Misschien is het daarom wel dat wanneer ik m'n vader soms bel, hij aangeeft dat hij net nog heeft staan strijken. Waarschijnlijk ontziet hij m'n moeder op dat punt een beetje. Zij doet op haar beurt weer andere dingen (het eten, de boodschapjes, schoonmaken), maar strijken is in hun huishouden vooral een mannenklus geworden volgens mij. En klussen met naald en draad, die zijn ook bij m'n vader terechtgekomen. 'Ik word al misselijk als ik aan een naald en draad denk!' zegt m'n moeder weleens theatraal.

'Laat me nou eens goed zien hoe je zo'n knoop er weer aanzet!' zei ik haar daarom een poosje terug. En vervolgens keek ik nauwkeurig hoe ze 't deed. Toen ik dus een paar dagen terug wéér een knoop had losgetrokken pakte ik naald en draad uit de kast (nadat Wilma had aangegeven welke kast ik daarvoor moest hebben) en ben ik er eens goed voor gaan zitten.
Ik zette m'n bril af (anders zie ik geen steek, en die moet ik in dit geval juist wél zien) en stap voor stap leidde Wilma me door dit giga-karwei heen. En met succes!
Natuurlijk verricht ik dit precisiewerk met garen niet half zo goed en snel als Wilma. Maar wat geeft dat! Ik vóel me op dit punt in ieder geval niét langer een halve gare...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten