zien dat er de laatste tijd veel is veranderd. En toen de corona-pandemie roet in het eten gooide volgde dit jaar gelukkig een herkansing. Afgelopen week was het Songfestival, met weer 6500 uitzinnige mensen op de tribunes en de toepasselijke slogan 'open up', hét signaal dat ons leven weer wat 'gewoner' gaat worden. En wat zag de wereld geweldige beelden van 'Manhattan aan de Maas'. Vooral de oud-winnaars die optraden vanaf daken van bekende gebouwen en de Erasmusbrug die met orkest en al Ahoy werd ingeschoven maakten indruk.
Ik had geen kaartjes voor het festival, maar ben wel even naar Ahoy gefietst om toch wat plaatjes te schieten en sfeer te proeven. En die sfeer hield ik lang vast op de terugweg omdat de route vanaf Ahoy naar het centrum letterlijk vol hing met kleurrijke teksten van songfestival-winnaars. Rotterdam heeft vandaag de dag niet alleen een centrum, het wás deze week het centrum van de muziekwereld!
Terwijl ik over de Erasmusbrug fietste, tussen alle songfestivalteksten door, reed ik over een sticker met 'Proloog Tour de France 3 juli 2010', die destijds als herinnering daaraan is aangebracht. Over drie of vier jaar is Rotterdam waarschijnlijk wéér de stad waar de tour begint! Nu al zin in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten