Vorige week zaten Wilma en Bastiaan gezellig samen TV te kijken. Animal Planet stond aan, en het ging over schorpioenen. Toen Bastiaan later in bed lag, riep hij dat hij niet kon slapen. Ik ging naar hem toe en hij vertelde mij dat hij steeds maar aan die gevaarlijke schorpioenen moest denken. Zoals in de opvoedboekjes (die ik natuurlijk allemaal heb gelezen) staat, beantwoordde ik dat niet meteen met ‘schei uit met die flauwekul’, maar ging ik er even goed voor zitten… eeh over de rand van z’n bed hangen. Ik liet hem uitgebreid zijn verhaal doen en vertelde hem later dat er in Nederland geen schorpioenen zitten. Die beesten zitten alleen maar in verre landen in andere werelddelen.
Sterker nog: wij hebben de mazzel dat alle beestjes en insekten die hier vrij rond lopen totaal geen kwaad kunnen. In het bos zitten alleen maar een paar tamme beesten van het niveau konijn en eekhoorn en de spinnen die hier in ons land verblijven zien er soms dan wel link uit, ze kunnen eigenlijk niet veel meer dan een web bouwen waarin ze beestjes vangen die nóg minder voorstellen dan zij zelf.
Het stelde Bastiaan zichtbaar gerust. Ik wenste hem nogmaals welterusten, deed het licht uit en ging naar beneden. En we hebben hem niet meer gehoord die avond…
Ook de volgende dag merkte ik dat mijn praatje resultaat had. Toen Bastiaan op de WC was om te plassen riep hij me, met de mededeling dat er een spin was. Ik deed de WC-deur open en zag op zijn been een potig exemplaar zitten, die vervaarlijk omhoog kroop!
‘Hij doet natuurlijk niks hè, maar ik dacht ik meld het even…’ zei Bastiaan, terwijl hij al plassend naar me keek. Ik pakte een papiertje, vouwde het een paar keer dubbel en gritste de spin van Bastiaan’s been.
Wat een griezel. Het is natuurlijk prima dat mijn verhaaltjes Bastiaan geruststellen, maar ik moet er zelf natuurlijk ook wel in geloven…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten